Friday, 28 September 2007

Kwartiertje Bush

Vanochtend om 10:15 uur gaf President Bush een toespraak over klimaatsverandering op het State Department. Het leek me wel iets om daar bij te zijn: eens kijken hoe hij er in het echt uitziet. Maar voordat het uur B. eindelijk aanbrak, moest ik door redelijk wat hoepeltjes springen...

Uur B minus 36 uur: aanmelden via de site van het State Department, anders komt mijn naam niet op de official, cleared, Secret Service list voor. Als me ik dan aan de deur meld, ga ik zonder langs Start te gaan en zonder $200 te incasseren naar Guantanamo Bay.

Uur B. minus 24 uur: mail. ik ben "gecleard." Ik moet een uur van te voren aanwezig zijn, met photo I.D. Aanmelden bij de persingang en de codenaam is Kristie Helmer.

Uur B. minus 2 uur: tas pakken: taperecorder, fototoestel, pen en papier, voor de zekerheid twee I.D.'s. Haren gekamt, schoenen gepoetst en schone broek aan, je weet tenslotte maar nooit hoe streng de Secret Service is.

Uur B. minus 1 1/2 uur: op de fiets naar het State Department. Daar aangekomen stikt het van de Secret Service in zwart pakken met oortjes en politieagenten. Twee EOD kerels lopen langs de bloembakken - die voor de gelegenheid op blokken zijn gezet -, politiehonden snuffelen onder auto's en ik tel negen politieauto's, zeven motoren en een ambulance.

Uur B. minus 1 uur: met een officiele Witte Huis press pool card om mijn nek loop ik, na twee controles en een aan mijn tas snuffelende bomhond, de zaal in. Een State Department medewerkster vraagt me of ik van de pers ben, en wijst me verder de zaal, de trap af. Om de twee treden staat een nieuwe medewerkster, "Press?" en stuurt me verder naar beneden waar dit ritueel zich herhaalt. Na 10 treden, schuif ik de rij stoelen in. Ik zit perfect, recht voor het podium.














Uur B. minus 50 minuten: het journalistenvolk maakt het zich gemakkelijk: er wordt veel gebeld, gemaild, geBlackberried, geIPhoned, gekrantleesd en geluld. Cameramannen - de enige soort journalisten die nooit een pak aandoen - installeren hun apparaten, doen de checkup en gaan met hun koptelefoon op de krant lezen. De vrouw voor me schrijft een intro op haar laptop.

Uur B. minus 40 minuten: de zaal stroomt vol met gasten. Hierbij geldt: hoe later mensen binnen komen, hoe belangrijker ze zijn en des te kleiner is hun I.D. tag. Die van de man naast me - een Japanner die naar Italiaanse koekjes ruikt - kan hij na afloop als placemat gebruiken.

Uur B. minus: 30 minuten: stagiaires vullen de trappen en het podium. Ze zijn makkelijk te herkennen aan de klapper onder hun arm. In groepjes staan ze om belangrijk uitziende mannen en zetten hun meest zorgelijk blik op. Na het ontvangen van instructies, knikken ze en lopen allemaal een andere kant op.

Uur B. minus 20 minuten: het verzoek om de telefoons uit te zetten is nauwelijks te horen boven al het gepraat. I.D. tags zijn nu zijn groot als halve A4-tjes.

Uur B. minus 15 minuten: nogmaals het verzoek; een aantal mensen geeft gehoor, maar kritische journalisten - herkenbaar aan stoffige jasjes, cynische blik en staart/baard/ongeschoren kin - neemt zelfs dit niet aan van de overheid. I.D. tags formaat credit card en met een knijper aan het borstzakje.

Uur B. minus 10 minuten: de VIP's, herkenbaar aan eigen plaatsaanwijzers, tassendragers en het feit dat iedereen opstaat om ze een hand en/of kaartje te geven. Ze zijn I.D.loos en dragen in plaats daarvan het speldje met de Stars en Stripes op de revers.

Uur B. minus 5 minuten: twee Secret Service medewerkers lopen naar voren; een met een glas water, de ander met een blauw fluwelen zakje. Hij haalt het officiele Seal of the President of the United States eruit en bevestigt het aan de voorkant van het katheder.

Uur B. minus 2 minuten: doodse stilte terwijl twee nieuwe, hele grote Secret Service medewerkers zich bij de deur opstellen. Waarom heet het eigenlijk Secret Service als zelfs ik vanaf hier kan zien dat ze dat zijn, schiet door mijn hoofd. Anyways, dit is niet het moment voor moeilijk vragen, want...

Uur B: "Ladies and gentlemen, the President of the United States." Iedereen staat op en klapt terwijl Bush de vijf meter van de deur naar het katheder loopt. Hij grijnst, maant de mensen tot stilte en leunt op de voor hem zo typische manier achter de microfoon.














Uur B plus 20 minuten: na een welgemeend "God bless you all," is hij weer vertrokken. Maar het was zeker de moeite waard, want een reden dat ik journalist ben, is omdat ik het mooi vind om dichtbij de groten der aarde te komen. En dat is vandaag - ondanks mijn bezwaren tegen Bush's beleid - zeker gelukt.

De toespraak en meer foto's kan je vinden op http://www.whitehouse.gov/news/releases/2007/09/20070928-2.html

Thursday, 27 September 2007

Echt afgestudeerd

Na maanden van wachten - met dank aan de extreme klungeligheid van UPS die hun klantvriendelijkheidsinstructies klakkeloos van de Gestapo hebben over genomen - is HIJ gearriveerd. De reden dat ik zo graag aan een Amerikaanse universiteit wilde studeren...
















Om stil van te worden. De camera kan niet genoeg inzoomen om de schat aan details duidelijk te maken, daarom deze verdere beschrijving.


De rode steen is de kleur van maand januari vertelde de verkoper mij. Niet alleen mijn geboortemaand, maar ook de mooiste kleur steen die er was.

Rond de steen: American University. Aan de linkerkant - voor de ontvangers van klappen rechts - een inscriptie met MA (Master of Arts), een open boek, een ganzeveer, een banier met het woord "journalism" en iets dat op een barbeque lijkt (maar dat vast niet is).

Links: 2007, het jaar van afstuderen en daaronder in een rondje het logo van de American University: de koepel van het Capitool en de woorden "pro deo et patria." Dat dat ook de naam van de krant van de NSB was, staat hier buiten, want daaronder namelijk het jaar dat AU is opgericht: 1893.


Dan staat aan de binnenkant van de ring ook nog mijn naam, handig voor als ik ooit dement word. Want zolang ga ik hem zeker dragen, al is het maar voor de grap.

Maar dat moet ik vooral niet aan Yanks vertellen. Ringen zijn een serieuze aangelegenheid. Superbowl winnaars, veteranen, alumni, iedereen draagt ze en over het algemeen geldt, hoe groter hoe beter. En daarin moet ik ze wel gelijk geven. Je naam in het zweetkamertje van de Leidse universiteit op de muur zetten is leuk, maar haalt het niet bij de tastbaarheid van dit prachtjuweel.