Met het optreden van de Amerikaanse minister van Justitie Alberto Gonzales voor de Juridische Senaatscommissie vorige maand is de War on Terror een nieuwe fase ingegaan. Hij verklaarde dat artikel 1, sectie 9 van de Amerikaanse Grondwet – het recht van habeas corpus mag slechts in het geval van een invasie of rebellie worden opgeschort – dit recht niet garandeert. Het is alleen verboden het recht weg te nemen.
Het zou de regering Bush goed uitkomen als het recht op habeas corpus geen grondwettelijke bescherming geniet. Het betekent dat de MCA, die dit recht beperkt voor niet-Amerikanen, niet in strijd met de Grondwet kan zijn. Na eerdere nederlagen van de regering voor het Amerikaanse Hooggerechtshof, zou de gevangenis in Guantanamo Bay met de MCA eindelijk een solide legale basis hebben.
Het recht op habeas corpus –letterlijk, “je moet het lichaam hebben” – dateert uit de Middeleeuwen en verplicht de overheid een gevangene, “het lichaam”, voor een rechter te brengen zodat hem verteld kan waarom hij vastzit. Als er geen gegronde juridische basis is, moet de gevangene in vrijheid worden gesteld. En dat is iets dat de regering Bush liever niet doet met de vermeende terroristen in Guantanamo Bay.
Behalve een beperking van het recht van habeas corpus, geeft de MCA de Amerikaanse president de vrijheid van de Geneefse Conventie af te wijken als hij dat nodig vindt; daarnaast hanteert de MCA een ruimere definitie van het begrip “marteling” dan wat internationaal gebruikelijk is. De redenatie is dat men in de War on Terror te maken heeft met een nieuw soort gevangene waarmee bij het opstellen van de Geneefse Conventie in 1949 geen rekening is gehouden. Bovendien is de War on Terror vóór alles een informatie oorlog: men moet de vrijheid hebben alle relevante data te verkrijgen, goed- en kwaadschiks.
In eerdere anti-terrorisme wetten werden Taliban en Al Qaida strijders als “wettelijke vijandelijke strijders” beschouwd. Zij waren geen krijgsgevangenen omdat ze niet als geuniformeerde soldaten voor een land vechten; en het waren geen criminelen omdat ze op de slagvelden in Afghanistan en Irak zijn opgepakt.
Maar deze definitie ging niet langer op na de arresten Hamdan vs. Rumsfeld en Rasul vs. Bush. Hamdan en Rasul, gevangenen in Guantanamo Bay, kregen gelijk toen zij stelden dat zij als “wettige vijandelijk strijders” beschermd worden door de Geneefse Conventie en dat zij, op basis van habeas corpus, hun zaak voor een civiele Amerikaanse rechtbank zouden mogen aanvechten. Dit zinde de regering niet, aangezien zij van mening is dat de War on Terror niet thuis hoort in civiele rechtbanken; alleen militaire rechtbanken kunnen bepalen wie terrorist is en wie niet.
Een andere reden om een nieuwe definitie te hanteren is het vrijwaren van CIA agenten voor vervolging wegens oorlogsmisdaden. Bij het verhoren van vermeende terroristen wordt gebruik gemaakt van methoden die de Geneefse Conventie als marteling bestempelt (slaaponthouding, isoleren en “water boarding”, een “relatief ongevaarlijke methode die een gevoel van verdrinking nabootst.”) Hoewel President Bush de internationale wet opzij had gezet, kon hij niet om de nationale War Crimes Act heen. Deze wet beschouwt inbreuk op de Geneefse Conventie als een oorlogsmisdaad.
In de MCA wordt daarom van “onwettige vijandelijke strijders” gesproken. Zij worden niet door de Geneefse Conventie beschermd, mogen tot het einde van de War on Terror worden vastgehouden en kunnen, als niet-Amerikaan, hun detentie niet aanvechten voor een civiele rechtbank. Als hun zaak voorkomt, is het denkbaar dat noch zijzelf, noch hun advocaten de stukken krijgen in te zien op basis waarvan zij veroordeeld worden. Men beschouwt de bescherming van de staatsveiligheid belangrijker dan de bescherming van het individu.
Eerder deze week werd de legitimiteit van de MCA in hoger beroep bevestigd. Voor de honderden gevangenen in Guantanamo Bay en andere locaties betekent dat dat zij, zonder opgaaf van juridische reden, vast blijven tot het Hooggerechtshof uitspraak heeft gedaan in de beroepszaak die hun advocaten hebben ingediend.
Tot die tijd lopen alle 12 miljoen niet-Amerikanen het risico te worden opgesloten --en gemarteld-- als zij op basis van de MCA worden gearresteerd. En als men de redenatie van minister van Justitie Gonzales verder trekt, houdt dat in dat andere, niet specifiek in de Grondwet genoemde rechten ook komen te vervallen. Amerikanen zouden dan niet niet langer aanspraak kunnen maken op de vrijheid van meningsuiting, pers, vergadering en religie.
Sunday, 25 February 2007
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment