Shit, piss, cunt, fuck, cocksucker, motherfucker and tits. Wie de film “Private Parts” van Howard Stern heeft gezien, weet dat deze “Seven Dirty Words” verboden zijn op de Amerikaanse televisie en radio. Maar hoe verhoudt dat verbod zich tot de vrijheid van meningsuiting?
Sinds 1975 ziet de Federal Communications Commission erop toe dat de woorden weggebliebt worden ter bescherming van tere kinderzieltjes. De uitzondering was live-televisie. “In the heat of the moment” kon het voorkomen dat iemand iets zei dat niet door de beugel kon.
Zolang het maar eenmalig was en duidelijk was dat het per ongeluk gebeurde, kneep de FCC een oogje dicht. Zo kon een enkele “shit” of een grappig bedoelde “motherfucker” nog op clementie rekenen. In 1995 kwam Bono bij de uitreiking van de Golden Globes weg toen hij vertelde hoe “fucking happy” hij was met zijn prijs.
De laatste jaren werd die uitzondering echter nauwer uitgelegd en legde de FCC meer en hogere boetes op. Enerzijds een gevolg van steeds groter opgezette live evenementen waar het publiek met vieze grappen vermaakt werd; anderzijds veroorzaakt door steeds actieve kijkers die bij iedere “shit” of “fuck” meteen in de pen klommen.
Voor de omroepen – die de boetes betalen – kwam de druppel met Janet Jackson's blote tiet à $550,000 (hoewel dat technisch gezien geen “dirty word” was, maar een “wardrobe malfunction.”) Vanaf dat moment werden live-programma's met enkele seconden vertraging uitgezonden, zodat als iemand iets onoirbeers zei of deed, dat alsnog kon worden weggebliebt.
Volgens de zender KTVI is dat echter een vorm van censuur. Zij kregen onlangs een boete en vochten die met succes aan waarop de FCC naar het Amerikaanse Hooggerechtshof stapte.
Het is onwaarschijnlijk dat de negen hoogste rechters met een bevredigend antwoord zullen komen. Voor alles is het bepalen van de grens tussen tussen artistieke vrijheid en onderbroekenlol namelijk een kwestie van smaak.
Monday, 24 March 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment