Monday, 26 January 2009

Standbeeld van BlackBerries

“There's only one thing worse than being talked about,” zei de Engelse schrijver Oscar Wilde, “and that`s not being talked about.” Zo bezien heeft Research in Motion, producent van de BlackBerry, weinig te klagen over de gratis reclame die Obama voor hen maakt. Presidentiële aandacht pakt echter niet altijd goed uit.

Reagan's liefde voor jelly beans is wellicht de meeste bekende 'presidential product endorsement.' In de Oval Office stond altijd een vol bakje op zijn bureau. Minder bekend is dat hij deze snoepjes ook strategisch inzette, “You can tell a lot about a fella's character by whether he picks out all of one color or just grabs a handful.” Zijn voorganger Johnson was zo dol op Fresca dat producent Coca Cola een waterfontein in het Witte Huis installeerde waar de frisdrank 24/7 gekoeld uit kwam. En Clinton maakte er een gewoonte van om tijdens presidentiële campagnes bij McDonalds te stoppen voor een gesprek met potientiële kiezers én een Big Mac.

De fastfood gigant was echter minder blij toen Clinton na zijn presidentsschap een viervoudige bypass moest ondergaan: volgens de doktoren waren zijn hartproblemen mede veroorzaakt door te veel en te vet eten. Ook zullen veel groenteboeren (en ouders) de dag vervloekt hebben dat Bush sr. tijdens een persconferentie zijn mening gaf over broccoli, “I don't like it and I haven't liked it since my childhood. And I'm president of the United States and I'm not going to eat it any more.”

Blackberry producent Research in Motion hoeft zich voorlopig geen zorgen te maken. Obama heeft zich al vaak zo positief over zijn PDA uitgelaten dat zijn 'endorsement' hem tussen de $25 en $50 miljoen miljoen zou kunnen opleveren. Volgens de CEO van Paradigm, een bedrijf dat sterren en adverteerders samenbrengt, is een dagje commercieël campagne voeren “with the most A-list of A-list of A-list” goed voor zo'n $10 tot $15 miljoen.

Obama koopt hier natuurlijk niets voor; en ook als oud-president zal hij waarschijnlijk geen geld aannemen. Research in Motion kan daarom wellicht een voorbeeld nemen aan het portret dat de jelly bean fabrikant Reagan schonk bij de opening van zijn presidentiële bibliotheek: het is gemaakt van 10.000 jelly beans.

Ondernemen in Amerika: droom of nachtmerrie?

Amerika beleeft de ergste economische crisis sinds de Grote Depressie uit de jaren `30. De huizenmarkt zit in het slop. Stijgende werkeloosheid. De ene na de andere financiële instelling legt het loodje; en zelfs met de overheidsinjectie van $800 miljard is het einde niet in zicht.

Desondanks ziin Nederlandse ondernemers in Amerika optimistisch. Met Hollandse nuchterheid, inventiviteit en aanpassingsvermogen blijven zij hun American Dream najagen, crisis of niet.

Mensen blijven eten

De crisis kon niet op een slechter moment komen, zegt Martin de Groot, mede-eigenaar en COO van dd Food Solutions. “Wij waren net op zoek naar een Europese partner. Dankzij de sterke euro was er voldoende interesse om te praten maar nu staat alles on hold. Iedereen kijkt de kat uit de boom en dat is vervelend.” Afgezien daarvan gaat het zijn bedrijf, dat kant-en-klare maaltijden maakt, voor de wind. “Eten is niet echt recessie afhankelijk. Bovendien werken mensen meer waardoor er minder tijd is om te koken. En wij zitten met onze producten in het duurdere segment dat nu gewild is. Een restaurantbezoek wordt overgeslagen maar men wil wel thuis iets speciaals eten. Dankzij onze maaltijden is het toch een beetje feest.”

De Groot verliet Nederland bijna 10 jaar geleden om voor een Amerikaans bedrijf te gaan werken dat ook kant-en-klare maaltijden maakt, maar “een eigen onderneming was altijd al mijn droom.” Drie jaar geleden stapte hij in bij dd Food Solutions, dat enkele andere Nederlanders in 2003 oprichtten. Er was eerder geprobeerd om de Amerikaanse markt met bitterballen en kroketten te veroveren. “We leverden die al via Curaçao aan de Holland-Amerika Lijn. Door het bedrijf naar Miami te verhuizen behielden we hen als klant en zouden we alvast een beginnetje hebben in Amerika. Maar niemand frituurt hier meer. Alles komt uit de magnetron.”

De gezonde maaltijden die ze nu maken vliegen weg. “Het is een leuke markt, want er zijn niet veel anderen die dit doen.” De Groot levert zijn producten aan supermarkten, deli's – winkels waar men zijn eigen eten opschept - en twee online dieet bedrijven; een Tafeltje-dek-je service waarbij gedurende een bepaalde tijd drie uitgebalanceerde maaltijden per dag thuis bezorgd worden. “Die leveringen zijn allemaal stabiel. Op zich merk ik daar niets van de crisis,” aldus de Groot. Ook produceert het bedrijf nog steeds bitterballen en kroketten voor de diverse Nederlandse gemeenschappen in Amerika, “maar dat is bijzaak. Daar kunnen we niet van leven.”

Zeeuwse opvoeding

Zijn sector is “enorm aangetast,” zegt vastgoedontwikkelaar Jan Zachariasse, en dat leidt tot “veel praten met bankiers en investeerders. In plaats van winst maken is de vraag nu 'hoe beperk je je verliezen?' En dat betekent meer doen met minder mensen en ieder dubbeltje omdraaien. Maar daar zijn Hollanders goed in.”

Zachariasse, CEO en oprichter van Waterford Development, houdt in deze tijd vast aan de lijfspreuk van Zeeland, de provincie waar hij opgroeide: “luctor et emergo,” oftewel “ik worstel en kom boven.” Of dat lukt, hangt volgens hem af “je mentale instelling. Je moet je zakelijk opstellen en weten wat er gaande is, maar minstens zo belangrijk is het om je hoofd koel te houden. Aan the big picture kan je weinig veranderen, en met een paniekere personal survival modus, waarbij je je emoties de vrije loop laat, schiet niemand iets op.”

Een goed ondernemer ziet bovendien meer dan alleen financiële bedreigingen; die ziet mogelijkheden, zegt Zachariasse. Zelf startte hij zijn bedrijf in 1989, “op het hoogtepunt van de laatste crisis. Door de moeilijke omstandigheden werd ik gedwongen alle kansen te grijpen.” En met succes: bijna 20 jaar later heeft hij 22 man in dienst en ontwikkelde hij projecten in de omgeving van Washington, D.C. voor meer dan één miljard dollar.

Ervaring is in dit lastige ondernemersklimaat een voordeel - “Ik zit al 25 jaar in het vak en heb al meerdere crises meegemaakt” - maar zijn Hollandse, nuchtere instelling speelt ook een rol, zegt Zachariasse; en in tegenstelling tot anderen liet hij zich nooit leiden door hebzucht. Dat neemt niet weg dat ook hij met de crisis geconfronteerd wordt. Zo staat van een miljoenen kostend project twee-derde van de 189 condominiums leeg. Dat daar, nu Amerikaanse banken de hand op de knip houden, op korte termijn geen verandering in gaat komen baart hem nauwelijks zorgen; twee-derde van de winkels en kantoren in het complex heeft hij al wel van de hand kunnen doen. “Toen de grondprijzen stegen was dat voor mij een indicatie dat er een terugval aan zat te komen. Ik zag in dat ik moest diversifiëren.” Een deel van het project werd zo bedrijfs- in plaats van woonruimte en die vooruitziende blik betaalde zich terug: de woningmarkt heeft het op dit moment het zwaarst te verduren. “In de periode van robuste groei en prijsstijgingen ging ik misschien minder hard, maar het zijn degenen die uit waren op het snelle geld die nu omvallen. Niet ik. Ook dat blijft mij dankzij mijn Hollandse opvoeding bespaard.”

Crisis?
“Crisis? Zie Amazon van vandaag,” zegt consultant en internet-deskundige Henk van Ess in een e-mail. Het meegestuurde overzicht van de internetwinkel vermeldt de 3G Juice iPhone batterij die hij ontwikkelde als “bestseller” in de categorie “Eletronics.” Angst dat de vraag naar luxe electronica – en daarmee naar zijn product – zal afnemen heeft hij allerminst. “Reden is dat wie zich een iPhone kan veroorloven ook wel een extra batterij kan kopen. De batterij is bovendien ook gekoppeld aan de iPod, iTouch, iNano en alle 30 pins Apple afspelers. De vraag neemt toe omdat mensen met een iPhone die alle opties willen gebruiken merken dat de batterij het niet lang uithoudt.”

Van Ess rolde belandde min of meer per ongeluk op de Amerikaanse markt. Op zoek naar een betere iPhone batterij plaatste hij een bericht op de netwerk site LinkedIn. Zo kwam hij in contact met de vertegenwoordiger van een Chinese fabriek. Van Ess kocht hun batterij en was meteen verkocht. In zijn enthousiasme plaatste hij opnieuw een bericht op LinkedIn. Wat hij precies schreef weet hij niet meer, maar het kwam neer op: “You hate the battery life of your iPhone too? Perhaps I have the cure.” Snel kwamen de eerste vragen binnen van geïnteresseerden, zodat de fabriek hem vroeg distributeur te worden. Vervolgens verbeterde hij samen met de Chinezen de batterij, bouwde een web site en zag zijn verkoopcijfers exploderen.

Van de economische malaise trekt hij zich weinig aan, aldus van Ess. “Tot nu toe zijn creatieve ondernemers er in geslaagd om ook in moeilijke tijden hun hoofd boven water te houden. Ik ben tijdens de crisis begonnen omdat ik een product nam dat nog niet bestond en een doelgroep bedien die minder conjuctuurgevoelig is.” Die instelling riep bewondering op. Een artikel in de New York Times noemde hem een goed voorbeeld van hoe iemand in sombere tijden toch een succesvolle onderneming kan opzetten. “Dat heeft geleid tot veel reacties met als gevolg dat de deuren veel gemakkelijker openzwaaien op de Amerikaanse markt.” Met andere woorden, aldus van Ess, “nu een bedrijf beginnen spreekt tot de verbeelding.”

De wanhoop nabij

Deze optimistische geluiden staan in schril contrast met de manier waarop Amerikanen de crisis beleven, zo blijkt uit recent onderzoek. Kredietverzekeraar Atradius peilde de stemming onder ruim 2500 bedrijven in Europa, Amerika, Mexico en Australië. Van de Amerikanen zegt 68 procent last te hebben van de kredietcrisis; ter vergelijking, in Nederland ligt dat rond de 20 procent.

Dat verschil laat zich raden: in het derde kwartaal daalden de Amerikaanse consumentenuitgaven - goed voor twee derde van de economische groei – met 3,1 procent, de sterkste afname in bijna 30 jaar; bedrijfsinvesteringen namen af met 1 procent, de eerste daling sinds 2006; bovendien kunnen Amerikanen gemakkelijk ontslagen worden en zitten velen tot over hun oren in de schulden.

De massa's sollicitanten herinneren hem voortdurend aan de crisis, zegt de Groot. “Ik heb zeker al 300 man aan de deur gehad en daarnaast ongeveer 200 CV`s ontvangen. Het zijn voornamelijk mensen die ontslagen zijn en voor de meesten maakt het niet uit wat het betaalt. Iemand die ik een aantal maanden geleden een jaarsalaris van $40.000,- zou bieden wil nu voor $25.000 beginnen. Sommigen zijn echt ten einde raad. Smeken is er niets bij en ik heb al meerdere huilende mensen gesproken.”

Voorlopig komt aan die onzekerheid geen einde, zegt Zachariasse. “Er komt nog meer pijn en die is niet sector gebonden. Vrienden van mij zitten vast aan dure hypotheken die ze niet meer kunnen betalen. Die situaties leiden tot stress.” Weer zijn het zijn Nederlandse wortels die hem hiervoor behoed hebben. “Ik heb ooit mijn huis voor $250.000,- gekocht en op een gegeven moment was het drie keer zoveel waard. Ik had het kunnnen herfinancieren maar in die val ben ik nooit getrapt.”
Zonder die “cash is king” instelling zou zijn bewegingsvrijheid beperkt zijn; en juist in crisistijd is het noodzakelijk dat men zijn bedrijf kan aanpassen, zegt hij. En een methode om te overleven is veranderingen in het personeel aanbrengen. “Bepaalde mensen moet je laten vallen als je een andere richting opgaat. Maar als je iemand moet vertellen 'we zijn met je groot geworden, maar ik moet je laten gaan,' dan is daar nuchterheid voor nodig. Maar dat zorgt natuurlijk voor onzekerheid, zowel bij de mensen die al voor me werken als de voor de nieuwe werknemers.”

The American Dream is springlevend

De vraag wie de economische crisis gaat proberen op te lossen is op 4 november beantwoord; onduidelijker is wat Barack Obama kan doen om het tij te keren. Eén ding staat echter vast, zegt Zachariasse, “In Europa ziet men hem als een goed teken. Zijn winst is een kans op iets nieuws. En dat is goed voor Amerika's imago in de wereld en dus voor de economie.” Volgens hem is de American Dream nog even springlevend als toen hij als 24-jarige uitwisselings-student voor het eerst naar Amerika vertrok. Hij kan iedereen aanraden in Amerika te investeren; maar, zo waarschuwt hij, “doe het via iemand die er Hollandse principes op nahoudt.”

Ook de Groot heeft grootse plannen. De fabriek van dd Food Solutions is onlangs naar Atlanta verhuisd en de uitbreiding van 50 naar 100 man personeel wordt doorgezet, “crisis of niet. De Amerikaanse markt vraagt om meer dan we aankunnen.” Toch hoopt hij dat de gesprekken met een potentiele Nederlandse partner op korte termijn verder gaan. “Als het om kant-en-klare maaltijden gaat is er in Nederland zoveel meer know how. Kijk bijvoorbeeld maar eens wat je in een Albert Heijn allemaal tegenkomt.” Maar zelfs als de huidige financiële terugslag het topje van de ijsberg blijkt waardoor het onverhoops niet goed afloopt met dd Foodsolutions blijft de Groot geloven in het land van de onbegrensde mogelijkheden. “Ik red me wel.”

Met moderne technologie kan iedereen slagen in Amerika, aldus van Ess, zelfs wie fysiek in een ander land zit. “Vergeet echte winkels. Dat zijn musea waar jouw product is één van de velen is. Je levert een groot deel van je winst in en je bent verplicht allerlei contracten te tekenen. Totale bureaucratie. Hou het simpel: open een online winkel, of ga met Amazon in zee. Ze nemen zelfs mijn logistiek voor hun rekening.” Als voorwaarde voor digitaal succes is openheid van groot belang, zowel over het product als het bedrijf zelf. Van Ess noemt het “Go Product 2.0. Slimme mensen hielpen mij in hun vrije tijd omdat ze met hetzelfde probleem zaten. Als ik alle kennis voor mezelf had gehouden had niemand een vinger voor me uitgestoken.”

Kortom, Nederlandse ondernemers in Amerika zijn niet immuun voor de crisis. Maar dankzij hun koopmansgeest, creativiteit en flexibiliteit weten ze de nare gevolgen te beperken; en zij zien kansen waar anderen problemen zien. De karakteristieke Nederlandse directheid speelt ook een belangrijke rol. Dat er een crisis gaande is hoef je mensen niet te vertellen, aldus Zachariasse. “Maak duidelijk dat die niet jouw schuld is. Dat is het perfecte scenario voor een nieuw soort toekomst.”

Thursday, 22 January 2009

Amerikaanse teamgeest inspireert Nederlandse kinderneuroloog

Techniek wordt soms meer gewaardeerd dan klinisch redeneren en 'cover your ass' procedures zorgen voor overbodige kosten, bureaucratie en extra patiëntbelasting.

Jurriaan Peters, kinderneuroloog in opleiding aan Harvard Medical School, voelt zich desondanks in het Children's Hospital Boston als een vis in het water. “De leercurve is steil, het speelveld is groot en ik werk samen met iconen uit het vak.” Zonder Belgische basiskennis en Nederlands neurologisch denken was zijn Amerikaanse avontuur echter niet van de grond gekomen.

Zijn uitloting in Nederland was achteraf gezien een zegen. Peters week noodgedwongen uit naar België en kreeg aan de Katholieke Universiteit van Leuven “een Spartaanse opleiding. Het was voornamelijk uit het hoofd leren en eens per jaar per vak één op één met je professor schriftelijk en mondeling tentamen. Maar het was een verrijking.” In België kwam hij ook voor het eerst in aanraking met het EEG, een onderwerp dat hem direct fascineerde. En het was de Belgische kinderneuroloog professor Lieven Lagae die hem aan het einde van zijn studie op neurofysiologisch onderzoek aan Harvard wees. “Ik wilde er op uit na vijf jaar België, nog vóór mijn co-schappen zouden beginnen. En uiteindelijk wilde ik terug naar Nederland. Maar omdat je daar, anders dan in België, al vroeg aangemoedigd wordt te netwerken en aan je CV te werken was dit onderzoek een uitstekende manier om die lacunes te vullen.”

In Boston stortte Peters zich op zijn onderzoek. Dat laat zich raden: hij kon niet veel anders. “Ik had mezelf gratis aangeboden. Ik had wel een studiebeurs, maar verder geen inkomen, geen auto en ik woonde in een bezemkast.” Spijt had hij geen moment: hij kon samenwerken met Frank Duffy, de grondlegger van het kwantitatieve EEG en pikte zodoende de liefde voor de signaalverwerkingstechnieken van het EEG op.

Peters nam zich voor om ooit terug te komen en hield daartoe het contact met Boston warm; eerst tijdens zijn co-schappen in België, en vervolgens vanuit Nederland, waar hij in het VUMC als AGNIO kort met hoogleraar klinische neurofysiologie Cees Stam samenwerkte. In 2003 kreeg hij een opleidingsplaats neurologie in het HagaZiekenhuis in Den Haag. Daar begon “een vruchtbare periode” waarin Peters - met inmiddels hoogleraar klinische neurofysiologie Michel van Putten - onder andere neuro-monitoring met het EEG tijdens carotis chirurgie onderzocht.

In 2004 zette een telefoontje vanuit Harvard Medical School Peters' leven op zijn kop. “Professor Blaise Bourgeois van de Division of Epilepsy and Clinical Neurophysiology opperde dat ik zou solliciteren naar hun kinderepilepsie fellowship van 2006. Mijn eerste reactie was dat ik mijn opleiding nog niet had afgerond. 'But a leopard doesn’t change its spots' zei hij. Zijn vertrouwen en de overtuiging dat ik de toelatingsexamens ook wel zou halen was vleiend, maar legde een behoorlijke druk op me.” Afgezien van de strenge sollicitatieprocedure moest Peters echter ook het HagaZiekenhuis overhalen hem te laten vertrekken. Zijn opleider Bas de Bruijn gaf hem niet alleen toestemming; hij steunde ook het meetellen van het fellowship in zijn Nederlandse opleiding. “Dat was super. Hij zat per slot van rekening door mijn vertrek opeens met een gat.”

De omschakeling naar het Children's Hospital Boston verliep redelijk probleemloos, zegt Peters, “alhoewel ik natuurlijk alle klassieke beginnersfouten maakte. “Ik duidde een collega als 'that cute one.' Ik bedoelde er uiteraard niets anders mee dan dat ik niet meer wist hoe ze heette, maar in politiek correct Amerika kan je dergelijke predikaten beter achterwege laten.” Dat er zwaar geleund wordt op technische oplossingen was ook nieuw. “Enerzijds is het prachtig. Zelfs speciaal aanvullend onderzoek in een andere staat laten doen is geen probleem.” Anderzijds ondermijnt het geloof in techniek het klinisch redeneren, zegt hij. “Dat wordt met name door de jongere generatie onderschat. Soms word ik hier nu al 'an old school neurologist' genoemd maar dat zie ik als een compliment.”

Ook maakt de hoeveelheid aan technische mogelijkheden Amerika's gezondheidszorg buitensporig duur. “Amerikanen zijn zo gefocused op 'the latest technique' dat patiënten uit zichzelf om meer onderzoek vragen. En omdat ook men beducht is op claims worden er vaak onnodige kosten gemaakt” Het gevolg, aldus Peters, is dat men defensief te werk gaat. “Sommige dingen doe je puur 'CYA,' oftewel 'to cover your ass.'”

Het voordeel is dat men – wellicht nog meer dan in Nederland – erop gebrand is fouten te voorkomen. Dankzij het verplichte 'patient safety' beleid heeft iedere stap 'checks and balances' – net als bij een vliegmaatschappij. Zo bestaat er bijvoorbeeld voor elke ingreep een 'time out.' “Iedereen maakt dan een pas op de plaats totdat minimaal twee 'identifiers' de patiënt's identiteit bevestigd hebben. Daarna wordt de geplande procedure door het hele team geverifieerd en gedocumenteerd.”

De extra moeite loont, zegt Peters, want er gaat zelden iets fout. Dat kan het ziekenhuis, verbonden aan één van Amerika's meest prestigieuze universiteiten, zich ook niet veroorloven. “Soms komen buitenlandse patiënten in hun privé-jet aanvliegen.” Maar dat blijven uitzonderingen. “Het lijkt hier eigenlijk op Den Haag. Naast de 'high society' komen hier ook mensen voor wie een afspraak om 08:00 `s ochtends onmogelijk is omdat de bus dan nog niet rijdt.”

De kans dat hij naar Nederland teruggaat acht Peters op dit moment klein. Hij is onlangs getrouwd en heeft met zijn Amerikaanse vrouw een huis in de buurt van Boston gekocht. En hij geniet van de Amerikaanse energieke teamgeest in het ziekenhuis. “Dat geloof in de missie en de prestatiedrang zie je tot aan de bewaking aan toe. Je bent hier wat je doet, ook buiten werktijd.” Dat maakt de werksfeer soms minder persoonlijk, zegt hij, maar de hoogstaande professionaliteit maakt dat ruimschoots goed. “Je wordt afgerekend op wat je doet. Ik kan in deze ‘meritocracy’ iets opbouwen zonder dat ik als 'Europeaan' of 'Hollander' word neergezet.”

Volledig veramerikaniseren zal Peters echter niet. Zo zal hij zijn Nederlandse pragmatische aanpak en Haagse solide manier van denken niet kunnen missen. En ook zijn bescheidenheid blijft zijn komaf tekenen. “Ik weet niet of ik in Nederland ' a big fish in a small pond' zou worden, maar in Amerika ben ik absoluut 'a small fish.' Maar wel één in 'a very big pond.'”

War on Errors

Hij is nog geen 50 uur president en nu is Obama's boodschap van 'change' al waarneembaar. Helaas blijft in Den Haag alles bij het oude.

Obama nam vandaag duidelijk afstand van Bush's politiek. Hij tekenende een executive order die de gevangenis in Guantanamo Bay binnen een jaar moet sluiten, herhaalde zijn belofte dat "The US doesn`t torture" en bezocht het ministerie van Buitenlandse Zaken om Amerika's hernieuwde aandacht voor diplomatieke oplossingen kracht bij te zetten.

Ook benadrukte hij dat Amerika de gevaren van de 21ste eeuw niet alleen kan oplossen. Maar die opmerking lijkt Den Haag - met de weigering gevangenen uit Guantanamo Bay over te nemen - te negeren.

Wat is het geval? Zestig gevangenen op Guantanamo Bay, waarvan vaststaat dat zij ten onrechte zijn opgepakt, kunnen niet van de Amerikaanse basis vertrekken. Dit is omdat hun veiligheid in eigen land niet gegarandeerd is en Amerikaanse antiterrorismewetten toelating tot de Verenigde Staten uitsluiten.

Nederland kan hier een helpende hand toesteken: Amerika is zo verstrikt in het door henzelf gecreëerde juridische web, dat het land zonder internationale hulp niet in staat is op korte termijn van Guantanamo Bay af te komen. Obama kan de gevangenis wel binnen een jaar willen sluiten, maar dat zal hem voorlopig niet lukken. Zo zal alleen al het aanpassen van bestaande wetgeving jaren vergen.

Als boegbeeld van de internationale rechtsorde en zetel van het Internationale Strafhof had Nederland eerder en duidelijker stelling kunnen nemen tegen het wetgevend kunsten vliegwerk van de regering-Bush. Zelfs na de verkapte introductie van 'marteling' en het omzeilen van de Geneefse Conventie bleef het in Den Haag opvallend stil, ook toen het Amerikaanse Hooggerechtshof die wetgeving tot driemaal toe als ongrondwettelijk afwees.

Dat bondgenoot Amerika de gevangenis zo snel mogelijk sluit is in het belang van het Westen, en dus ook van Nederland. Guantanamo Bay is iedere democratische rechtsstaat een gruwel. Bovendien is het een belangrijke bron van terechte woede in islamitische kringen. Hoe eerder de regering-Obama dat kan verhelpen, hoe beter.

De Tweede Kamer en de coalitiepartijen CDA, PvdA, ChristenUnie en de SP, PVV, SGP blijven echter bij het punt dat het een Amerikaans probleem is, dat Amerika zelf moet oplossen. Maar het blijft volgens staatssecretaris Frans Timmermans (Europese Zaken) wel belangrijk dat de EU de dialoog met de Amerikanen niet uit de weg gaat.

Met deze Nederlandse 'wel praten, maar vooral geen actie' aanpak schiet niemand iets op. Obama kan politieke schade oplopen, onschuldigen blijven vastzitten en Guantanamo Bay blijft als propaganda inzetbaar. Bovendien is het argument dat ieder land zijn eigen problemen moet oplossen onzin. Waarom steunde Nederland anders de inval in Irak? Waarom zitten er Nederlandse troepen in Afghanistan?

The War on Terror is voorbij en een nieuwe strijd is losgebarsten: the War on Errors. En het is tijd dat Nederland partij kiest.

Wednesday, 21 January 2009

President...of niet?

Obama's hakkelende presidentiële eedsaflegging betekende meer dan een ongemakkelijk televisiemoment. Strikt genomen veroorzaakte hij een constitutionele crisis.

Volgens de Amerikaanse Grondwet moet de aanstaande president de 35 woorden tellende eed afleggen precies zoals zij die voorschrijft. Dat lukte dinsdag niet – met dank aan Opperrechter John Roberts Jr. Zo zei Obama dat hij “will execute the office of president of the United States faithfully,”in plaats van te zweren dat hij “will faithfully execute the office of President of the United States,”

Dit was niet de eerste keer dat de eed gemaltraiteerd wordt. Ook presidenten Calvin Coolidge (1923-1929) en Chester A. Arthur (1881-1885) struikelden over de woorden. En om het zekere voor het onzekere te nemen legden zij de eed later opnieuw af.

Hoogleraar grondrechten Jonathan Turley verwacht dat Obama dat inmiddels ook heeft gedaan; zo niet, dan raadt hij hem dat alsnog te doen. “If he doesn't, there are going to be people who for the next four years are going to argue that he didn't meet the constitutional standard.”

Number 44 in da House

Voor Koninginnedag was het te uitgelaten, voor een EK voetbal te betekenisvol; en voor Oud en Nieuw te uniek. De sfeer in DC gister was met weinig te vergelijken en lastig te omschrijven. Waarschijnlijk omdat dit soort gebeurtenissen zich zelden voor doen.

Op nog geen vijf minuten van mijn huis ligt het Capitool; en daar was het voor acht uur `s ochtends al drukker dan ik het ooit gezien had.

Voor wie nog geen T-shirt, pet, muts, button, sjaal, vlag,tas of andere 'stuff' Obama's naam of foto had, dit was de dag om je slag te slaan. Groot verschil met grote Nederlandse evenementen: de hoeveelheid kinderen. Als het even kon had men en masse nageslacht meegenomen ondanks het stroller verbod in de zogenaamde 'safe areas.' Maar de dag leek het meer uitbundig gevierd te worden door zwart Amerika. Obama's inaugeratie was voor velen de gelegenheid alles uit de kast te halen.


Met dank aan vrienden van vrienden een zeer geschikte plek aan Pennsylvania Avenue gevonden vanwaar de problematiek rondom de veiligheidspoortjes te komen goed bestudeerd kon worden.
Maar het meeste geluk hadden wij dat the First Couple voor onze neus de auto besloot te verlaten. Dat wij dit vanaf de 14de verdieping bekeken mocht de pret niet drukken; en wie goed, heel goed kijkt, ziet de gele jas van Michelle, en naast haar Number 44.

Friday, 9 January 2009

Change for Sale

Politici die marketingtechnieken hanteren zijn bekend. Multinationals die inhaken op verkiezingsslogans, dat is nieuw. Een ontwikkeling die niet zonder risico's is.

Pepsi was altijd al “the choice of a new generation,” maar geeft met Obama's winst een nieuwe draai aan die boodschap. Via refresheverything.com worden consumenten nu aangespoord om te kiezen voor “change.” Bezoekers van de site kunnen video's uploaden - “no matter who you voted for – met een bericht voor “the man who is about to refresh America.” Ook heeft de frisdrankgigant het logo zo aangepast dat het als twee druppels cola op Obama's verkiezingslogo lijkt. En door in reclame's de woorden “optimism” en “together” te gebruiken haakt Pepsi in op Obama's campagnethema “hope.”

De Zweedse meubelgigant Ikea hoopt uit de praktische aspecten van Obama's winst een slaatje te slaan. Naast de leiding over de “Free World” en de lanceercodes voor Amerika's kernarsenaal krijgt Obama immers ook de sleutels van een nieuw huis. En is een verhuizing niet het moment om eens lekker wat nieuwe Billy kasten en Björn matrassen aan te schaffen? De site embracechange09.com nodigt bezoekers uit om “verandering te omarmen” nu het Witte Huis nieuwe bewoners krijgt; er is zelfs een filmpje waaron twee verhuizers een uit-de-mode-geraakte bank uit the Oval Office tillen.

De vraag is of dit slimme campagnes zijn. Zo stemden er bijvoorbeeld 47 miljoen Amerikanen op Obama's Republikeinse tegenstander John McCain. De kans dat zij Pepsi drinkend een Billy in elkaar willen schroeven is onwaarschijnlijk. Ook kan de vercommersialisering van Obama's boodschap supporters in het verkeerde keelgat schieten. En wat als hij over een tijd net zo impopulair is als George W. Bush nu?

Zeker is dat het speelveld dankzij Pepsi en Ikea groter is geworden. Marketeers en reclamemakers dienen vanaf nu iedere politieke verkiezingsstrijd op de voet te volgen voor eventuele inhaak-campagnes. Hiermee is niet gezegd dat iedere politicus en elke boodschap even bruikbaar is. Immers, “the choice of a new generation” zou met de winst van de 72-jarige McCain een volkomen andere strekking gekregen hebben.

Tuesday, 6 January 2009

Dit gelooft geen hond

Na een veel te lange winterbreak is het politieke comedy programma "The Daily Show" terug. En hoe.

In de eerste uitzending van het nieuwe jaar wist presentator Jon Stewart CNN anchor man Anderson Cooper zo ver te krijgen om een "puppedential debat" te verzorgen. De inzet: wie wordt de nieuwe hond van de Obama's? De uitkomst is verrassender dan je denkt.

Monday, 5 January 2009

McMedia

Voor wie het nog niet wist: het gaat goed niet de Amerikaanse kranten-industrie. En voor het al wel wist: het is erger dan je denkt. Wordt 2009 het jaar van de 'McMedia?'

Voor het eerst in haar bestaan gaat de New York Times (NYT) reclames op de voorpagina plaatsen. Geen gekke beslissing: de 'Grey Lady' kampt met een schuld van zo`n $400 miljoen. Of het veel uitmaakt is de vraag. De krant draait zo slecht dat de eigenaren ook een extra hypotheek op het New Yorkse hoofdkantoor overwegen. En wie in de huidige Amerikaanse vastgoedmarkt dergelijke plannen heeft moet de wanhoop wel heel nabij zijn. Reden voor The Wall Street Journal om de NYT in een Top Tien te plaatsen van bedrijven die het einde van 2009 hoogstwaarschijnlijk niet gaan halen.

Ondertussen liggen de kopers al op de loer. Zo zou Rupert Murdoch's News Corp – eigenaar van onder andere Fox News, The Wall Street Journal en The New York Post – interesse in de NYT hebben.

“Dat is marktwerking: eten of gegeten worden.” Enerzijds een terechte opmerking, zeker in een land als Amerika dat gefundeerd is op dat principe. Anderzijds dreigt het gevaar van marginalisatie, eenzijdige berichtgeving en voorspelbaar nieuws. De NYT is namelijk niet de enige die in zwaar weer verkeert.

Met alle kranten in handen van een paar partijen zijn kosten te drukken als alle publicaties dezelfde artikelen gebruiken. Eigenaren kunnen bepaalde verhalen opdringen danwel onderdrukken om de verkoop te stimuleren. Zolang kranten verschillende onderwerpen en invalshoeken hanteren kan het publiek zijn eigen mening bepalen. Zegt iedereen hetzelfde dan kunnen opinies snel de vorm van feiten aannemen.

In zijn boek “Generation X” noemt de Canadese schrijver Douglas Coupland saaie, uitzichtloze banen 'McJobs.' Karakterloze pre-fab eenheidsworsthuizen heten in Amerika McMansions. Een 'McLife” is volgens Urbandictionary.com “a situation worse than death.” Zodra de kranten-industrie nieuwsgierigheid en creativiteit ondergeschikt maakt aan de voorspelbaarheid van de jaarcijfers is de komst van de 'McMedia' slechts een kwestie van tijd.