Techniek wordt soms meer gewaardeerd dan klinisch redeneren en 'cover your ass' procedures zorgen voor overbodige kosten, bureaucratie en extra patiëntbelasting.
Jurriaan Peters, kinderneuroloog in opleiding aan Harvard Medical School, voelt zich desondanks in het Children's Hospital Boston als een vis in het water. “De leercurve is steil, het speelveld is groot en ik werk samen met iconen uit het vak.” Zonder Belgische basiskennis en Nederlands neurologisch denken was zijn Amerikaanse avontuur echter niet van de grond gekomen.
Zijn uitloting in Nederland was achteraf gezien een zegen. Peters week noodgedwongen uit naar België en kreeg aan de Katholieke Universiteit van Leuven “een Spartaanse opleiding. Het was voornamelijk uit het hoofd leren en eens per jaar per vak één op één met je professor schriftelijk en mondeling tentamen. Maar het was een verrijking.” In België kwam hij ook voor het eerst in aanraking met het EEG, een onderwerp dat hem direct fascineerde. En het was de Belgische kinderneuroloog professor Lieven Lagae die hem aan het einde van zijn studie op neurofysiologisch onderzoek aan Harvard wees. “Ik wilde er op uit na vijf jaar België, nog vóór mijn co-schappen zouden beginnen. En uiteindelijk wilde ik terug naar Nederland. Maar omdat je daar, anders dan in België, al vroeg aangemoedigd wordt te netwerken en aan je CV te werken was dit onderzoek een uitstekende manier om die lacunes te vullen.”
In Boston stortte Peters zich op zijn onderzoek. Dat laat zich raden: hij kon niet veel anders. “Ik had mezelf gratis aangeboden. Ik had wel een studiebeurs, maar verder geen inkomen, geen auto en ik woonde in een bezemkast.” Spijt had hij geen moment: hij kon samenwerken met Frank Duffy, de grondlegger van het kwantitatieve EEG en pikte zodoende de liefde voor de signaalverwerkingstechnieken van het EEG op.
Peters nam zich voor om ooit terug te komen en hield daartoe het contact met Boston warm; eerst tijdens zijn co-schappen in België, en vervolgens vanuit Nederland, waar hij in het VUMC als AGNIO kort met hoogleraar klinische neurofysiologie Cees Stam samenwerkte. In 2003 kreeg hij een opleidingsplaats neurologie in het HagaZiekenhuis in Den Haag. Daar begon “een vruchtbare periode” waarin Peters - met inmiddels hoogleraar klinische neurofysiologie Michel van Putten - onder andere neuro-monitoring met het EEG tijdens carotis chirurgie onderzocht.
In 2004 zette een telefoontje vanuit Harvard Medical School Peters' leven op zijn kop. “Professor Blaise Bourgeois van de Division of Epilepsy and Clinical Neurophysiology opperde dat ik zou solliciteren naar hun kinderepilepsie fellowship van 2006. Mijn eerste reactie was dat ik mijn opleiding nog niet had afgerond. 'But a leopard doesn’t change its spots' zei hij. Zijn vertrouwen en de overtuiging dat ik de toelatingsexamens ook wel zou halen was vleiend, maar legde een behoorlijke druk op me.” Afgezien van de strenge sollicitatieprocedure moest Peters echter ook het HagaZiekenhuis overhalen hem te laten vertrekken. Zijn opleider Bas de Bruijn gaf hem niet alleen toestemming; hij steunde ook het meetellen van het fellowship in zijn Nederlandse opleiding. “Dat was super. Hij zat per slot van rekening door mijn vertrek opeens met een gat.”
De omschakeling naar het Children's Hospital Boston verliep redelijk probleemloos, zegt Peters, “alhoewel ik natuurlijk alle klassieke beginnersfouten maakte. “Ik duidde een collega als 'that cute one.' Ik bedoelde er uiteraard niets anders mee dan dat ik niet meer wist hoe ze heette, maar in politiek correct Amerika kan je dergelijke predikaten beter achterwege laten.” Dat er zwaar geleund wordt op technische oplossingen was ook nieuw. “Enerzijds is het prachtig. Zelfs speciaal aanvullend onderzoek in een andere staat laten doen is geen probleem.” Anderzijds ondermijnt het geloof in techniek het klinisch redeneren, zegt hij. “Dat wordt met name door de jongere generatie onderschat. Soms word ik hier nu al 'an old school neurologist' genoemd maar dat zie ik als een compliment.”
Ook maakt de hoeveelheid aan technische mogelijkheden Amerika's gezondheidszorg buitensporig duur. “Amerikanen zijn zo gefocused op 'the latest technique' dat patiënten uit zichzelf om meer onderzoek vragen. En omdat ook men beducht is op claims worden er vaak onnodige kosten gemaakt” Het gevolg, aldus Peters, is dat men defensief te werk gaat. “Sommige dingen doe je puur 'CYA,' oftewel 'to cover your ass.'”
Het voordeel is dat men – wellicht nog meer dan in Nederland – erop gebrand is fouten te voorkomen. Dankzij het verplichte 'patient safety' beleid heeft iedere stap 'checks and balances' – net als bij een vliegmaatschappij. Zo bestaat er bijvoorbeeld voor elke ingreep een 'time out.' “Iedereen maakt dan een pas op de plaats totdat minimaal twee 'identifiers' de patiënt's identiteit bevestigd hebben. Daarna wordt de geplande procedure door het hele team geverifieerd en gedocumenteerd.”
De extra moeite loont, zegt Peters, want er gaat zelden iets fout. Dat kan het ziekenhuis, verbonden aan één van Amerika's meest prestigieuze universiteiten, zich ook niet veroorloven. “Soms komen buitenlandse patiënten in hun privé-jet aanvliegen.” Maar dat blijven uitzonderingen. “Het lijkt hier eigenlijk op Den Haag. Naast de 'high society' komen hier ook mensen voor wie een afspraak om 08:00 `s ochtends onmogelijk is omdat de bus dan nog niet rijdt.”
De kans dat hij naar Nederland teruggaat acht Peters op dit moment klein. Hij is onlangs getrouwd en heeft met zijn Amerikaanse vrouw een huis in de buurt van Boston gekocht. En hij geniet van de Amerikaanse energieke teamgeest in het ziekenhuis. “Dat geloof in de missie en de prestatiedrang zie je tot aan de bewaking aan toe. Je bent hier wat je doet, ook buiten werktijd.” Dat maakt de werksfeer soms minder persoonlijk, zegt hij, maar de hoogstaande professionaliteit maakt dat ruimschoots goed. “Je wordt afgerekend op wat je doet. Ik kan in deze ‘meritocracy’ iets opbouwen zonder dat ik als 'Europeaan' of 'Hollander' word neergezet.”
Volledig veramerikaniseren zal Peters echter niet. Zo zal hij zijn Nederlandse pragmatische aanpak en Haagse solide manier van denken niet kunnen missen. En ook zijn bescheidenheid blijft zijn komaf tekenen. “Ik weet niet of ik in Nederland ' a big fish in a small pond' zou worden, maar in Amerika ben ik absoluut 'a small fish.' Maar wel één in 'a very big pond.'”
Thursday, 22 January 2009
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment