Thursday 20 August 2009

Meer fictie dan feiten

In Nederland ontstond onlangs ophef over een interview met vier advocaten die felle kritiek uitten op officier van justitie Koos Plooij. Komen zulke conflicten in Amerika's strafrechtadvocatuur ook voor?

Het vooroordeel wil dat in Amerika alles extremer is; als het op conflicten tussen advocaten en het Openbaar Ministerie aankomt blijkt de Amerikaanse praktijk vergeleken bij Nederland mee te vallen. Verschillen in juridische structuur en cultuur zijn hier debet aan.

Hoe gek het ook klinkt, de wereld van de strafrechtadvocatuur in Amerika is kleiner dan die in Nederland, zegt Jan Joosten, partner bij het New Yorkse advocatenkantoor Hughes Hubbard & Reed. “Hier wisselen mensen vaak van 'private practice' naar 'prosecution', en omgekeerd. Het is een 'revolving door.' Wie in Nederland eenmaal officier van justitie is wordt niet snel advocaat. Een overstap van het OM naar de advocatuur haalt bij wijze van spreken de voorpagina.”

Deze kruisbestuiving zorgt voor een grote mate van collegialiteit in de wereld van het Amerikaanse strafrecht: men kent elkaar en begrijpt elkaars positie.

Dit wordt versterkt doordat advocaten en leden van het OM lid zijn van dezelfde balie. Laatstgenoemden zijn aan de tuchtrechtelijke regels van de advocatuur onderworpen en klachten worden door dezelfde tuchtrechter behandeld.

Tot slot heeft het Amerikaanse gebruik van 'the plea bargain' een positief effect op het vermijden van conflicten, aldus Joosten. “Het is daarbij uitermate belangrijk dat de advocaat en de officier van justitie elkaar kunnen vertrouwen en tot een ‘deal’ kunnen komen. Wie onbetrouwbaar is of niet goed samenwerkt zal niet veel succes boeken -- of hij nu advocaat of officier is .”

Hiermee is niet gezegd dat conflicten in Amerika niet voorkomen. Met name bij zaken die de media breed uitmeten kunnen de spanningen hoog oplopen. Zo vlogen bij de fraudezaak tegen het managementteam van het energieconcern Enron de beschuldigingen over en weer. Volgens Enron's advocaten was de manier waarop medewerkers van accountantsbureau Arthur Andersen behandeld waren om verklaringen tegen hun cliënten af te leggen “pure intimidation.” Het OM vond deze aanklacht een “schandalige poging” tot zwartmakerij.

In de zaak tegen de van moord verdachte voormalige American football speler O.J. Simpson noemde de verdediging een getuige “a genocidal racist” en “Hitler.” Volgens het OM speelde de verdediging bewust in op het verschil tussen hoe blank en zwart Amerika dachten over O.J.'s betrokkenheid bij de dubbele moord; en hun insinuatie dat de jury mede-verantwoordelijk zou zijn voor rassenrellen als O.J. schuldig zou worden bevonden was niets anders dan “a race card scare tactic.” Op haar beurt stelde de verdediging dat het OM alleen “a black face” aan zijn team had toegevoegd om de jury te beïnvloeden – wat de officier in kwestie afdeed als “the equivalent of publicly being called a nigger.”

En in het proces tegen Michael Jackson, verdacht van kindermisbruik, zei diens advocaat dat het OM “not objective” was. “They try to prove theories that are absurd. And they try to demonize him.”

De hardste aantijgingen bewaart men voor die zaken waarbij de verdachten politici zijn. De president benoemt de 'federal prosecutors' maar de 'district attorneys' worden gekozen. Voor hen is een proces tegen een politicus van de andere partij een goede gelegenheid zich te profileren.

Ook kunnen processen en veroordelingen gevolgen hebben totaan de nationale politiek –zoals in het geval van de Republikeinse senator van Alaska die verdacht werd van het aannemen van steekpenningen. De startdatum van het proces – tijdens zijn herverkiezingscampagne – en het opvoeren van “irrelevant and prejudicial evidence” waren volgens zijn advocaten “an obvious attempt to smear the senator's character,” louter bedoeld om zijn tegenstander te bevoordelen.

Deze zaken zijn echter uitzonderingen. Over het algemeen gaat het er in Amerika minder hard aan toe dan wij in Nederland zouden verwachten -- waar een groot land klein in kan zijn.

(Dit artikel verschijnt volgende maand in het Advocatenblad)

No comments: