Read all about it! Televisie zal dit jaar voor het eerst in de Amerikaanse geschiedenis meer reclamegeld incasseren dan kranten. Het is het einde van een tijdperk: sinds de 18de eeuw waren kranten op dit vlak oppermachtig. Maar vooralsnog hoeven geen medelijden te ze hebben.
Daarmee is echter niet gezegd dat televisieproducenten rustig achterover kunnen leunen. Volgens het onderzoek van Veronis Suhler Stevenson is het na de Olympische Spelen en de presidentsverkiezingen afgelopen met hun gouden tijden. De investeringsmaatschappij berekende dat hun jaarlijkse groei de komende vier jaar met 2.6 procent weliswaar indrukwekkend is – zeker vergeleken met de 2.8 procent afname voor print media – maar die valt in het niet bij de opmars van online reclame.
De verwachting is dat Internet reclame tot 2010 ieder jaar met 18.9 procent stijgt. In 2011 pakt Internet $59.8 miljard, televisie $51.2 miljard en kranten $43.7 miljard aan reclame inkomsten, aldus het VSS onderzoek.
Een deel van dat geld stroomt natuurlijk weer terug in de zakken van de krantenmakers. Hoewel het langer duurde voordat ze hun online zaakjes op orde hadden, ziet de toekomst er voor de grote jongens - New York Times, Washington Post, Wall Street Journal -goed uit, volgens de directeur van VSS. “They have strong brands that are revenue-generating machines.”
Niet iedereen kan meekomen in deze revolutie. Kleine lokale kranten zullen de komende jaren het loodje leggen. Fossiele journalisten zullen weemoedig over vroeger gaan praten. Klaagzangen over “het einde van de integriteit” en “de bedreiging van journalistieke onafhankelijkheid.”
Goede journalisten passen zich aan. Meer geld naar online media betekent een stijgende vraag naar interessante verhalen en vers-van-de-pers scoops. Wie dat niet begrijpt gebruikt 18de eeuwse business modellen.
Monday, 11 August 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment