Ook toevallig: de dag dat televisieprogramma Radar laat zien hoe makkelijk een ziekte is te verzinnen oordeelt een Amerikaanse rechtbank over Kevin Trudeau, de geneesgoeroe die voor alles een medicijn heeft.
Voor wie de uitzending miste: Radar onderzocht symptoomreclame, een methode waarbij een onschuldig ongemak gepromoveerd wordt tot een veel voorkomende aandoening die met pillen behandeld moet worden. Radar's keus was op winderigheid gevallen. Via een website en folders in huisartspraktijken werd de kwaal opgeklopt; een een fictief pr-bureau legde contact met de media -- Santé en Libelle wilden al artikelen aan winderigheid wijden en tegen betaling zou een soap de site 'hetluchtop.nl' noemen.
Ook haalde het onderwerp onder andere de Volkskrant, AD, Trouw en persbureau ANP. Radar's voorlopige conclusie, “Het is heel makkelijk om een nieuwe ziekte te promoten. Opvallend is ook dat journalisten, ook van kwaliteitskranten, zonder noemenswaardige controle berichten overnemen.”
Winderigheid is niet Kevin Trudeau's expertise per se; maar geef de man een paar uur en hij komt ongetwijfeld met een oplossing. Net zoals hij medicijnen vond tegen kanker, AIDS, pijn, haarverlies, dislexie, schulden en overgewicht. Trudeau is geen wonderdokter, zegt hij zelf in infomercials die als talkshow interviews zijn opgezet. Hij vertelt alleen wat de overheid en het bedrijfsleven geheim willen houden, omdat zij “zieke, ongelukkige mensen nodig hebben om hun afzet te garanderen.”
Trudeau's werkwijze werd getolereerd tot zijn boek “The Weight Loss Cure 'They' Don't Want You to Know About” verscheen. Dat dieet – 500 calorieën per dag en hormooninjecties - kon gevaarlijk zijn en was het tegenovergestelde van zijn claim “easy and cheap.” Inmiddels mag Trudeau zijn boek van de rechter niet langer promoten.
Voor Amerikaanse begrippen gaat dat ver: symptoomreclame is hier dagelijkse kost. Gelukkig is daar over het algemeen makkelijk doorheen te prikken – kijk bijvoorbeeld naar Trudeau's onderstaande interview. Dat wordt lastiger als CNN, de New York Times en de Washington Post er serieuze aandacht aan zouden besteden. Het is daarom te hopen dat Radar's test vooral besproken wordt op de redacties van de zogenaamde kwaliteitskranten en als leidraad gaat gelden hoe journalistiek niet bedreven wordt.
VIDEO: Kevin Trudeau licht een tipje van de sluier op
Monday, 31 August 2009
Sunday, 30 August 2009
Senator Kennedy herdacht in DC
Thursday, 27 August 2009
Doorpleiten ondanks hartaanval
Michael Lukehart, strafadvocaat in Californië neemt zijn werk niet flauwhartig op.
Zijn eerste bestemming toen hij op een ochtend wakker werd met een stekende pijn in zijn borst? De rechtbank, om zijn eindpleidooi te geven in de zaak van een cliënt die verdacht werd van moord en lidmaatschap van een criminele organisatie.
Achteraf bezien onverstandig, erkent Lukehart, die inmiddels weer aan het werk is, maar hij wilde niemand teleurstellen. "Na verloop van tijd raak je zo gefocused op een zaak dat niets of niemand je ervan kan weerhouden om een proces af te maken."
Anderzijds begrijpt Lukehart dat hij veel geluk heeft gehad. "Iedere dokter die mijn verhaal hoort, zal mijn beslissing afkeuren. Bij hartaanvallen bepalen minuten het verschil tussen leven en dood." Na afloop van de zitting ging Lukehart eindelijk naar het ziekenhuis waar in één van zijn aderen een bloedpropje werd aangetroffen. Dat is inmiddels operatief verwijderd en de doktoren verwachten een volledig herstel.
Gelukkig was Lukeharts toewijding niet tevergeefs, "Mijn client is vrijgesproken van moord."
(Dit artikel verscheen eerder in de Orde van de dag, een uitgave van de Nederlandse Orde van Advocaten en Elsevier Juridisch.)
Zijn eerste bestemming toen hij op een ochtend wakker werd met een stekende pijn in zijn borst? De rechtbank, om zijn eindpleidooi te geven in de zaak van een cliënt die verdacht werd van moord en lidmaatschap van een criminele organisatie.
Achteraf bezien onverstandig, erkent Lukehart, die inmiddels weer aan het werk is, maar hij wilde niemand teleurstellen. "Na verloop van tijd raak je zo gefocused op een zaak dat niets of niemand je ervan kan weerhouden om een proces af te maken."
Anderzijds begrijpt Lukehart dat hij veel geluk heeft gehad. "Iedere dokter die mijn verhaal hoort, zal mijn beslissing afkeuren. Bij hartaanvallen bepalen minuten het verschil tussen leven en dood." Na afloop van de zitting ging Lukehart eindelijk naar het ziekenhuis waar in één van zijn aderen een bloedpropje werd aangetroffen. Dat is inmiddels operatief verwijderd en de doktoren verwachten een volledig herstel.
Gelukkig was Lukeharts toewijding niet tevergeefs, "Mijn client is vrijgesproken van moord."
(Dit artikel verscheen eerder in de Orde van de dag, een uitgave van de Nederlandse Orde van Advocaten en Elsevier Juridisch.)
Wednesday, 26 August 2009
Lehman's rekening: $100 miljoen exclusief fooi
Voor het Amerikaanse advocatenkantoor Weil, Gotshal & Manges was de ondergang van Lehman Brothers geen einde, maar een nieuw begin.Onlangs stuurde WGM hun tweede factuur – “86.000 billable hours” - waardoor zij tot nu toe al meer dan $100 miljoen aan het faillissement van de zakenbank verdienden. En het eind van hun juridische hand- en spandiensten is nog lang niet in zicht.
Deze tweede rekening beslaat de maanden februari t/m mei en bedraagt in totaal $45.227.832,25. Oftewel, de 700 uur die WMG gedurende deze periode dagelijks schreef leverde hen $375.000,- per dag/ $15.625 per uur op. Het kantoor is zich ervan bewust dat het een fors bedrag is, zo leggen zij uit. “Maar gezien Lehman's 'global scope' is de hoeveel tijd die wij erin hebben gestoken gerechtvaardigd.” En “the complex nature of the many financial arrangements” vraagt nu eenmaal om experts die $1050,- per uur kosten.
Ook zorgde de zaak voor zoveel tot nu toe onbekende juridische problemen dat de advocaten tot het uiterste gedreven werden. “Maar zonder hun lange dagen, ontelbare 'long distance' vergaderingen en high tech onderzoek was het project niet van de grond gekomen.” Zo stak WMG's hardste werkpaard – medewerker Sunny Singh – maar liefst 988 uur in de zaak, werden meer dan 10.000 contracten doorgelicht en bracht men tientallen miljarden aan onroerend goed in binnen- en buitenland in kaart.
Hiernaast voerde WMG ook nog zo'n $1.2 miljoen op aan onkosten, een fooitje gezien de totale rekening. WMG slaagde erin deze post zo laag te houden door hun medewerkers op een strikt diëet te zetten: diners mochten maximaal $20,- kosten en “ late-night car service trips” niet meer dan $100,-.
Voordat WMG zijn geld kan verwachten moet de factuur worden goedgekeurd. Men gaat ervan uit dat dat geen problemen zal opleveren. De $45 miljoen is “loon naar werken,” overwerk wordt niet in rekening gebracht en de eerste rekening à $55 miljoen werd onlangs zowel door de faillissementsrechter in New York als president Obama's speciale adviseur goedgekeurd.
Het einde van WMG's werkzaamheden is zoals gezegd nog niet in zicht. De focus ligt nu op het verder ontrafelen van Lehman's onderdelen en die voor een zo hoog mogelijke prijs verkopen.En dat WMG goed is in wat ze doen bewijst de $3 miljard die ze tot nu toe hebben weten op te speuren – voor een lousy $100 miljoen exclusief fooi.
(Dit artikel is ook op www.925.nl gepubliceerd)
Deze tweede rekening beslaat de maanden februari t/m mei en bedraagt in totaal $45.227.832,25. Oftewel, de 700 uur die WMG gedurende deze periode dagelijks schreef leverde hen $375.000,- per dag/ $15.625 per uur op. Het kantoor is zich ervan bewust dat het een fors bedrag is, zo leggen zij uit. “Maar gezien Lehman's 'global scope' is de hoeveel tijd die wij erin hebben gestoken gerechtvaardigd.” En “the complex nature of the many financial arrangements” vraagt nu eenmaal om experts die $1050,- per uur kosten.
Ook zorgde de zaak voor zoveel tot nu toe onbekende juridische problemen dat de advocaten tot het uiterste gedreven werden. “Maar zonder hun lange dagen, ontelbare 'long distance' vergaderingen en high tech onderzoek was het project niet van de grond gekomen.” Zo stak WMG's hardste werkpaard – medewerker Sunny Singh – maar liefst 988 uur in de zaak, werden meer dan 10.000 contracten doorgelicht en bracht men tientallen miljarden aan onroerend goed in binnen- en buitenland in kaart.
Hiernaast voerde WMG ook nog zo'n $1.2 miljoen op aan onkosten, een fooitje gezien de totale rekening. WMG slaagde erin deze post zo laag te houden door hun medewerkers op een strikt diëet te zetten: diners mochten maximaal $20,- kosten en “ late-night car service trips” niet meer dan $100,-.
Voordat WMG zijn geld kan verwachten moet de factuur worden goedgekeurd. Men gaat ervan uit dat dat geen problemen zal opleveren. De $45 miljoen is “loon naar werken,” overwerk wordt niet in rekening gebracht en de eerste rekening à $55 miljoen werd onlangs zowel door de faillissementsrechter in New York als president Obama's speciale adviseur goedgekeurd.
Het einde van WMG's werkzaamheden is zoals gezegd nog niet in zicht. De focus ligt nu op het verder ontrafelen van Lehman's onderdelen en die voor een zo hoog mogelijke prijs verkopen.En dat WMG goed is in wat ze doen bewijst de $3 miljard die ze tot nu toe hebben weten op te speuren – voor een lousy $100 miljoen exclusief fooi.
(Dit artikel is ook op www.925.nl gepubliceerd)
Monday, 24 August 2009
Miller Lite's Tour of Duty
De Amerikaanse bierbrouwer SABMiller gaat in een paar maanden proberen te doen waar het Amerikaanse leger in bijna 20 jaar niet in geslaagd is: Vietnam veroveren. Eén overeenkomst tussen de grootmachten: beiden gebruiken een strategie die 30 jaar geleden in een ander land succesvol was.
Zonder te diep op Amerika's nationale nachtmerrie in te gaan bestond de strijd tegen de Viet Cong uit het veroveren en vasthouden van steden en het bombarderen van de vijand – een werkwijze die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Europa buitengewoon succesvol was. Sla er een willekeurige Vietnam film of 'Tour of Duty' aflevering op na en je ziet dat de situatie in Zuid-Oost Azië een ietwat anders verliep.
Terug naar SABMiller. De commercial die zij op het Vietnamese publiek gaan loslaten - “It's American Time, It's Miller Time”- is een remake van de 'Miller High Life' campagne die zij in de jaren `70 voor de Amerikaanse markt ontwikkelden. Die was toen een succes. Maar voor wie de afgelopen 30 jaar ook maar één andere bierreclame zag heeft de commercial - vol hippe youngsters en “Time to Make a Move” voice over - een baard zolang als die van Ho-Chi Minh.
Toch zijn de verwachtingen hooggespannen; en die komen niet uit de lucht vallen. Uit marktonderzoek blijkt dat Vietnamezen gek zijn op Amerika. “Het land straalt plezier en levenslust uit,” aldus SABMiller's marketing president in Vietnam, “en Amerikaanse merken staan voor gelijkheid.” Dat niemand zich de rol van Amerika als recente vijand en über-kapitalist lijkt te herinneren is ook niet gek: de gemiddelde leeftijd in Vietnam is 25 en voor de meesten is de oorlog iets uit de geschiedenisboeken.
Zo lijkt SABMiller goud in handen te hebben: een campagne die niet kan falen, publiek dat zich bij voorbaar gewonnen heeft gegeven en een fabrikant die uit een land komt dat verafgood wordt.
Toch denk ik dat Sabmiller's Vietnameze avontuur net zo'n mislukking wordt als die van het Amerikaanse leger: Miller bier is namelijk niet te drinken.
VIDEO: De Miller reclame die binnenkort in Vietnam te zien is
Zonder te diep op Amerika's nationale nachtmerrie in te gaan bestond de strijd tegen de Viet Cong uit het veroveren en vasthouden van steden en het bombarderen van de vijand – een werkwijze die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Europa buitengewoon succesvol was. Sla er een willekeurige Vietnam film of 'Tour of Duty' aflevering op na en je ziet dat de situatie in Zuid-Oost Azië een ietwat anders verliep.
Terug naar SABMiller. De commercial die zij op het Vietnamese publiek gaan loslaten - “It's American Time, It's Miller Time”- is een remake van de 'Miller High Life' campagne die zij in de jaren `70 voor de Amerikaanse markt ontwikkelden. Die was toen een succes. Maar voor wie de afgelopen 30 jaar ook maar één andere bierreclame zag heeft de commercial - vol hippe youngsters en “Time to Make a Move” voice over - een baard zolang als die van Ho-Chi Minh.
Toch zijn de verwachtingen hooggespannen; en die komen niet uit de lucht vallen. Uit marktonderzoek blijkt dat Vietnamezen gek zijn op Amerika. “Het land straalt plezier en levenslust uit,” aldus SABMiller's marketing president in Vietnam, “en Amerikaanse merken staan voor gelijkheid.” Dat niemand zich de rol van Amerika als recente vijand en über-kapitalist lijkt te herinneren is ook niet gek: de gemiddelde leeftijd in Vietnam is 25 en voor de meesten is de oorlog iets uit de geschiedenisboeken.
Zo lijkt SABMiller goud in handen te hebben: een campagne die niet kan falen, publiek dat zich bij voorbaar gewonnen heeft gegeven en een fabrikant die uit een land komt dat verafgood wordt.
Toch denk ik dat Sabmiller's Vietnameze avontuur net zo'n mislukking wordt als die van het Amerikaanse leger: Miller bier is namelijk niet te drinken.
VIDEO: De Miller reclame die binnenkort in Vietnam te zien is
Saturday, 22 August 2009
German American Bund krijgt steeds meer navolging
Het aantal rechtse milities in Amerika groeide de afgelopen maanden meer dan in de voorafgaande tien jaar. Onderzoekers wijten deze toename aan de verkiezing van president Obama. Het is niet de eerste keer dat een Amerikaans staatshoofd mikpunt is van rechts-extremisten.
Op bevel van Hitler werd in maart 1936 in de staat New York de German American Bund opgericht. Deze beweging, een samenraapsel van pro-nazi en antisemitische organisaties, bestond uit Amerikanen van Duitse komaf en uit Duitsland afkomstige immigranten. Bundesleiter Fritz Kuhn was een genaturaliseerde Amerikaan en ‘the country’s leading anti-Semite.’ In navolging van de Duitse nazibeweging organiseerde de Bund trainingskampen, optochten en bijeenkomsten vol vlaggen en toespraken.
Afgezien van zijn antisemitisme en uniformen had de Bund een typisch Amerikaanse agenda. De Bund zette in op het enthousiasmeren van het Amerikaanse publiek voor het nationaal-socialisme. Naarmate de oorlogsdreiging in Europa toenam voerde de Bund campagne voor neutraliteit en isolationisme.
Hoogtepunt voor Kuhn en de zijnen was 20 februari 1939. Ter gelegenheid van de verjaardag van Amerika’s eerste president George Washington verzamelden zich zo`n 20.000 sympathisanten in New York’s Madison Square Garden. Omringd door Amerikaanse vlaggen en swastika’s gaf Kuhn een toespraak waar zijn grote voorbeeld trots op kon zijn. Hij uitte felle kritiek op Amerika’s Joden en president Roosevelt’s ‘Jew Deal’ - een verwijzing naar diens economische New Deal-politiek. Washington kreeg daarentegen het dubieuze compliment ‘de eerste fascist’ uit de Amerikaanse geschiedenis te zijn.
Ironisch genoeg was dit hoogtepunt het begin van het einde. Tot dat moment namen de autoriteiten de beweging en haar 50.000 leden niet serieus; zij waren bezorgder over communisten dan fascisten. Mediaberichten over de bijeenkomst gaven veel Amerikanen voor het eerst inzicht in de nazi-ideologie, wat de roep om actie tegen Hitler en de Bund versterkte. Roosevelt was onlangs ontsnapt aan een aanslag en de autoriteiten vreesden dat Bund-leden Kuhn’s dreigementen aan diens adres in daden zouden omzetten. En nu oorlog onvermijdelijk leek wilde men een eventuele vijfde colonne zo snel mogelijk oprollen.
Kort na de bijeenkomst werd Kuhn veroordeeld wegens verduistering: hij stak onder andere een deel van de opbrengsten van de avond in eigen zak. Het jaar daarop verdwenen tien andere kopstukken achter de tralies. Zonder duidelijke leiders liepen de leden weg en raakte de beweging in de vergetelheid. Toen Duitsland en Amerika elkaar in december 1941 de oorlog verklaarden viel het doek definitief voor de German American Bund.
Het gedachtegoed van de Bund is vandaag de dag echter springlevend en organisaties als de American Nazi Party, Stormfront en de National Socialist Movement gaan verder waar de Bund is gestopt. Zo pakte de politie vorig jaar twee neonaz’s op die een aanslag op - toen nog - presidentskandidaat Barack Obama wilden plegen. Onlangs schoot een 88-jarige ‘white supremacist’ en zelfverklaarde Obama-hater een zwarte bewaker van het Holocaust Museum in Washington dood. De kans dat het verder uit de hand gaat lopen is aannemelijk, aldus een recente studie van het Southern Poverty Law Center : ‘Het enige wat ontbreekt is een vonkje’.
(Dit artikel verschijnt binnenkort in het Historisch Nieuwsblad)
VIDEO: Propagandafilm met beelden van de bijeenkomst in New York.
Op bevel van Hitler werd in maart 1936 in de staat New York de German American Bund opgericht. Deze beweging, een samenraapsel van pro-nazi en antisemitische organisaties, bestond uit Amerikanen van Duitse komaf en uit Duitsland afkomstige immigranten. Bundesleiter Fritz Kuhn was een genaturaliseerde Amerikaan en ‘the country’s leading anti-Semite.’ In navolging van de Duitse nazibeweging organiseerde de Bund trainingskampen, optochten en bijeenkomsten vol vlaggen en toespraken.
Afgezien van zijn antisemitisme en uniformen had de Bund een typisch Amerikaanse agenda. De Bund zette in op het enthousiasmeren van het Amerikaanse publiek voor het nationaal-socialisme. Naarmate de oorlogsdreiging in Europa toenam voerde de Bund campagne voor neutraliteit en isolationisme.
Hoogtepunt voor Kuhn en de zijnen was 20 februari 1939. Ter gelegenheid van de verjaardag van Amerika’s eerste president George Washington verzamelden zich zo`n 20.000 sympathisanten in New York’s Madison Square Garden. Omringd door Amerikaanse vlaggen en swastika’s gaf Kuhn een toespraak waar zijn grote voorbeeld trots op kon zijn. Hij uitte felle kritiek op Amerika’s Joden en president Roosevelt’s ‘Jew Deal’ - een verwijzing naar diens economische New Deal-politiek. Washington kreeg daarentegen het dubieuze compliment ‘de eerste fascist’ uit de Amerikaanse geschiedenis te zijn.
Ironisch genoeg was dit hoogtepunt het begin van het einde. Tot dat moment namen de autoriteiten de beweging en haar 50.000 leden niet serieus; zij waren bezorgder over communisten dan fascisten. Mediaberichten over de bijeenkomst gaven veel Amerikanen voor het eerst inzicht in de nazi-ideologie, wat de roep om actie tegen Hitler en de Bund versterkte. Roosevelt was onlangs ontsnapt aan een aanslag en de autoriteiten vreesden dat Bund-leden Kuhn’s dreigementen aan diens adres in daden zouden omzetten. En nu oorlog onvermijdelijk leek wilde men een eventuele vijfde colonne zo snel mogelijk oprollen.
Kort na de bijeenkomst werd Kuhn veroordeeld wegens verduistering: hij stak onder andere een deel van de opbrengsten van de avond in eigen zak. Het jaar daarop verdwenen tien andere kopstukken achter de tralies. Zonder duidelijke leiders liepen de leden weg en raakte de beweging in de vergetelheid. Toen Duitsland en Amerika elkaar in december 1941 de oorlog verklaarden viel het doek definitief voor de German American Bund.
Het gedachtegoed van de Bund is vandaag de dag echter springlevend en organisaties als de American Nazi Party, Stormfront en de National Socialist Movement gaan verder waar de Bund is gestopt. Zo pakte de politie vorig jaar twee neonaz’s op die een aanslag op - toen nog - presidentskandidaat Barack Obama wilden plegen. Onlangs schoot een 88-jarige ‘white supremacist’ en zelfverklaarde Obama-hater een zwarte bewaker van het Holocaust Museum in Washington dood. De kans dat het verder uit de hand gaat lopen is aannemelijk, aldus een recente studie van het Southern Poverty Law Center : ‘Het enige wat ontbreekt is een vonkje’.
(Dit artikel verschijnt binnenkort in het Historisch Nieuwsblad)
VIDEO: Propagandafilm met beelden van de bijeenkomst in New York.
Thursday, 20 August 2009
Meer fictie dan feiten
In Nederland ontstond onlangs ophef over een interview met vier advocaten die felle kritiek uitten op officier van justitie Koos Plooij. Komen zulke conflicten in Amerika's strafrechtadvocatuur ook voor?
Het vooroordeel wil dat in Amerika alles extremer is; als het op conflicten tussen advocaten en het Openbaar Ministerie aankomt blijkt de Amerikaanse praktijk vergeleken bij Nederland mee te vallen. Verschillen in juridische structuur en cultuur zijn hier debet aan.
Hoe gek het ook klinkt, de wereld van de strafrechtadvocatuur in Amerika is kleiner dan die in Nederland, zegt Jan Joosten, partner bij het New Yorkse advocatenkantoor Hughes Hubbard & Reed. “Hier wisselen mensen vaak van 'private practice' naar 'prosecution', en omgekeerd. Het is een 'revolving door.' Wie in Nederland eenmaal officier van justitie is wordt niet snel advocaat. Een overstap van het OM naar de advocatuur haalt bij wijze van spreken de voorpagina.”
Deze kruisbestuiving zorgt voor een grote mate van collegialiteit in de wereld van het Amerikaanse strafrecht: men kent elkaar en begrijpt elkaars positie.
Dit wordt versterkt doordat advocaten en leden van het OM lid zijn van dezelfde balie. Laatstgenoemden zijn aan de tuchtrechtelijke regels van de advocatuur onderworpen en klachten worden door dezelfde tuchtrechter behandeld.
Tot slot heeft het Amerikaanse gebruik van 'the plea bargain' een positief effect op het vermijden van conflicten, aldus Joosten. “Het is daarbij uitermate belangrijk dat de advocaat en de officier van justitie elkaar kunnen vertrouwen en tot een ‘deal’ kunnen komen. Wie onbetrouwbaar is of niet goed samenwerkt zal niet veel succes boeken -- of hij nu advocaat of officier is .”
Hiermee is niet gezegd dat conflicten in Amerika niet voorkomen. Met name bij zaken die de media breed uitmeten kunnen de spanningen hoog oplopen. Zo vlogen bij de fraudezaak tegen het managementteam van het energieconcern Enron de beschuldigingen over en weer. Volgens Enron's advocaten was de manier waarop medewerkers van accountantsbureau Arthur Andersen behandeld waren om verklaringen tegen hun cliënten af te leggen “pure intimidation.” Het OM vond deze aanklacht een “schandalige poging” tot zwartmakerij.
In de zaak tegen de van moord verdachte voormalige American football speler O.J. Simpson noemde de verdediging een getuige “a genocidal racist” en “Hitler.” Volgens het OM speelde de verdediging bewust in op het verschil tussen hoe blank en zwart Amerika dachten over O.J.'s betrokkenheid bij de dubbele moord; en hun insinuatie dat de jury mede-verantwoordelijk zou zijn voor rassenrellen als O.J. schuldig zou worden bevonden was niets anders dan “a race card scare tactic.” Op haar beurt stelde de verdediging dat het OM alleen “a black face” aan zijn team had toegevoegd om de jury te beïnvloeden – wat de officier in kwestie afdeed als “the equivalent of publicly being called a nigger.”
En in het proces tegen Michael Jackson, verdacht van kindermisbruik, zei diens advocaat dat het OM “not objective” was. “They try to prove theories that are absurd. And they try to demonize him.”
De hardste aantijgingen bewaart men voor die zaken waarbij de verdachten politici zijn. De president benoemt de 'federal prosecutors' maar de 'district attorneys' worden gekozen. Voor hen is een proces tegen een politicus van de andere partij een goede gelegenheid zich te profileren.
Ook kunnen processen en veroordelingen gevolgen hebben totaan de nationale politiek –zoals in het geval van de Republikeinse senator van Alaska die verdacht werd van het aannemen van steekpenningen. De startdatum van het proces – tijdens zijn herverkiezingscampagne – en het opvoeren van “irrelevant and prejudicial evidence” waren volgens zijn advocaten “an obvious attempt to smear the senator's character,” louter bedoeld om zijn tegenstander te bevoordelen.
Deze zaken zijn echter uitzonderingen. Over het algemeen gaat het er in Amerika minder hard aan toe dan wij in Nederland zouden verwachten -- waar een groot land klein in kan zijn.
(Dit artikel verschijnt volgende maand in het Advocatenblad)
Het vooroordeel wil dat in Amerika alles extremer is; als het op conflicten tussen advocaten en het Openbaar Ministerie aankomt blijkt de Amerikaanse praktijk vergeleken bij Nederland mee te vallen. Verschillen in juridische structuur en cultuur zijn hier debet aan.
Hoe gek het ook klinkt, de wereld van de strafrechtadvocatuur in Amerika is kleiner dan die in Nederland, zegt Jan Joosten, partner bij het New Yorkse advocatenkantoor Hughes Hubbard & Reed. “Hier wisselen mensen vaak van 'private practice' naar 'prosecution', en omgekeerd. Het is een 'revolving door.' Wie in Nederland eenmaal officier van justitie is wordt niet snel advocaat. Een overstap van het OM naar de advocatuur haalt bij wijze van spreken de voorpagina.”
Deze kruisbestuiving zorgt voor een grote mate van collegialiteit in de wereld van het Amerikaanse strafrecht: men kent elkaar en begrijpt elkaars positie.
Dit wordt versterkt doordat advocaten en leden van het OM lid zijn van dezelfde balie. Laatstgenoemden zijn aan de tuchtrechtelijke regels van de advocatuur onderworpen en klachten worden door dezelfde tuchtrechter behandeld.
Tot slot heeft het Amerikaanse gebruik van 'the plea bargain' een positief effect op het vermijden van conflicten, aldus Joosten. “Het is daarbij uitermate belangrijk dat de advocaat en de officier van justitie elkaar kunnen vertrouwen en tot een ‘deal’ kunnen komen. Wie onbetrouwbaar is of niet goed samenwerkt zal niet veel succes boeken -- of hij nu advocaat of officier is .”
Hiermee is niet gezegd dat conflicten in Amerika niet voorkomen. Met name bij zaken die de media breed uitmeten kunnen de spanningen hoog oplopen. Zo vlogen bij de fraudezaak tegen het managementteam van het energieconcern Enron de beschuldigingen over en weer. Volgens Enron's advocaten was de manier waarop medewerkers van accountantsbureau Arthur Andersen behandeld waren om verklaringen tegen hun cliënten af te leggen “pure intimidation.” Het OM vond deze aanklacht een “schandalige poging” tot zwartmakerij.
In de zaak tegen de van moord verdachte voormalige American football speler O.J. Simpson noemde de verdediging een getuige “a genocidal racist” en “Hitler.” Volgens het OM speelde de verdediging bewust in op het verschil tussen hoe blank en zwart Amerika dachten over O.J.'s betrokkenheid bij de dubbele moord; en hun insinuatie dat de jury mede-verantwoordelijk zou zijn voor rassenrellen als O.J. schuldig zou worden bevonden was niets anders dan “a race card scare tactic.” Op haar beurt stelde de verdediging dat het OM alleen “a black face” aan zijn team had toegevoegd om de jury te beïnvloeden – wat de officier in kwestie afdeed als “the equivalent of publicly being called a nigger.”
En in het proces tegen Michael Jackson, verdacht van kindermisbruik, zei diens advocaat dat het OM “not objective” was. “They try to prove theories that are absurd. And they try to demonize him.”
De hardste aantijgingen bewaart men voor die zaken waarbij de verdachten politici zijn. De president benoemt de 'federal prosecutors' maar de 'district attorneys' worden gekozen. Voor hen is een proces tegen een politicus van de andere partij een goede gelegenheid zich te profileren.
Ook kunnen processen en veroordelingen gevolgen hebben totaan de nationale politiek –zoals in het geval van de Republikeinse senator van Alaska die verdacht werd van het aannemen van steekpenningen. De startdatum van het proces – tijdens zijn herverkiezingscampagne – en het opvoeren van “irrelevant and prejudicial evidence” waren volgens zijn advocaten “an obvious attempt to smear the senator's character,” louter bedoeld om zijn tegenstander te bevoordelen.
Deze zaken zijn echter uitzonderingen. Over het algemeen gaat het er in Amerika minder hard aan toe dan wij in Nederland zouden verwachten -- waar een groot land klein in kan zijn.
(Dit artikel verschijnt volgende maand in het Advocatenblad)
Tuesday, 18 August 2009
Managers beloven beterschap. Erewoord
Doktoren hebben er één; ambtenaren, padvinders en militairen zweren er ook bij. Dus waarom leggen managers en bankiers geen belofte of eed af om zich aan de regels te houden en hun best te doen? Als het aan een aantal studenten van de Harvard Business School ligt heeft die situatie zijn langste tijd gehad.
De financiële crisis deed meer dan Wall Street pootje haakje, triljarden verdampen en de wereld economie tot de rand van de afgrond brengen. Het imago van managers en bankiers liep een enorme deuk op. Iedereen gaf hen de schuld van alle ellende en op de ranglijst “Meest Oneervolle Beroepen” stegen ze met stip naar de eerste plaats.
Bij het zien van deze ontwikkeling besloten aankomende managers dat het tijd was voor actie. Om te voorkomen dat hun beroep voor altijd geassocieerd zou worden met fraude en oplichting was het zaak het vertrouwen in hun professionaliteit te herstellen. En hoe is dat beter te doen dan met een plechtige belofte om nooit meer de regels te overtreden?
De 'MBA oath' is het initiatief van een aantal MBA studenten van de Harvard Business School. Wie de eed aflegt zweert dat het “als manager, mijn taak is 'the greater good' te dienen door mensen en mogelijkheden bij elkaar te brengen en zo waarde te creëren die niemand alleen kan realiseren. Ik stippel daarom een strategie uit die de nuttige bijdrage van mijn bedrijf aan de maatschappij optimaliseert.”
Het streven was dat 10 procent van de MBA klas die dit jaar aan Harvard afstudeert de eed zou afleggen; inmiddels doet de helft – zo'n 450 studenten – mee, aldus initiatiefnemer Max Anderson. En ook voor wie hem niet aflegt brengt de 'MBA oath' voordelen met zich mee. “Diverse onderzoeken wijzen uit dat dit soort beloftes op iedereen een positieve invloed uitoefent, zelfs als niet-meedoen geen enkele negatieve consequentie heeft.”
Het is natuurlijk makkelijk om cynisch over de 'MBA oath' te zijn. Ook is iets zweren als student anders dan als manager een eed naleven en tegelijkertijd keuzes maken waar miljoenen van afhangen. Anderzijds is het afleggen van een eed in zoveel beroepen al jaren gebruikelijk. En dat er waarde aan de woorden wordt gehecht is ook de normaalste zaak van de wereld. Als u de keuze krijgt geeft u toch ook de voorkeur aan een arts die de eed van Hippocrates wél heeft afgelegd?
(Dit artikel staat ook op www.925.nl)
VIDEO: FOX News bericht over de 'MBA oath'
De financiële crisis deed meer dan Wall Street pootje haakje, triljarden verdampen en de wereld economie tot de rand van de afgrond brengen. Het imago van managers en bankiers liep een enorme deuk op. Iedereen gaf hen de schuld van alle ellende en op de ranglijst “Meest Oneervolle Beroepen” stegen ze met stip naar de eerste plaats.
Bij het zien van deze ontwikkeling besloten aankomende managers dat het tijd was voor actie. Om te voorkomen dat hun beroep voor altijd geassocieerd zou worden met fraude en oplichting was het zaak het vertrouwen in hun professionaliteit te herstellen. En hoe is dat beter te doen dan met een plechtige belofte om nooit meer de regels te overtreden?
De 'MBA oath' is het initiatief van een aantal MBA studenten van de Harvard Business School. Wie de eed aflegt zweert dat het “als manager, mijn taak is 'the greater good' te dienen door mensen en mogelijkheden bij elkaar te brengen en zo waarde te creëren die niemand alleen kan realiseren. Ik stippel daarom een strategie uit die de nuttige bijdrage van mijn bedrijf aan de maatschappij optimaliseert.”
Het streven was dat 10 procent van de MBA klas die dit jaar aan Harvard afstudeert de eed zou afleggen; inmiddels doet de helft – zo'n 450 studenten – mee, aldus initiatiefnemer Max Anderson. En ook voor wie hem niet aflegt brengt de 'MBA oath' voordelen met zich mee. “Diverse onderzoeken wijzen uit dat dit soort beloftes op iedereen een positieve invloed uitoefent, zelfs als niet-meedoen geen enkele negatieve consequentie heeft.”
Het is natuurlijk makkelijk om cynisch over de 'MBA oath' te zijn. Ook is iets zweren als student anders dan als manager een eed naleven en tegelijkertijd keuzes maken waar miljoenen van afhangen. Anderzijds is het afleggen van een eed in zoveel beroepen al jaren gebruikelijk. En dat er waarde aan de woorden wordt gehecht is ook de normaalste zaak van de wereld. Als u de keuze krijgt geeft u toch ook de voorkeur aan een arts die de eed van Hippocrates wél heeft afgelegd?
(Dit artikel staat ook op www.925.nl)
VIDEO: FOX News bericht over de 'MBA oath'
Monday, 17 August 2009
Handdoek voor de catwalk
Hoe vaak kom je erachter dat je iets al je hele leven verkeerd doet? Dat hangt ervan af hoe serieus je de problemen neemt die sommige Amerikaanse reclames je opdringen. Maar geen paniek: er is altijd een oplossing.
Voor de meeste mensen is de handdoek een noodzakelijke stop tussen douchen en aankleden. Zo niet voor Zoni Stein, zakenman, uitvinder en visionair. “Handdoeken irriteerden me.” Ze gleden af of waren te klein om ze om zijn middel te doen – met onoverkoombare problemen als gevolg. Dus greep Stein op een dag een schaar en rustte niet voordat hij de wereld zijn creatie kon tonen: The Wearable Towel: The Towel With Arm Openings.
De naam vertelt alles wat er over het product te zeggen is. Desalniettemin legt een voice over in de Wearable Towel commercial het nog een keer uit. “You want to stay covered after being wet, but your towel just won't let.” De draagbare handdoek – die het midden houdt tussen een toga en jurkje - verbant die ongemakken voorgoed naar het verleden; en de gewone handdoek, als het aan Stein ligt, naar het museum. Zijn ultieme droom is dat mensen ooit steil achterover slaan als ze een handdoek zonder armgaten zien.
Een nobel streven, maar je kan je ook afvragen of Stein zelf niet ergens achter slot en grendel hoort. Een draagbare handdoek? What's next, een avondjurk waarmee je je kan afdrogen?
En waarom niet, vraagt Remy Stern, schrijver van 'But Wait...There's More!', een boek over 'Amazing Discoveries,' 'Magic Bullets' en 'Power Juicers.' Stein en zijn collega's uit de “problem-solution business” zijn meesters in het verzinnen van problemen en het direct aanleveren van oplossingen. En het meest angstaanjagende van deze producten, “some of them are really clever.” Zoals bijvoorbeeld de Wireless Wizard, geboren in 1961 uit de irritatie op te moeten staan om naar een ander televisiekanaal te schakelen en sindsdien beter bekend onder de naam 'afstandsbediening.'
Zo`n hit zal de The Towel With Arm Openings niet worden, maar Stein zit op dit moment ongetwijfeld op zijn volgende creatie te broeden.
VIDEO: Retro reclame voor de Wireless Wizard uit 1961
Voor de meeste mensen is de handdoek een noodzakelijke stop tussen douchen en aankleden. Zo niet voor Zoni Stein, zakenman, uitvinder en visionair. “Handdoeken irriteerden me.” Ze gleden af of waren te klein om ze om zijn middel te doen – met onoverkoombare problemen als gevolg. Dus greep Stein op een dag een schaar en rustte niet voordat hij de wereld zijn creatie kon tonen: The Wearable Towel: The Towel With Arm Openings.
De naam vertelt alles wat er over het product te zeggen is. Desalniettemin legt een voice over in de Wearable Towel commercial het nog een keer uit. “You want to stay covered after being wet, but your towel just won't let.” De draagbare handdoek – die het midden houdt tussen een toga en jurkje - verbant die ongemakken voorgoed naar het verleden; en de gewone handdoek, als het aan Stein ligt, naar het museum. Zijn ultieme droom is dat mensen ooit steil achterover slaan als ze een handdoek zonder armgaten zien.
Een nobel streven, maar je kan je ook afvragen of Stein zelf niet ergens achter slot en grendel hoort. Een draagbare handdoek? What's next, een avondjurk waarmee je je kan afdrogen?
En waarom niet, vraagt Remy Stern, schrijver van 'But Wait...There's More!', een boek over 'Amazing Discoveries,' 'Magic Bullets' en 'Power Juicers.' Stein en zijn collega's uit de “problem-solution business” zijn meesters in het verzinnen van problemen en het direct aanleveren van oplossingen. En het meest angstaanjagende van deze producten, “some of them are really clever.” Zoals bijvoorbeeld de Wireless Wizard, geboren in 1961 uit de irritatie op te moeten staan om naar een ander televisiekanaal te schakelen en sindsdien beter bekend onder de naam 'afstandsbediening.'
Zo`n hit zal de The Towel With Arm Openings niet worden, maar Stein zit op dit moment ongetwijfeld op zijn volgende creatie te broeden.
VIDEO: Retro reclame voor de Wireless Wizard uit 1961
Thursday, 13 August 2009
Auschwitz, USA
De invoering van een algemene ziektekostenverzekering is een complex proces. Gelukkig is voormalig gouverneur Sarah Palin beschikbaar voor de broodnodige misinformatie.
Sinds de dagen van president Johnson is het de droom van Democraten dat iedere Amerikaan ziektekostenverzekering heeft; en nog nooit lag de verwezenlijking van die droom meer binnen handbereik dan nu. President Obama maakte het onderwerp tot speerpunt van zijn campagne en vanaf zijn inauguratie heeft hij beloofd voor het einde van het jaar een wet te tekenen. Ondanks die lange aanloop en gedegen voorbereiding kan alles nog mislopen.
Mocht dat gebeuren dan heeft hij dat deels aan zichzelf te wijten. Om de fout van president Clinton niet te herhalen - die Hillary een uiterst gedetailleerd plan liet opstellen dat het Congres vervolgens afwees - liet Obama Senaats- en Huiscommissies zelf plannen voor ziektekostenverzekeringen opstellen. Hierdoor ontstond een aantal voorstellen die weliswaar gedeeltelijk overlapten maar op belangrijke punten verschilden. Toen de inhoud van deze plannen, goed voor duizenden pagina's tekst, in het Congres en de media besproken werd wist niemand over welk voorstel het precies ging -- en zo werd het complexe onderwerp nog ingewikkelder.
Tel daarbij op de bedenkingen over kosten en keuzevrijheid, tegenstand tegen Obama's politiek in het algemeen, plus de wetenschap dat veel Amerikanen het idee verafschuwen dat zij via belastingen de broek moeten gaan ophouden van onverzekerde klaplopers, et voilà, alle ingrediënten voor ongerustheid aan de rechterkant van het politieke spectrum zijn volop aanwezig. De afgelopen dagen leidde die op bijeenkomsten in buurthuizen en publieke vergaderingen waar politici vragen van kiezers beantwoorden tot gespannen discussies, ruzies en scheldpartijen.
Opvallender dan de passie die tijdens deze zogenaamde 'town hall meetings' komt kijken is de hoeveelheid misinformatie en diep wantrouwen tegen alles wat uit het Witte Huis komt. En daarvoor kan Sarah Palin bedankt worden.
Dat een aantal Amerikanen denkt dat Obama niet bezig is met de invoering van een algemene ziektekostenverzekering maar met een Amerikaanse Holocaust volgt uit dit bericht dat zij vorige week op haar Facebook pagina plaatste,
"The Democrats promise that a government health care system will reduce the cost of health care, but as the economist Thomas Sowell has pointed out, government health care will not reduce the cost; it will simply refuse to pay the cost. And who will suffer the most when they ration care? The sick, the elderly, and the disabled, of course.
The America I know and love is not one in which my parents or my baby with Down Syndrome will have to stand in front of Obama’s “death panel” so his bureaucrats can decide, based on a subjective judgment of their “level of productivity in society,” whether they are worthy of health care. Such a system is downright evil."
Dit bericht afdoen als klinkklare onzin is een juiste reactie. Maar bedenk: 10 procent van de Amerikaanse bevolking staat recht achter Palin; 30 miljoen mensen die denken dat hun leven aan een zijden draadje hangt. Zo is de stijging in het aantal rechtse milities dat zich voorbereidt op een oorlog tegen de overheid ook verklaard.
Amerikanen zullen zich nooit als makke schapen naar de slachtbank laten voeren -- maar als ezels achter Palin aanlopen, daar hebben ze minder problemen mee.
Sinds de dagen van president Johnson is het de droom van Democraten dat iedere Amerikaan ziektekostenverzekering heeft; en nog nooit lag de verwezenlijking van die droom meer binnen handbereik dan nu. President Obama maakte het onderwerp tot speerpunt van zijn campagne en vanaf zijn inauguratie heeft hij beloofd voor het einde van het jaar een wet te tekenen. Ondanks die lange aanloop en gedegen voorbereiding kan alles nog mislopen.
Mocht dat gebeuren dan heeft hij dat deels aan zichzelf te wijten. Om de fout van president Clinton niet te herhalen - die Hillary een uiterst gedetailleerd plan liet opstellen dat het Congres vervolgens afwees - liet Obama Senaats- en Huiscommissies zelf plannen voor ziektekostenverzekeringen opstellen. Hierdoor ontstond een aantal voorstellen die weliswaar gedeeltelijk overlapten maar op belangrijke punten verschilden. Toen de inhoud van deze plannen, goed voor duizenden pagina's tekst, in het Congres en de media besproken werd wist niemand over welk voorstel het precies ging -- en zo werd het complexe onderwerp nog ingewikkelder.
Tel daarbij op de bedenkingen over kosten en keuzevrijheid, tegenstand tegen Obama's politiek in het algemeen, plus de wetenschap dat veel Amerikanen het idee verafschuwen dat zij via belastingen de broek moeten gaan ophouden van onverzekerde klaplopers, et voilà, alle ingrediënten voor ongerustheid aan de rechterkant van het politieke spectrum zijn volop aanwezig. De afgelopen dagen leidde die op bijeenkomsten in buurthuizen en publieke vergaderingen waar politici vragen van kiezers beantwoorden tot gespannen discussies, ruzies en scheldpartijen.
Opvallender dan de passie die tijdens deze zogenaamde 'town hall meetings' komt kijken is de hoeveelheid misinformatie en diep wantrouwen tegen alles wat uit het Witte Huis komt. En daarvoor kan Sarah Palin bedankt worden.
Dat een aantal Amerikanen denkt dat Obama niet bezig is met de invoering van een algemene ziektekostenverzekering maar met een Amerikaanse Holocaust volgt uit dit bericht dat zij vorige week op haar Facebook pagina plaatste,
"The Democrats promise that a government health care system will reduce the cost of health care, but as the economist Thomas Sowell has pointed out, government health care will not reduce the cost; it will simply refuse to pay the cost. And who will suffer the most when they ration care? The sick, the elderly, and the disabled, of course.
The America I know and love is not one in which my parents or my baby with Down Syndrome will have to stand in front of Obama’s “death panel” so his bureaucrats can decide, based on a subjective judgment of their “level of productivity in society,” whether they are worthy of health care. Such a system is downright evil."
Dit bericht afdoen als klinkklare onzin is een juiste reactie. Maar bedenk: 10 procent van de Amerikaanse bevolking staat recht achter Palin; 30 miljoen mensen die denken dat hun leven aan een zijden draadje hangt. Zo is de stijging in het aantal rechtse milities dat zich voorbereidt op een oorlog tegen de overheid ook verklaard.
Amerikanen zullen zich nooit als makke schapen naar de slachtbank laten voeren -- maar als ezels achter Palin aanlopen, daar hebben ze minder problemen mee.
Tuesday, 11 August 2009
Privé-jet terug van weggeweest
Voormalig president Bill Clinton dankte het succes van zijn missie naar Noord-Korea er aan en het Congres kocht er vorige week geen vier maar acht. Deze zomer mag u weer gezien worden met een privé-jet - en dat is wel eens anders geweest.
Vorig jaar nog stond heel Amerika op zijn achterste benen. De bazen van de drie grootste automerken waren met privé-vliegtuigen naar Washington, D.C. afgereisd om op Capitol Hill om een extra bailout van $25 miljard te vragen. “Het is alsof iemand in zijn smoking en hoge hoed naar de voedselbank gaat,” merkte een Congreslid tijdens de hoorzitting op.
“Handen omhoog wie van plan is de corporate jet te verkopen en met een gewone vlucht naar huis te gaan?” vroeg een ander. Geen reactie. Bij de volgende hoorzitting twee weken later hadden de heren CEO's hun lesje geleerd. Ditmaal waren de jets in de ban gedaan en werd de 800 kilometer van Detroit naar DC per auto afgelegd.
Het slechte imago waar de privé-jet sindsdien mee te kampen had is sinds vorige week voorbij. Eerst was daar de spectaculaire reddingsactie van president Clinton. Waar Batman niet zonder Robin kan en Superman een telefooncel nodig heeft had Clinton het Noord-Koreaanse kwaad niet kunnen verslaan zonder privé-jet.
Nadat Noord-Korea had aangeboden twee gevangen Amerikaanse journalisten vrij te laten mits Clinton ze persoonlijk kwam ophalen was haast geboden -- 'De Geliefde Leider' wil nog wel eens onverwacht uit de hoek komen. Hoe eerder Clinton zich in Pyongyang kon melden hoe beter.
Maar door de gespannen relatie met het stalinistische regime mogen Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen niet naar Noord-Korea vliegen. En om Clinton op een gewone vlucht te zetten met het risico dat hij zijn aansluiting zou missen kon Kim Jong-il net dat zetje kunnen geven het aanbod weer in te trekken. Gelukkig kwam het dankzij miljardair Steve Bing's privé Boeing, die zijn goede vriend Bill natuurlijk even mocht lenen, allemaal goed.
“Dat willen wij ook,” moeten de dames en heren Congresleden gedacht hebben toen zij Clinton triomfantelijk de vliegtuigtrap af zagen komen lopen. Dus toen er vorige week gestemd werd over het plan om een Gulfstream V en drie Boeings uit de Congres luchtvloot te vervangen besloot men er twee van elk merk extra te kopen. Het prijskaartje van $550 miljoen is meer dan de oorspronkelijk beoogde $200 miljoen; anderzijds, de volgende keer dat er zich ergens onrecht voordoet hoeft men niet te dringen bij het aan boord gaan van de reddingsmissie.
VIDEO: Welcome home, Bill
Vorig jaar nog stond heel Amerika op zijn achterste benen. De bazen van de drie grootste automerken waren met privé-vliegtuigen naar Washington, D.C. afgereisd om op Capitol Hill om een extra bailout van $25 miljard te vragen. “Het is alsof iemand in zijn smoking en hoge hoed naar de voedselbank gaat,” merkte een Congreslid tijdens de hoorzitting op.
“Handen omhoog wie van plan is de corporate jet te verkopen en met een gewone vlucht naar huis te gaan?” vroeg een ander. Geen reactie. Bij de volgende hoorzitting twee weken later hadden de heren CEO's hun lesje geleerd. Ditmaal waren de jets in de ban gedaan en werd de 800 kilometer van Detroit naar DC per auto afgelegd.
Het slechte imago waar de privé-jet sindsdien mee te kampen had is sinds vorige week voorbij. Eerst was daar de spectaculaire reddingsactie van president Clinton. Waar Batman niet zonder Robin kan en Superman een telefooncel nodig heeft had Clinton het Noord-Koreaanse kwaad niet kunnen verslaan zonder privé-jet.
Nadat Noord-Korea had aangeboden twee gevangen Amerikaanse journalisten vrij te laten mits Clinton ze persoonlijk kwam ophalen was haast geboden -- 'De Geliefde Leider' wil nog wel eens onverwacht uit de hoek komen. Hoe eerder Clinton zich in Pyongyang kon melden hoe beter.
Maar door de gespannen relatie met het stalinistische regime mogen Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen niet naar Noord-Korea vliegen. En om Clinton op een gewone vlucht te zetten met het risico dat hij zijn aansluiting zou missen kon Kim Jong-il net dat zetje kunnen geven het aanbod weer in te trekken. Gelukkig kwam het dankzij miljardair Steve Bing's privé Boeing, die zijn goede vriend Bill natuurlijk even mocht lenen, allemaal goed.
“Dat willen wij ook,” moeten de dames en heren Congresleden gedacht hebben toen zij Clinton triomfantelijk de vliegtuigtrap af zagen komen lopen. Dus toen er vorige week gestemd werd over het plan om een Gulfstream V en drie Boeings uit de Congres luchtvloot te vervangen besloot men er twee van elk merk extra te kopen. Het prijskaartje van $550 miljoen is meer dan de oorspronkelijk beoogde $200 miljoen; anderzijds, de volgende keer dat er zich ergens onrecht voordoet hoeft men niet te dringen bij het aan boord gaan van de reddingsmissie.
VIDEO: Welcome home, Bill
Sunday, 9 August 2009
Congreslid met vriezer vol cash
Tot zijn stomme verbazing werd voormalig Congreslid William Jefferson deze week schuldig bevonden aan omkoping en witwasserij. Okay, die undercover FBI video waarop hij een koffer met geld accepteert zag er niet goed uit maar dat is toch geen reden hem naar de gevangenis te sturen?
Jefferson, 62, zat tot vorig jaar namens zijn district in de staat Louisiana in het Huis van Afgevaardigden; en als lid van de handelcommissie van het Huis focusde hij zich op Afrika. Hij ging er vaak heen, had er goede contacten en de manier van leven beviel hem uitstekend. Die liefde en kennis deelde hij graag met de mensen thuis. Hij wees Amerikaanse bedrijven regelmatig op concrete 'business opportunities', met name in Nigeria en Ghana. En mocht iemand interesse hebben om te investeren dan wist hij aan welke touwtjes er getrokken moest worden – dat was tenslotte zijn werk.
Wat de politicus liever niet vertelde was dat hij in de bedrijven die hij aanprees persoonlijke belangen had. Men zou anders wel eens het verkeerde idee over hem kunnen krijgen.
Uiteindelijk kreeg de FBI toch lucht van Jefferson's privé-handel. Ze kregen één van zijn zakenpartners zover om een camera in de achterbak van haar auto te laten plaatsen. Tijdens het overhandigen van een koffer met $100.000 – een “voorschot” bestemd voor de vice-president van Nigeria – belooft Jefferson het geld zo effectief mogelijk in te zetten.
Enkele weken later krijgt de zaak landelijke bekendheid als de FBI het huis van Jefferson doorzoekt. In de vriezer vindt men, naast wat taartbodems en hamburgers, netjes verpakt in aluminiumfolie $90.000. En toen de FBI in 2006 Jefferson's vertrekken op Capitol Hill binnenviel werd er zelfs geschiedenis geschreven.
Niet dat alle Congresleden blij waren met deze unieke gebeurtenis; het Ministerie van Justitie, waar de FBI onder valt, zou zijn boekje te buiten zijn gegaan en de onafhankelijkheid van het Congres in gevaar hebben gebracht. Waar Jefferson ook van verdacht werd dit ging veel te ver.
Robert Trout, Jefferson's advocaat, dacht er net zo over. Althans dat was de strekking van zijn betoog. Zijn cliënt had de wet niet overtreden maar gewoon “onhandig” gedaan; en dat is niet strafbaar. Maar de undercover video dan? “Mijn cliënt wilde de desbetreffende dame zo graag helpen dat hij het geld aannam. Bovendien was hij dronken.” En het geld in zijn vriezer? “Dat benadrukte de vooruitziende blik van mijn cliënt. Hij zou die hele maand weg zijn en wilde niet dat er iets met het geld zou gebeuren. Het was tenslotte voor iemand anders bestemd.”
Hoe langer Jefferson's advocaat aan het woord was hoe ongeloviger de blikken van de juryleden werden. Ze gingen dan ook niet mee met zijn slotverklaring dat, als ze zijn cliënt schuldig zouden vinden, “men iedereen op capitol Hill wel kon oppakken.” Jefferson werd uiteindelijk op 11 van de 16 aanklachten schuldig bevonden en riskeert een gevangenisstraf van meer dan 20 jaar.
Maar als het aan Jefferson ligt zal het zover nooit komen. Direct na afloop van de rechtszaak zei zijn advocaat in hoger beroep te gaan. Hopelijk lukt het hem dan beter om uit te leggen dat het allemaal een groot misverstand is – maar met een vriezer vol cash en een video met smeergeld is die kans vrij klein.
Smile, you`re on FBI TV:
Jefferson, 62, zat tot vorig jaar namens zijn district in de staat Louisiana in het Huis van Afgevaardigden; en als lid van de handelcommissie van het Huis focusde hij zich op Afrika. Hij ging er vaak heen, had er goede contacten en de manier van leven beviel hem uitstekend. Die liefde en kennis deelde hij graag met de mensen thuis. Hij wees Amerikaanse bedrijven regelmatig op concrete 'business opportunities', met name in Nigeria en Ghana. En mocht iemand interesse hebben om te investeren dan wist hij aan welke touwtjes er getrokken moest worden – dat was tenslotte zijn werk.
Wat de politicus liever niet vertelde was dat hij in de bedrijven die hij aanprees persoonlijke belangen had. Men zou anders wel eens het verkeerde idee over hem kunnen krijgen.
Uiteindelijk kreeg de FBI toch lucht van Jefferson's privé-handel. Ze kregen één van zijn zakenpartners zover om een camera in de achterbak van haar auto te laten plaatsen. Tijdens het overhandigen van een koffer met $100.000 – een “voorschot” bestemd voor de vice-president van Nigeria – belooft Jefferson het geld zo effectief mogelijk in te zetten.
Enkele weken later krijgt de zaak landelijke bekendheid als de FBI het huis van Jefferson doorzoekt. In de vriezer vindt men, naast wat taartbodems en hamburgers, netjes verpakt in aluminiumfolie $90.000. En toen de FBI in 2006 Jefferson's vertrekken op Capitol Hill binnenviel werd er zelfs geschiedenis geschreven.
Niet dat alle Congresleden blij waren met deze unieke gebeurtenis; het Ministerie van Justitie, waar de FBI onder valt, zou zijn boekje te buiten zijn gegaan en de onafhankelijkheid van het Congres in gevaar hebben gebracht. Waar Jefferson ook van verdacht werd dit ging veel te ver.
Robert Trout, Jefferson's advocaat, dacht er net zo over. Althans dat was de strekking van zijn betoog. Zijn cliënt had de wet niet overtreden maar gewoon “onhandig” gedaan; en dat is niet strafbaar. Maar de undercover video dan? “Mijn cliënt wilde de desbetreffende dame zo graag helpen dat hij het geld aannam. Bovendien was hij dronken.” En het geld in zijn vriezer? “Dat benadrukte de vooruitziende blik van mijn cliënt. Hij zou die hele maand weg zijn en wilde niet dat er iets met het geld zou gebeuren. Het was tenslotte voor iemand anders bestemd.”
Hoe langer Jefferson's advocaat aan het woord was hoe ongeloviger de blikken van de juryleden werden. Ze gingen dan ook niet mee met zijn slotverklaring dat, als ze zijn cliënt schuldig zouden vinden, “men iedereen op capitol Hill wel kon oppakken.” Jefferson werd uiteindelijk op 11 van de 16 aanklachten schuldig bevonden en riskeert een gevangenisstraf van meer dan 20 jaar.
Maar als het aan Jefferson ligt zal het zover nooit komen. Direct na afloop van de rechtszaak zei zijn advocaat in hoger beroep te gaan. Hopelijk lukt het hem dan beter om uit te leggen dat het allemaal een groot misverstand is – maar met een vriezer vol cash en een video met smeergeld is die kans vrij klein.
Smile, you`re on FBI TV:
Thursday, 6 August 2009
Van Lichtstad naar Sunshine State
Baseball is niet mijn favoriete sport maar eenmaal in het stadion vind ik het iedere keer weer mooi. En als de pitcher van het bezoekende team ook nog een Nederlander is kan de avond helemaal niet meer stuk.
Rick van den Hurk - of op zijn Amerikaans 'VandenHurk' - werd op zijn 16de in zijn geboorteplaats Eindhoven gescout. Snel daarna zat hij in Amerika en sinds een tijd is hij de pitcher van de Florida Marlins. Voor wie meer wil weten: er is allerlei interessante data over hem bekend.
Voor mij is wat er zich buiten het veld afspeelt mooier omdat niets het Amerikaanse verhaal beter vertelt dan een bezoek aan een baseball wedstrijd. Dat begint met de boze blik die ik krijg als ik een biertje wil bestellen. "Please wait until after the national anthem, sir," zegt de verkoper met zijn hand op zijn hart. Oeps. Terwijl ik het bleke pis aanbod Miller Lite en Budweiser afstruinde op zoek naar echt bier had ik de eerste tonen van "The Star Spangled Banner" gemist. Ik houd hem goed in de gaten of hij mijn onpatriotistische gedrag niet afstraft met gif in mijn Stella; vervolgens straf ik hem af en geef geen fooi. Op dat moment beseffen we dat we nooit vrienden zullen worden.
We lopen vlak voor aftrap (afslag? afgooi?) naar onze plaatsen -- en zijn op dat moment ongeveer de enige in ons vak. Baseball wedstrijden duren gemiddeld zo`n drie, vier uur, dus een uurtje missen is geen probleem. En ook tijdens de wedstrijd is het allesbehalve opletten geblazen: het is een groot heen en weer lopen van toeschouwers met bakken nacho's, patat, ijs, pannekoeken, koekjes en bier -- liefst tegelijkertijd.
Om de zoveel slagbeurten ligt het spel stil en worden er met hogedrukgeweren T-shirts de tribunes ingeschoten; camera's zoeken het publiek af op zoek naar het leukste stel, gekste pak, raarste dansje; kinderen worden naar voren geroepen; en een aantal aanwezige soldaten krijgt een staande ovatie. En alles is via het enorme televisiescherm te volgen. Je zou bijna vergeten dat er ook nog een spelletje gaande is.
Dan is Rick aan de beurt: hij schijnt één van de snelste worpen van de hele league te hebben, en de bal is voor mijn ongeoefende ogen inderdaad nauwelijks te volgen als hij gooit. Dat de thuisploeg - de Washington Nationals, het slechtse team dat meedoet in de league - desondanks in drie slagbeurten twee home runs slaat moet zijn vertrouwen geen goed doen.
Rick wordt niet lang daarna gewisseld -- maar ook met de Nederlandse inbreng was mijn aandacht allang afgeleid. Omdat wij zo vroeg aanwezig waren hebben wij iets lekkers verdiend...
...en met deze heerlijke saus/zout/kip combinatie achter de kiezen is het voor ons tijd om op te stappen, hoewel de wedstrijd zeker nog een uur gaat duren en de stand - 5-4 in de zevende inning - genoeg reden tot spanning geeft, lijkt mij. Maar zo werkt het nu eenmaal in het baseball stadion: sport is bijzaak. (Uiteindelijk winnen de Nationals met 5-4 lees ik vanochtend in de krant.)
Wednesday, 5 August 2009
Yes We Cannabis
Dat Obama's wereldberoemde gezicht ook voor andere zaken dan 'Hope' of ' Change" kan worden ingezet bewijst de National Organization for the Reform of Marijuana Laws.
De foto die de NORML gebruikt op de aankondigingsposter van haar jaarlijkse bijeenkomst laat een jonge, rokende Barack Obama zien. Voor de goede orde: hij rookt een filtersigaret - hoewel hij in zijn autobiografie openlijk over zijn sporadische drugsgebruik schrijft - en is tegen legalisering van (soft)drugs -- waar de NORML zich juist sterk voor maakt.
De kans dat Obama zich iets van de foto aantrekt is nihil: hij is al van veel ergere dingen beschuldigd dan blowen en bovendien heeft hij wel belangrijker zaken aan zijn hoofd.
Des te vervelender is de poster voor Lisa Jack, een voormalige klasgenoot van Obama die de foto in 1980 maakte. Tot vorig jaar lag de foto en de rest van de serie die ze schoot in haar archief; pas nadat Time Magazine haar benaderde om de foto's te gebruiken voor hun "Man of the Year" uitgave gaf ze toestemming voor publicatie.
Maar wat er nu gebeurt was nooit de bedoeling, aldus Jack. "Als ik gewild had dat ze voor politieke doeleinden werden ingezet had ik jaren geleden wel aan Hillary verkocht," vertelt ze de Washington Post.
De NORML is zich van geen kwaad bewust, zegt directeur Allen St. Pierre. Ze hebben weliswaar geen toestemming maar volgens hun advocaten is de poster voldoende veranderd ten opzichte van de originele foto zodat er geen sprake kan zijn van geschonden auteursrechten. Alle bezoekers van de NORML beurs, die volgende maand in San Francisco gehouden wordt, krijgen de poster; voor $25 is hij ook online te koop.
Of de NORML de foto inderdaad zo makkelijk kan gebruiken valt nog te bezien. Zo ligt Shepard Fairey, de kunstenaar achter de bekende Obama "Hope" poster nog steeds met de Associated Press, de eigenaar van de originele foto waar de poster op gebaseerd is, in de clinch. En inmiddels heeft ook Jack contact met haar advocaten opgenomen.
Toch voelt ze zich ook gevleid zegt ze. Dat haar foto's zo herkenbaar zijn dat mensen ze zelfs illegaal willen gebruiken, "That's really cool."
De foto die de NORML gebruikt op de aankondigingsposter van haar jaarlijkse bijeenkomst laat een jonge, rokende Barack Obama zien. Voor de goede orde: hij rookt een filtersigaret - hoewel hij in zijn autobiografie openlijk over zijn sporadische drugsgebruik schrijft - en is tegen legalisering van (soft)drugs -- waar de NORML zich juist sterk voor maakt.
De kans dat Obama zich iets van de foto aantrekt is nihil: hij is al van veel ergere dingen beschuldigd dan blowen en bovendien heeft hij wel belangrijker zaken aan zijn hoofd.
Des te vervelender is de poster voor Lisa Jack, een voormalige klasgenoot van Obama die de foto in 1980 maakte. Tot vorig jaar lag de foto en de rest van de serie die ze schoot in haar archief; pas nadat Time Magazine haar benaderde om de foto's te gebruiken voor hun "Man of the Year" uitgave gaf ze toestemming voor publicatie.
Maar wat er nu gebeurt was nooit de bedoeling, aldus Jack. "Als ik gewild had dat ze voor politieke doeleinden werden ingezet had ik jaren geleden wel aan Hillary verkocht," vertelt ze de Washington Post.
De NORML is zich van geen kwaad bewust, zegt directeur Allen St. Pierre. Ze hebben weliswaar geen toestemming maar volgens hun advocaten is de poster voldoende veranderd ten opzichte van de originele foto zodat er geen sprake kan zijn van geschonden auteursrechten. Alle bezoekers van de NORML beurs, die volgende maand in San Francisco gehouden wordt, krijgen de poster; voor $25 is hij ook online te koop.
Of de NORML de foto inderdaad zo makkelijk kan gebruiken valt nog te bezien. Zo ligt Shepard Fairey, de kunstenaar achter de bekende Obama "Hope" poster nog steeds met de Associated Press, de eigenaar van de originele foto waar de poster op gebaseerd is, in de clinch. En inmiddels heeft ook Jack contact met haar advocaten opgenomen.
Toch voelt ze zich ook gevleid zegt ze. Dat haar foto's zo herkenbaar zijn dat mensen ze zelfs illegaal willen gebruiken, "That's really cool."
Tuesday, 4 August 2009
Zomers Kerstfeest
De mussen vallen van het dak maar een aantal Amerikaanse warenhuizen zit al helemaal in de Kerstsfeer. En waarom ook niet? Het is tenslotte nog maar zo`n 150 nachtjes slapen.
Sinds vorige week kunnen shoppers bij Sears en K-Mart hun slag slaan op de zogenaamde “Christmas Lane.” Online worden klanten verwelkomd met een plaatje van een jet ski die over een winterlandschap vliegt met aan zijn bagagedrager een banier, “Free shipping on Christmas Lane purchases over $60.” Ook de Toys “R” Us 'Christmas in July' campagne belooft enorme voordelen voor wie nu beslist wat er over vijf maanden onder de Kerstboom ligt.
De spullen die met Kerstkorting de deur uitgaan - televisies, speelgoed en spelcomputers - hebben over het algemeen niets te maken met “the most wonderful time of the year.” Maar daar gaat het in deze lastige tijden ook niet om, aldus een Toys “R” Us persbericht, “Everyone needs a little Christmas, right this very minute.”
Net zoals pepernoten in oktober en paaseieren in februari worden ook de zomerse Kerstacties bekritiseerd. Het is te vroeg; andere feestdagen worden verdrongen en de echte Kerstgedachte wordt te grabbel gegooid. Maar het zal warenhuizen een zorg zijn. Hun enige wens is een herhaling van de dramatische feestmaanden 2008 te voorkomen. Dankzij de crisis – die zo rond half oktober goed voelbaar werd – werd er afgelopen november en december tussen de 5.5 en 8 procent minder omzet gedraaid dan het jaar ervoor. Onverkoopbare voorraden stapelden zich op en er werd voor miljarden verlies geleden.
“Dat nooit meer,” was de overheersende gedachte in het nieuwe jaar en daarom kopen Amerikanen nu in hun korte broek en slippers nieuwe Kerstballen. En als Kerst dit jaar beter uitpakt dan vorig jaar kan 'Christmas in July' wel eens een nieuwe traditie worden.
Sinds vorige week kunnen shoppers bij Sears en K-Mart hun slag slaan op de zogenaamde “Christmas Lane.” Online worden klanten verwelkomd met een plaatje van een jet ski die over een winterlandschap vliegt met aan zijn bagagedrager een banier, “Free shipping on Christmas Lane purchases over $60.” Ook de Toys “R” Us 'Christmas in July' campagne belooft enorme voordelen voor wie nu beslist wat er over vijf maanden onder de Kerstboom ligt.
De spullen die met Kerstkorting de deur uitgaan - televisies, speelgoed en spelcomputers - hebben over het algemeen niets te maken met “the most wonderful time of the year.” Maar daar gaat het in deze lastige tijden ook niet om, aldus een Toys “R” Us persbericht, “Everyone needs a little Christmas, right this very minute.”
Net zoals pepernoten in oktober en paaseieren in februari worden ook de zomerse Kerstacties bekritiseerd. Het is te vroeg; andere feestdagen worden verdrongen en de echte Kerstgedachte wordt te grabbel gegooid. Maar het zal warenhuizen een zorg zijn. Hun enige wens is een herhaling van de dramatische feestmaanden 2008 te voorkomen. Dankzij de crisis – die zo rond half oktober goed voelbaar werd – werd er afgelopen november en december tussen de 5.5 en 8 procent minder omzet gedraaid dan het jaar ervoor. Onverkoopbare voorraden stapelden zich op en er werd voor miljarden verlies geleden.
“Dat nooit meer,” was de overheersende gedachte in het nieuwe jaar en daarom kopen Amerikanen nu in hun korte broek en slippers nieuwe Kerstballen. En als Kerst dit jaar beter uitpakt dan vorig jaar kan 'Christmas in July' wel eens een nieuwe traditie worden.
Obama nu al toe aan nieuwe uitdaging?
Hij zit er amper zes maanden maar president Obama lijkt alweer uitgekeken te zijn op het Witte Huis. Of is het proefballonnetje om de belastingen te verhogen ook anders te interpreteren dan de wens om een ' one term president' te worden?
Dat Amerikanen niet veel op hebben met het betalen van belastingen is een understatement. Zo'n 230 jaar geleden was 'taxation without representation' aanleiding de Britse koning de laan uit te sturen; en Amerika's eerste eigen staatshoofd had ook zo zijn problemen met het innen van belastingen - zo moest president Washington een paar keer het leger inzetten om te voorkomen dat zijn belastinginspecteurs gelyncht werden.
Het gaat er vandaag de dag minder extreem aan toe maar dat betekent niet dat het Amerikaanse belastingstelsel geen slachtoffers meer maakt - en het bekendste voorbeeld daarvan is voormalig president George H.W. Bush. Tijdens de verkiezingen in 1988 zei hij keer op keer dat hij geen nieuwe belastingen zou invoeren en "Read my lips. No new taxes" groeide uit tot zijn campagneslogan. Helaas voor hem bleek die belofte onhoudbaar waardoor Bill Clinton een stokje voor Bush's tweede termijn kon steken.
En sinds afgelopen zondag speelt ook Obama met vuur. In het ABC televisieprogramma 'This Week' vertelde Minister van Financiën Timothy Geithner dat belastingverhogingen niet uitgesloten zijn. Bijna tegelijkertijd opperde Obama's hoogste economische adviseur Lawrence Summers in het programma 'Face the Nation' dat hogere belastingen voor Amerika's middenklasse wellicht noodzakelijk zijn om Obama's ambitieuze agenda te betalen.
Die opmerking staat niet alleen mijlen ver van de uitspraak die Summers in maart deed - "Laat ik zo duidelijk mogelijk zijn. De belastingen gaan dit jaar niet omhoog. De belastingen gaan volgend jaar niet omhoog." - hij staat ook haaks op Obama's campagnebelofte, "Gezinnen die minder dan $250.000 per jaar verdienen gaan geen cent extra belasting betalen."
Voor de goede orde: zelf heeft Obama heeft het woord 'belastingverhoging' (nog) niet in de mond genomen. Maar mocht het zover komen dan geeft hij de Republikeinen bij de volgende presidentsverkiezingen in 2012 een uiterst effectief wapen in handen. Amerikaanse politici kunnen hun kiezers alles wijsmaken maar wie de belastingen verhoogt kan naar een andere baan gaan uitkijken.
Bush sr. zegt het nog één keer:
Dat Amerikanen niet veel op hebben met het betalen van belastingen is een understatement. Zo'n 230 jaar geleden was 'taxation without representation' aanleiding de Britse koning de laan uit te sturen; en Amerika's eerste eigen staatshoofd had ook zo zijn problemen met het innen van belastingen - zo moest president Washington een paar keer het leger inzetten om te voorkomen dat zijn belastinginspecteurs gelyncht werden.
Het gaat er vandaag de dag minder extreem aan toe maar dat betekent niet dat het Amerikaanse belastingstelsel geen slachtoffers meer maakt - en het bekendste voorbeeld daarvan is voormalig president George H.W. Bush. Tijdens de verkiezingen in 1988 zei hij keer op keer dat hij geen nieuwe belastingen zou invoeren en "Read my lips. No new taxes" groeide uit tot zijn campagneslogan. Helaas voor hem bleek die belofte onhoudbaar waardoor Bill Clinton een stokje voor Bush's tweede termijn kon steken.
En sinds afgelopen zondag speelt ook Obama met vuur. In het ABC televisieprogramma 'This Week' vertelde Minister van Financiën Timothy Geithner dat belastingverhogingen niet uitgesloten zijn. Bijna tegelijkertijd opperde Obama's hoogste economische adviseur Lawrence Summers in het programma 'Face the Nation' dat hogere belastingen voor Amerika's middenklasse wellicht noodzakelijk zijn om Obama's ambitieuze agenda te betalen.
Die opmerking staat niet alleen mijlen ver van de uitspraak die Summers in maart deed - "Laat ik zo duidelijk mogelijk zijn. De belastingen gaan dit jaar niet omhoog. De belastingen gaan volgend jaar niet omhoog." - hij staat ook haaks op Obama's campagnebelofte, "Gezinnen die minder dan $250.000 per jaar verdienen gaan geen cent extra belasting betalen."
Voor de goede orde: zelf heeft Obama heeft het woord 'belastingverhoging' (nog) niet in de mond genomen. Maar mocht het zover komen dan geeft hij de Republikeinen bij de volgende presidentsverkiezingen in 2012 een uiterst effectief wapen in handen. Amerikaanse politici kunnen hun kiezers alles wijsmaken maar wie de belastingen verhoogt kan naar een andere baan gaan uitkijken.
Bush sr. zegt het nog één keer:
Democratisch partijtje
President Obama viert vandaag zijn 48ste verjaardag en op het programma staat onder andere een lunch met Democratische senatoren. Dat klinkt een stuk minder spannend dan hoe president Kennedy zijn verjaardag in 1962 vierde -- met dank aan Marilyn Monroe.
Monday, 3 August 2009
Obama, Morriaantje en The Joker
De afgelopen weken stond Amerika in het teken van racisme, discriminatie en Gatesgate. En net als de rust - dankzij 'the Beer Summit' - lijkt te zijn teruggekeerd wakkert een anti-Obama poster het vuur weer aan.
Voor wie de film kent is de link in één oogopslag te leggen. Obama is geschminkt als Heath Ledger's karakter 'The Joker' uit de laatste Batman film. Minder duidelijk - voor mij althans - is hoe dat aan 'socialism' te linken is -- of zou de maker van de poster Obama's beleid om te lachen zo slecht vinden?
Een andere optie is dat de poster Obama's ras belachelijk maakt. De witte schmink met de zwarte ogen zou een omgekeerde versie zijn van 'blackfacing' -- een grimeertechniek waarbij blanke acteurs zich met uitzondering van hun ogen en lippen zwart schminken.
Bij het zwarte gezicht hoorden oude, kapotte kleren en een karakter dat niet al te snugger was. In de tijd en plaats dat blackfacing populair was - theaters in het zuiden van Amerika aan het begin van de 20ste eeuw - zagen weinig blanken daar een probleem in. "Morriaantjes, zo zwart als roet" die allemaal oliedomme dingen deden, dat was pas lachen. Dat het leven voor de zwarten in die eerste decennia na de afschaffing van de slavernij lang zo leuk niet was ging men gemakshalve maar aan voorbij.
Of de Obama Joker poster ook zo beoordeeld moet worden vraag ik me af. Lagen andere posters niet meer voor de hand als de maker racistische motieven had? Bovendien, de film en Ledger's met een Oscar bekroonde vertolking waren net als Obama een enorme hit vorig jaar. Waarom kunnen twee succesnummers niet bij elkaar opgeteld worden om een politiek punt te maken? Of zijn de critici van mening dat The Joker make-up alleen ingezet kan worden om blanke politici aan te vallen? Genoeg vragen voor een volgende biertop.
Voor wie de film kent is de link in één oogopslag te leggen. Obama is geschminkt als Heath Ledger's karakter 'The Joker' uit de laatste Batman film. Minder duidelijk - voor mij althans - is hoe dat aan 'socialism' te linken is -- of zou de maker van de poster Obama's beleid om te lachen zo slecht vinden?
Een andere optie is dat de poster Obama's ras belachelijk maakt. De witte schmink met de zwarte ogen zou een omgekeerde versie zijn van 'blackfacing' -- een grimeertechniek waarbij blanke acteurs zich met uitzondering van hun ogen en lippen zwart schminken.
Bij het zwarte gezicht hoorden oude, kapotte kleren en een karakter dat niet al te snugger was. In de tijd en plaats dat blackfacing populair was - theaters in het zuiden van Amerika aan het begin van de 20ste eeuw - zagen weinig blanken daar een probleem in. "Morriaantjes, zo zwart als roet" die allemaal oliedomme dingen deden, dat was pas lachen. Dat het leven voor de zwarten in die eerste decennia na de afschaffing van de slavernij lang zo leuk niet was ging men gemakshalve maar aan voorbij.
Of de Obama Joker poster ook zo beoordeeld moet worden vraag ik me af. Lagen andere posters niet meer voor de hand als de maker racistische motieven had? Bovendien, de film en Ledger's met een Oscar bekroonde vertolking waren net als Obama een enorme hit vorig jaar. Waarom kunnen twee succesnummers niet bij elkaar opgeteld worden om een politiek punt te maken? Of zijn de critici van mening dat The Joker make-up alleen ingezet kan worden om blanke politici aan te vallen? Genoeg vragen voor een volgende biertop.
Subscribe to:
Posts (Atom)