Een overzicht van een aantal dingen die ik tot nu heb gepubliceerd. Al deze stukken heb ik voor de American Observer geschreven, een online nieuwsmagazine dat we iedere week ik elkaar draaien.
De laatste link is een stuk dat ik in de Washington Post heb gepubliceerd. Jawel, dezelfde krant die met zijn artikelen over Watergate President Nixon mede ten val bracht.
Okay, mijn stuk zal niet echt voor beroering in het Witte Huis hebben gezorgd, maar je moet ergens beginnen.
http://americanobserver.net/20070221index.html
Mijn stuk over de juridische status van de gevangenen in Guantanamo Bay...ja, we praten hier over Amerika.
http://observer.american.edu/20061010_index.html
Wat Amsterdamse nostalgie ( met dank aan Pam Kat, die de foto maakte)
http://americanobserver.net/2006/10/31/malaysian-student-fits-in-easily-at-au/
Een interview met een internationale studente
http://americanobserver.net/2006/11/07/how-to-win-an-american-election/
Mijn "objectieve" mening over Amerikaanse verkiezingen.
Richard Benedetto(http://soc.american.edu/content.cfm?id=544) Witte huis correspondent en een van mijn professoren was erg van onder de indruk.
Hij heeft het verhaal doorgestuurd naar Lanny Davis(http://www.orrick.com/lawyers/Bio.asp?ID=149059), Special Council van President Clinton en schrijver van het boek "Scandal"(http://www.palgrave-usa.com/scandal/scandal.html). Als ik van hem ook een reactie krijg, plaats ik hem.
http://americanobserver.net/2006/11/14/memorial/
Een foto essay, geschoten tijdens Memorial Day bij het World War II Memorial.
http://americanobserver.net/2006/11/28/foreign-correspondents/
Een Q&A met 5 foreign correspondents; dat is wat ik namelijk graag wil worden als ik later een echte journalist ben.
http://americanobserver.net/2007/02/14/valentine/
Een beetje een suf verhaal, maar wat is er in godsnaam te schrijven over deze suffe feestdag?
http://www.washingtonpost.com/wp-dyn/content/article/2006/11/20/AR2006112001139.html
Een echt stuk! In een echte krant! Ik ben nog steeds trots op dit verhaal, want er zijn niet veel studenten die in de Post geplaatst worden.
Tuesday, 27 February 2007
Sunday, 25 February 2007
Land of the Free?
Met het optreden van de Amerikaanse minister van Justitie Alberto Gonzales voor de Juridische Senaatscommissie vorige maand is de War on Terror een nieuwe fase ingegaan. Hij verklaarde dat artikel 1, sectie 9 van de Amerikaanse Grondwet – het recht van habeas corpus mag slechts in het geval van een invasie of rebellie worden opgeschort – dit recht niet garandeert. Het is alleen verboden het recht weg te nemen.
Het zou de regering Bush goed uitkomen als het recht op habeas corpus geen grondwettelijke bescherming geniet. Het betekent dat de MCA, die dit recht beperkt voor niet-Amerikanen, niet in strijd met de Grondwet kan zijn. Na eerdere nederlagen van de regering voor het Amerikaanse Hooggerechtshof, zou de gevangenis in Guantanamo Bay met de MCA eindelijk een solide legale basis hebben.
Het recht op habeas corpus –letterlijk, “je moet het lichaam hebben” – dateert uit de Middeleeuwen en verplicht de overheid een gevangene, “het lichaam”, voor een rechter te brengen zodat hem verteld kan waarom hij vastzit. Als er geen gegronde juridische basis is, moet de gevangene in vrijheid worden gesteld. En dat is iets dat de regering Bush liever niet doet met de vermeende terroristen in Guantanamo Bay.
Behalve een beperking van het recht van habeas corpus, geeft de MCA de Amerikaanse president de vrijheid van de Geneefse Conventie af te wijken als hij dat nodig vindt; daarnaast hanteert de MCA een ruimere definitie van het begrip “marteling” dan wat internationaal gebruikelijk is. De redenatie is dat men in de War on Terror te maken heeft met een nieuw soort gevangene waarmee bij het opstellen van de Geneefse Conventie in 1949 geen rekening is gehouden. Bovendien is de War on Terror vóór alles een informatie oorlog: men moet de vrijheid hebben alle relevante data te verkrijgen, goed- en kwaadschiks.
In eerdere anti-terrorisme wetten werden Taliban en Al Qaida strijders als “wettelijke vijandelijke strijders” beschouwd. Zij waren geen krijgsgevangenen omdat ze niet als geuniformeerde soldaten voor een land vechten; en het waren geen criminelen omdat ze op de slagvelden in Afghanistan en Irak zijn opgepakt.
Maar deze definitie ging niet langer op na de arresten Hamdan vs. Rumsfeld en Rasul vs. Bush. Hamdan en Rasul, gevangenen in Guantanamo Bay, kregen gelijk toen zij stelden dat zij als “wettige vijandelijk strijders” beschermd worden door de Geneefse Conventie en dat zij, op basis van habeas corpus, hun zaak voor een civiele Amerikaanse rechtbank zouden mogen aanvechten. Dit zinde de regering niet, aangezien zij van mening is dat de War on Terror niet thuis hoort in civiele rechtbanken; alleen militaire rechtbanken kunnen bepalen wie terrorist is en wie niet.
Een andere reden om een nieuwe definitie te hanteren is het vrijwaren van CIA agenten voor vervolging wegens oorlogsmisdaden. Bij het verhoren van vermeende terroristen wordt gebruik gemaakt van methoden die de Geneefse Conventie als marteling bestempelt (slaaponthouding, isoleren en “water boarding”, een “relatief ongevaarlijke methode die een gevoel van verdrinking nabootst.”) Hoewel President Bush de internationale wet opzij had gezet, kon hij niet om de nationale War Crimes Act heen. Deze wet beschouwt inbreuk op de Geneefse Conventie als een oorlogsmisdaad.
In de MCA wordt daarom van “onwettige vijandelijke strijders” gesproken. Zij worden niet door de Geneefse Conventie beschermd, mogen tot het einde van de War on Terror worden vastgehouden en kunnen, als niet-Amerikaan, hun detentie niet aanvechten voor een civiele rechtbank. Als hun zaak voorkomt, is het denkbaar dat noch zijzelf, noch hun advocaten de stukken krijgen in te zien op basis waarvan zij veroordeeld worden. Men beschouwt de bescherming van de staatsveiligheid belangrijker dan de bescherming van het individu.
Eerder deze week werd de legitimiteit van de MCA in hoger beroep bevestigd. Voor de honderden gevangenen in Guantanamo Bay en andere locaties betekent dat dat zij, zonder opgaaf van juridische reden, vast blijven tot het Hooggerechtshof uitspraak heeft gedaan in de beroepszaak die hun advocaten hebben ingediend.
Tot die tijd lopen alle 12 miljoen niet-Amerikanen het risico te worden opgesloten --en gemarteld-- als zij op basis van de MCA worden gearresteerd. En als men de redenatie van minister van Justitie Gonzales verder trekt, houdt dat in dat andere, niet specifiek in de Grondwet genoemde rechten ook komen te vervallen. Amerikanen zouden dan niet niet langer aanspraak kunnen maken op de vrijheid van meningsuiting, pers, vergadering en religie.
Het zou de regering Bush goed uitkomen als het recht op habeas corpus geen grondwettelijke bescherming geniet. Het betekent dat de MCA, die dit recht beperkt voor niet-Amerikanen, niet in strijd met de Grondwet kan zijn. Na eerdere nederlagen van de regering voor het Amerikaanse Hooggerechtshof, zou de gevangenis in Guantanamo Bay met de MCA eindelijk een solide legale basis hebben.
Het recht op habeas corpus –letterlijk, “je moet het lichaam hebben” – dateert uit de Middeleeuwen en verplicht de overheid een gevangene, “het lichaam”, voor een rechter te brengen zodat hem verteld kan waarom hij vastzit. Als er geen gegronde juridische basis is, moet de gevangene in vrijheid worden gesteld. En dat is iets dat de regering Bush liever niet doet met de vermeende terroristen in Guantanamo Bay.
Behalve een beperking van het recht van habeas corpus, geeft de MCA de Amerikaanse president de vrijheid van de Geneefse Conventie af te wijken als hij dat nodig vindt; daarnaast hanteert de MCA een ruimere definitie van het begrip “marteling” dan wat internationaal gebruikelijk is. De redenatie is dat men in de War on Terror te maken heeft met een nieuw soort gevangene waarmee bij het opstellen van de Geneefse Conventie in 1949 geen rekening is gehouden. Bovendien is de War on Terror vóór alles een informatie oorlog: men moet de vrijheid hebben alle relevante data te verkrijgen, goed- en kwaadschiks.
In eerdere anti-terrorisme wetten werden Taliban en Al Qaida strijders als “wettelijke vijandelijke strijders” beschouwd. Zij waren geen krijgsgevangenen omdat ze niet als geuniformeerde soldaten voor een land vechten; en het waren geen criminelen omdat ze op de slagvelden in Afghanistan en Irak zijn opgepakt.
Maar deze definitie ging niet langer op na de arresten Hamdan vs. Rumsfeld en Rasul vs. Bush. Hamdan en Rasul, gevangenen in Guantanamo Bay, kregen gelijk toen zij stelden dat zij als “wettige vijandelijk strijders” beschermd worden door de Geneefse Conventie en dat zij, op basis van habeas corpus, hun zaak voor een civiele Amerikaanse rechtbank zouden mogen aanvechten. Dit zinde de regering niet, aangezien zij van mening is dat de War on Terror niet thuis hoort in civiele rechtbanken; alleen militaire rechtbanken kunnen bepalen wie terrorist is en wie niet.
Een andere reden om een nieuwe definitie te hanteren is het vrijwaren van CIA agenten voor vervolging wegens oorlogsmisdaden. Bij het verhoren van vermeende terroristen wordt gebruik gemaakt van methoden die de Geneefse Conventie als marteling bestempelt (slaaponthouding, isoleren en “water boarding”, een “relatief ongevaarlijke methode die een gevoel van verdrinking nabootst.”) Hoewel President Bush de internationale wet opzij had gezet, kon hij niet om de nationale War Crimes Act heen. Deze wet beschouwt inbreuk op de Geneefse Conventie als een oorlogsmisdaad.
In de MCA wordt daarom van “onwettige vijandelijke strijders” gesproken. Zij worden niet door de Geneefse Conventie beschermd, mogen tot het einde van de War on Terror worden vastgehouden en kunnen, als niet-Amerikaan, hun detentie niet aanvechten voor een civiele rechtbank. Als hun zaak voorkomt, is het denkbaar dat noch zijzelf, noch hun advocaten de stukken krijgen in te zien op basis waarvan zij veroordeeld worden. Men beschouwt de bescherming van de staatsveiligheid belangrijker dan de bescherming van het individu.
Eerder deze week werd de legitimiteit van de MCA in hoger beroep bevestigd. Voor de honderden gevangenen in Guantanamo Bay en andere locaties betekent dat dat zij, zonder opgaaf van juridische reden, vast blijven tot het Hooggerechtshof uitspraak heeft gedaan in de beroepszaak die hun advocaten hebben ingediend.
Tot die tijd lopen alle 12 miljoen niet-Amerikanen het risico te worden opgesloten --en gemarteld-- als zij op basis van de MCA worden gearresteerd. En als men de redenatie van minister van Justitie Gonzales verder trekt, houdt dat in dat andere, niet specifiek in de Grondwet genoemde rechten ook komen te vervallen. Amerikanen zouden dan niet niet langer aanspraak kunnen maken op de vrijheid van meningsuiting, pers, vergadering en religie.
Wednesday, 14 February 2007
Winter In America
Vandaag lag de hele stad plat. Aan sneeuw zijn ze hier namelijk niet echt gewend. Mijn universiteit ging gister eerder dicht en vandaag was het spannend. Gingen de classes door of werd het een snow day?
Ik kan me niet herinneren dat ik ooit ijsvrij heb gehad, maar winter is hier een serieuze zaak. In plaats van een paar verkeersopstoppingen en wat blikschade, valt hier de stroom uit en een vast aantal doden. Kortom, DC deed vandaag voorzichtig aan en iedereen ging meteen aan de slag om alles zo snel mogelijk sneeuwvrij te maken.
Zelf vond ik het wel meevallen. Ik werd dus ook raar aangekeken toen ik voorbij kwam fietsen. Toen ik bij Union Station aankwam, was het fietsenrek leger dan normaal. Terwijl ik mijn fiets op slot zette, kwam er een andere fietser aan. We keken elkaar aan met een blik van "Kijk ons eens, helden die we zijn."
"Ik ben blij dat ik niet de enige ben," zei hij. "Zo erg is het toch niet," antwoordde ik. Toen kwam natuurlijk de vraag "Where are you from?"
Ook toevallig, zei hij. Zijn ouders waren na de oorlog uit Nederland geemigreerd. Helemaal vanuit Appingendam naar DC. Het zou eens niet zo zijn: de enige twee fietsers zijn natuurlijk weer Nederlanders.
In de buurt van mijn universiteit kwam ik deze man tegen. Zo vaak zie je niet iemand met skies op zijn nek in een stad rondlopen, dus ik vroeg of ik een foto mocht maken. Ga je gang en meteen daarna ook zijn vraag waar ik vandaan kwam. "Holland."
Dat bedoelde ik niet, zei hij in het Nederlands (met accent), welke stad? Zelf was hij in Rotterdam geboren en op zijn 14de met zijn ouders naar Amerika verhuisd.
Over toeval gesproken. Zouden wij Nederlanders beter tegen kou kunnen dan Amerikanen? In ieder geval zien we de lol ervan in.
Friday, 9 February 2007
Big and easy
Alles is groot en alles om het leven te vergemakkelijken. Twee vooroordelen over Amerika die ik vandaag op een onverwachte plek bevestigd zag, namelijk in mijn eigen huis.
Ed, mijn huisbaas, heeft een nieuwe stofzuiger gekocht. En niet zomaar een...
Ik heb wat stofzuigers in mijn leven voorbij zien komen, maar nog nooit een met een lamp. En ik kan je verzekeren: het werkt perfect. Ieder stofje, ieder pluisje steekt af als een non in de sneeuw. En om optimaal gebruik te maken van dit handigheidje, deed ik het licht uit. De schijnwerper werd een zoeklicht en kruimels Duitse bommenwerpers. Dit was geen stofzuigen meer, dit was pure extase. Na mijn derde rondje kon ik alleen nog het tapijt zelf opzuigen.
Ik kan me niet voorstellen dat iedereen zo geniet van een stofzuiger-met-lamp. De combinatie is enerzijds zo voor de hand liggend en makkelijk en anderzijds zo overbodig. Daar kunnen alleen Amerikanen opkomen. Toen ik dat dacht, keek ik automatisch naar mijn ijskast. Opeens viel me op hoe enorm groot dat ding is.
In mijn ouderlijk huis -vijf personen en een grote hond-stond een kleiner exemplaar. En die stamde nog van voor de koopzondag. Hoe propten wij in godsnaam alle weekendboodschappen daarin?
Mijn ijskast is 1.60 m hoog en 0.85 m breed en diep. Je zou het niet zeggen, maar ik heb net boodschappen gedaan. Mijn diepvrieswafels en Haagen-Dasz verdwalen in het vriesvak.
Alles in mijn appartement is op een persoon afgestemd. Maar waarschijnlijk is er bij de keuze voor de ijskast niet van een Nederlander uitgegaan.
Ed, mijn huisbaas, heeft een nieuwe stofzuiger gekocht. En niet zomaar een...
Ik heb wat stofzuigers in mijn leven voorbij zien komen, maar nog nooit een met een lamp. En ik kan je verzekeren: het werkt perfect. Ieder stofje, ieder pluisje steekt af als een non in de sneeuw. En om optimaal gebruik te maken van dit handigheidje, deed ik het licht uit. De schijnwerper werd een zoeklicht en kruimels Duitse bommenwerpers. Dit was geen stofzuigen meer, dit was pure extase. Na mijn derde rondje kon ik alleen nog het tapijt zelf opzuigen.
Ik kan me niet voorstellen dat iedereen zo geniet van een stofzuiger-met-lamp. De combinatie is enerzijds zo voor de hand liggend en makkelijk en anderzijds zo overbodig. Daar kunnen alleen Amerikanen opkomen. Toen ik dat dacht, keek ik automatisch naar mijn ijskast. Opeens viel me op hoe enorm groot dat ding is.
In mijn ouderlijk huis -vijf personen en een grote hond-stond een kleiner exemplaar. En die stamde nog van voor de koopzondag. Hoe propten wij in godsnaam alle weekendboodschappen daarin?
Mijn ijskast is 1.60 m hoog en 0.85 m breed en diep. Je zou het niet zeggen, maar ik heb net boodschappen gedaan. Mijn diepvrieswafels en Haagen-Dasz verdwalen in het vriesvak.
Alles in mijn appartement is op een persoon afgestemd. Maar waarschijnlijk is er bij de keuze voor de ijskast niet van een Nederlander uitgegaan.
Sunday, 4 February 2007
De onzichtbare grens
Ik woon in Capitol Hill East. Een rustige buurt. Er lopen jonge ouders met kinderwagens, mensen houden hun tuintjes bij en op zaterdag wordt er driftig auto-gewassen. De huizen staan strak in de verf. De stoepen zijn schoon; iedereen wacht geduldig met een plastic zakje in de hand totdat hun hond is uitgepoepd.
Er rijden zo vaak politieauto`s rond dat het niet meer opvalt. Met Kerst, Thankgiving en Halloween worden de tuinen en huizen versierd: lachende pompoenen, lampjes, opblaasbare kerstmannen en nepspinneweb.
Er rijden zo vaak politieauto`s rond dat het niet meer opvalt. Met Kerst, Thankgiving en Halloween worden de tuinen en huizen versierd: lachende pompoenen, lampjes, opblaasbare kerstmannen en nepspinneweb.
Maar dat wordt anders als ik de grens oversteek. Het is moeilijk te zeggen waar hij precies loopt, maar ik heb hem op de hoek van Maryland Ave. en 9 St. getrokken. Ik passeer hem als ik naar de supermarkt ga. Een fietstochtje van 10 minuten die mij naar een andere wereld brengt.
De tuinen en huizen worden grauwer. Kapotte flessen, overvolle prullenbakken en vervallen tuinhekjes vormen een contrast met de fris gewassen buurt waar ik vertrok. Auto`s rijden harder. Tussen de rottende bladeren op de stoep ligt een kale kerstboom; een schemerlamp in twee stukken wacht als weken om te worden afgevoerd. Minder politie, maar meer brandweerauto`s en ambulances. De vogels fluiten minder hard.
Het is niet alleen de omgeving die verandert. De mensen hier verschillen van mijn buurtgenoten als dag en nacht. Overgewicht, slechte tanden, looprekken en verschoten kleren. En waar in mijn buurt 95% blank is, is hier 95% zwart.
Het assortiment in de winkel is afgestemd op het publiek. Vers fruit en groente is duur en dus nauwelijks aanwezig. "Zwarten eten alleen kip" is een vooroordeel, een racistische uitspraak. Ondanks dat hebben ze een kipafdeling waar de gemeente Barneveld jaloers op zou worden.
Naast de kassa liggen de bladen "Ebony", "O Magazine", "Black Men Magazine" and "Black Men Swimsuit Extra." Ik speel het spel "hoeveel blanken kom ik vandaag tegen" met mijzelf.
Kleur is voor mij nooit een issue geweest. Maar hier is het moeilijk om er aan te ontkomen. En niet alleen in de supermarkt. Presidentskandidaat Joe Biden beschreef Senator Barack Obama als "the first, African-American who is articulate and bright and clean and a nice-looking guy." Hij bedoelde dat Obama een sterke kandidaat is voor het presidentsschap. Men interpreteert het dat Biden van mening is dat eerdere zwarte kandidaten -dominee Jesse Jackson bijvoorbeeld- niet "articulate, bright and clean" waren. Exit Biden.
Discussies over kleur en ras liggen gevoelig. Bang om als racist te worden afgeschilderd, gaat men het gesprek liever uit de weg, waardoor de verschillen in stand worden gehouden.
Ik trek me daar weinig van aan. Ik blijf mijn boodschappen in de zwarte supermarkt doen. En mijn groente en fruit koop ik op de Eastern Market, aan de andere kant van de grens.
Subscribe to:
Posts (Atom)