Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden dat de presidentskandidaten elkaar in Mississippi troffen voor hun eerste debat. Toch is het nuttig om terug te keren naar afgelopen vrijdag, want wat de heren niet zeiden was interessanter dan wat ze wel bespraken.
Het onderwerp van het presidentiële debat zou buitenlandse politiek zijn; gezien de financiële ontwikkelingen van de dagen voorafgaand aan de ontmoeting werd op de valreep besloten ook geruime tijd over de economie te praten. Hoewel dit bij uitstek de gelegenheid was het kruispunt van beide zaken te bespreken – Amerika's energiebeleid – bleef het onderwerp zo goed als onaangeroerd.
Om te begrijpen waarom meer aandact op zijn plaats zou zijn geweest, moeten we nog verder terug in de geschiedenis, naar de goede oude tijd dat Amerika slechts met een energiecrisis te kampen had. Aangevuurd door hoge olieprijzen, noemden de kandidaten regelmatig “energy independence” als de oplossing voor al Amerika`s problemen.
Niet langer zou het land miljarden uitgeven aan landen en regimes “that don't like us very much,” aldus John McCain. Investeren in de ontwikkeling van schone brandstof “would create millions of jobs,” was Barack Obama's mening. Een heldere energie-strategie zou de economie en Amerika's nationale veiligheid garanderen, brandstofprijzen doen dalen; en omdat het allemaal ook nog eens goed was voor het milieu, zou het land op meer sympathie van de rest van de wereld kunnen rekenen. De kandidaten leken het zowaar eens te zijn.
In het debat was van die eensgezindheid echter weinig terug te zien. Volgens een overzicht van de Washington Post, dat per vraag het woord vermeldt dat de kandidaat tijdens zijn reactie het meest gebruikt, was “energy” slechts één keer Obama's topwoord. In de lijst van McCain's acht antwoorden, aangevoerd door “spending” en “strategy,” kwam de term niet één keer voor.
En de keren dat men het woord in de mond nam werd het voornamelijk ingezet om de ander te bekritiseren. Zo werd er gebekvecht over wie de meeste belastingvoordelen aan oliemaatschappijen beloofd had, wie zich meer had ingezet voor de veilige opslag van kernafval en wie het beste inzicht had in het conflict tussen Rusland en Georgië.
Als ze al de energie-link tussen buitenlandbeleid en economie trokken, werd die zo vertroebeld dat het publiek niet in de gaten kreeg dat de kandidaten het over de Moeder van Alle Oplossingen hadden. Zo verpakte McCain zijn plan voor 45 nieuwe kernreactoren, goed voor 700.000 extra banen, in een opmerking over hoe trots hij was dat hij dat plan samen met Hillary Clinton op poten had gezet; Obama lanceerde zijn plan het verouderde Amerikaans electriciteitsnetwerk te verbeteren – een proces dat veel werk zal opleveren en om aandacht schreeuwt – aan het einde van een betoog over belastingdruk.
De meest verhitte discussie van de avond ontstond weliswaar toen de heren elkaar enkele malen in de rede vielen over wie de grootste voorvechter is van alternatieve energie, maar in een debat dat niet op gang leek te komen betekent dat helaas weinig.
Kortom, een gemiste kans. Niet alleen omdat de kandidaten de kijkers niet overtuigden van hun gelijk dat een goed energie-beleid aan de wieg staat van alle oplossingen, maar vooral omdat de plannen van Obama en McCain zo uiteenlopen dat er ook daadwerkelijk iets te kiezen is. Gelukkig liggen er nog drie debatten in het verschiet.
Tuesday, 30 September 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment