Sunday 12 October 2008

Follow the Money

Geld spreekt een duidelijke taal in Amerikaanse presidentsverkiezingen. Zo is over het algemeen de kandidaat met de grootste campagnekas ook degene die uiteindelijk de meeste stemmen krijgt. De herkomst spreekt ook boekdelen. Donaties van bepaalde “special interest groups,” NGO`s en bedrijven laat zien welke kandidaat het beste bij hun uitgangspunten aansluit.

Kortom, hoog tijd om eens in de huishoudboekjes van John McCain en Barack Obama te kijken en te zien wie hun energie-agenda steunen.

Het is geen verrassing dat olie- en gasmaatschappijen zich en masse achter McCain en zijn GOP hebben geschaard. Hoewel zij in het begin van zijn kandidatuur nog aan zijn bedoelingen twijfelden, was McCain's plotselinge ommekeer ten opzichte van olieboringen op eigen bodem en zijn keuze voor running mate Sarah Palin genoeg om alle onzekerheid weg te nemen. Tot nu toe ontvingen de Republikeinen zo`n $17 miljoen en kon McCain op een slordige $1.6 miljoen rekenen. Obama en de Democratische partij worden weliswaar niet vergeten, maar hun $6 miljoen is zakgeld vergeleken met de Republikeinse gas- en olieinkomsten.

Ook de kolenindustrie prefereert de Republikeinse standpunten. Kolen spelen een belangrijke rol in McCain's plan om Amerika energie-onafhakelijk te maken; en Obama's belofte “What we ought to tax is dirty energy, like coal” ziet men met schrik tegemoet. Van de $2.4 miljoen die beide partijen van deze industrie ontvingen kreeg de GOP $1.7 miljoen; $78.000,- ging direct naar McCain, terwijl Obama's campagne het met $13.000,- moest doen.

De keuze uit de alternatieve energiehoek is ook weinig verrassend. Hier kiest men met overweldigende stemmen voor de energie-agenda van de Democraten. Van het miljoen dat zij doneerden konden Obama en de zijnen $750.000,- in de boeken bijschrijven. Milieuorganisaties doen daar nog een schepje bovenop: de $150.000 voor de Republikeinen is een fooitje naast $1.8 miljoen die richting de Democratische partijkas ging.

Wie echter denkt dat het dit presidentiĆ«le verkiezingsjaar “business as usual” is als het op energie-donaties aankomt heeft het mis. Zo is de totale injectie van olie- en gasdollars - $22 miljoen – niet sinds 1994 zo klein geweest. Toen de oliemannen Bush en Cheney in 2000 voor het eerst een gooi naar het Witte Huis deden doneerde de industrie zelfs meer dan $34 miljoen, oftewel zo`n 50 procent meer dan dit jaar. Dat men nu, ondanks de hoge olieprijzen en historisch ongekende miljardenwinsten, de hand op de knip houdt, is veelzeggend.

Datzelfde geldt voor het percentage van de kolendonaties dat richting de Democraten gaat: de 31 cent die zij per dollar krijgen is in geen 14 jaar zo hoog geweest. Dat de alternatieve energie-industrie zich als een serieuze donor presenteert is ook nieuw. Hoewel hun miljoen in het niet valt bij de $940 miljoen die McCain en Obama tot nu toe ontvingen, is het vijf keer meer dan wat deze bedrijfstak in 2004 aan de presidentsverkiezingen doneerde.

De daling in bijdragen van milieuorganisaties – de eerste in bijna 20 jaar – laat zien dat de kandidaten ook voor minder geld bereid zijn naar hun boodschap te luisteren.

Het gaat misschien met kleine stapjes, maar wie goed kijkt ziet wel degelijk signalen dat Amerika's energie-focus aan het veranderen is. “Just follow the money.”

No comments: