Wednesday, 24 December 2008

“Er zijn wat privileges.”

Deel twee uit de serie waarin mensen vertellen hoe zij aan een Amerikaanse werkvergunning kwamen.

De aanvraag voor Wijnand Marchal (35) verliep probleemloos. Dat laat zich raden: hij is de eerste secretaris op de Economische afdeling van de Nederlandse Ambassade in Washington, D.C. “Voor diplomaten is dit natuurlijk een standaard procedure waarbij niet omslachtig gedaan wordt,” zegt hij, “Er worden ten slotte jaarlijks zoveel BZ-ambtenaren uitgezonden.” Bovendien is de band tussen beide landen uitstekend, zegt hij, zodat Nederlanders in Amerika op basis van reciprociteit even vlot behandeld worden als Amerikanen in Nederland.

Marchal kon voor zijn visum terecht bij een aparte afdeling van het Nederlandse ministerie van BZ, “en dat ging snel. Zodra het visum is verstrekt, kun je naar Amerika waarna een aanmeldingsprocedure bij het 'State Department' volgt. De ambassade zorgt ook voor de aanvraag van je rijbewijs. Er ging wel wat tijd overheen, maar je weet dat het goed komt. Ik heb in de hele procedure geen Amerikaan gesproken en ben niet eens op het Amerikaanse consultaat geweest.”

Zijn diplomatieke visum geeft recht op een 'diplomatic identity card,' zegt Marchal, “en dat is handig zodat ik niet voor ieder bezoek aan een Amerikaans ministerie mijn paspoort hoef mee te nemen.” Ook kwam zijn vrouw via zijn diplomatieke visum in aanmerking voor een speciale werkvergunning. Een ander voordeel is dat hij met zijn visum bij aankomst op een Amerikaans vliegveld niet in de rij voor de buitenlanders hoeft te staan, “en dat gaat een stuk sneller. Er zijn wat privileges, maar het is dan ook je werk.”

Marchal en zijn vrouw wonen sinds anderhalf jaar in Washington, D.C. Ze blijven sowieso nog anderhalf jaar waarna de volgende buitenlandse post zich zal aandienen.

No comments: