De Tweede Kamerdelegatie verwierp tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten het verzoek Guantanamo Bay gevangenen over te nemen op morele, politieke en praktische gronden. Door inhoudelijk op het verzoek in te gaan, gingen de Kamerleden voorbij aan het feit dat de Amerikaanse regering geen rechtsgrond heeft hen vast te houden.
De gevangenen in Guantanamo Bay zijn niet veroordeeld. Ze zijn niet in staat van beschuldiging gesteld. Zij zijn criminelen noch krijgsgevangenen, maar bij presidentieel besluit al bijna zes jaar buiten de bestaande rechtsorde geplaatst.
In Nederland is men al geruime tijd kritisch over de gang van zaken op Cuba. De Kamerleden lijken echter een kans gemist te hebben hun gesprekspartners te confronteren met die kritiek en de daaraan ten grondslag liggende jarenlange Amerikaanse manipulatie van de internationale rechtsorde.
Nadat President Bush de aanslagen van 11 september, 2001 een “an act of war” noemde, beschouwde zijn regering de verantwoordelijken niet als gewone criminelen. Hun misdaad was daarvoor te zwaar en federale rechters zouden ongeschikt zijn over hen te oordelen. Vanaf het moment dat de eerste gevangenen in 2002 in Guantanamo Bay arriveerden, werden vragen van mensen- en burgerrechtenorganisaties over hun juridische status afgedaan met het argument dat Amerikaanse rechtbanken geen jurisdictie hebben op Cuba. Het Amerikaanse Hooggerechtshof wees dit argument in 2004 af omdat de VS Guantanamo Bay sinds 1903 voor eeuwig van Cuba least.
De regering riep daarop, met een beroep op de staatsveiligheid, militaire tribunalen in het leven, waar gevangenen achter gesloten deuren gehoord konden worden. Men wilde voorkomen dat zij de op hen toegepaste verhoortechnieken openbaar zouden maken. Deze technieken – onder andere waterboarding (een methode waarbij een verdrinkingsgevoel wordt nagebootst) - waren vanwege hun effectiviteit tot staatsgeheim verklaard. Als Al Qaida achter die technieken kwam zouden andere terroristen daarop getraind kunnen worden.
Dat het toepassen van deze technieken volgens de V.N. Conventie Tegen Marteling gelijk staat aan martelen, onderving de regering door de definitie van marteling te vernauwen. Aangezien de Geneefse Conventie – waaraan de VS op basis van nationale wetgeving gebonden is – uitgaat van dezelfde definitie als de V.N., zou het toepassen van deze nieuwe technieken tot een internationaal vervolgbare oorlogsmisdaad leiden.
Om ook dit te omzeilen stelde men dat de gedetineerden geen krijgsgevangenen in de klassieke zin zouden zijn, maar “vijandelijke strijders.” Bij het opstellen van de Conventie was met hen geen rekening gehouden en zodoende konden zij geen aanspraak maken op haar bescherming. Het Amerikaanse Hooggerechtshof wees ook dit argument van de hand en oordeelde in 2006 dat de Conventie ook voor vijandelijke strijders geldt.
President Bush trok opnieuw zijn trukendoos open en introduceerde de Military Commissions Act (MCA) en een nieuwe juridische term, “de onwettige vijandelijke strijder.” Deze wet zet de Geneefse Conventie opnieuw buitenspel en geeft de president het privilege te beoordelen wie onwettige vijandelijke strijders zijn.
De MCA legitimeert ook dat Guantanamo Bay gevangenen het grondwettelijke recht ontzegd wordt om binnen een redelijke termijn van een rechter te horen waarom zij gevangen zijn. Dit recht van habeas corpus – al vastgelegd in de Magna Charta (1215) – voorkomt dat mensen opgesloten worden zonder rechtsgrond. De vraag of de MCA op dit punt in strijd is met de Grondwet neemt het Amerikaanse Hooggerechtshof in december in behandeling.
Ook als de MCA ongrondwettelijk wordt verklaard, is daarmee het onrecht dat de gevangenen is aangedaan niet uit de wereld. De regering Bush plaatste de War on Terror in 2001 bewust buiten de internationale rechtsorde en sloot sindsdien iedereen buiten met ondeugdelijk juridisch kunst- en vliegwerk. Nu de druk om de gevangenis te sluiten verder toeneemt, worden bondgenoten aangespoord een helpende hand te bieden.
Nederland dient, zolang de Amerikaanse regering het juridisch vacuüm wil handhaven en geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor de psychische, sociale en financiële schade van de gevangenen, er niet één toe te laten. De Kamerleden hadden het verzoek hierom zonder meer moeten afwijzen in plaats van zich tot inhoudelijke bezwaren te laten verleiden.
Thursday, 1 November 2007
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment