Tuesday 28 April 2009

So Far, So Good

Barack Obama is vandaag precies 2400 uur president. Dar er veel positiefs is te zeggen biedt weinig garanties voor de toekomst.

President Obama's eerste honderd dagen in het Witte Huis zijn op zijn minst indrukwekkend te noemen. Hij haalde de banden met de wereld aan, bracht de Verenigde Staten terug in de internationale rechtsgemeenschap, beëindigde de ideologische beperking van wetenschappelijk onderzoek en lanceerde een stimuleringsplan dat de vrije val van de Amerikaanse economie gestopt lijkt te hebben. De energieke en inspirerende manier waarop hij zijn beleid voert is een verademing na de verstarring van president Bush. Dat de VS weer een president hebben die uit zijn woorden komt vinden de mensen die ik hier spreek een geruststellende gedachte. Zijn zelfverzekerde optreden, evenwichtige reactie na tegenslag, populaire gezin en nu ook nog een fotogenieke hond dragen ertoe bij dat zij weer trots kunnen zijn.

Een presidentsschap uitputtend beoordelen na honderd dagen is onmogelijk. Het ambt is daarvoor teveel omvattend en zijn invloed op de wereldpolitiek te groot. Bovendien zijn de meeste plannen en campagnebeloften nog onvoldoende uitgekristalliseerd om over successen of mislukkingen te kunnen praten. Ik beperk mij daarom tot die onderwerpen die Obama zijn belangrijkste nationale beleidspunten noemt: gezondheidszorg, onderwijs en energie.

Geen van drie heeft hij tot nu toe de tijd en aandacht kunnen geven die ze in zijn ogen verdienen. Dat is niet verwonderlijk. Meer dan welke president was Obama de afgelopen drie maanden bezig afstand te nemen van zijn voorganger. Bush had aan het einde van zijn tweede termijn een waarderingscijfer dat rond de 30 procent schommelde; en internationaal had de VS veel van zijn invloed verloren. Niet voor niets baseerde Obama zijn campagne op één woord: “change.”

Ook zag een president zich zelden geconfronteerd met een crisis die al voor zijn inauguratie zijn onverdeelde aandacht opeiste. Waar veel ' presidents-elect' zich in relatieve rust kunnen voorbereiden en tijd hebben om een team samen te stellen was Obama vanaf 5 november intensief betrokken bij het afwenden van een financiële ramp. Dit betekent echter geenszins dat Obama zijn stokpaardjes uit het oog verloren is.

De invoering van een algemene ziektekostenverzekering houdt de Amerikaanse politiek al bijna 50 jaar bezig. De meest recente poging daartoe stamt uit 1993. De afwijzing van het mede door Hillary Clinton opgestelde wetsvoorstel was een dermate gevoelige nederlaag voor President Clinton dat hij het onderwerp verder meed. Obama's aanpak biedt meer kans op acceptatie. In plaats van zijn belangrijkste adviseur verantwoordelijk te maken heeft hij vijf bi-partisan commissies op Capitol Hill samengebracht. Hun verwachting is dat zij hem voor het einde van het jaar een concreet plan toesturen dat Democratische en Republikeinse steun heeft. Daarnaast heeft Obama een persoonlijke reden die opgeven onwaarschijnlijk maakt. Tijdens de campagne vertelde hij regelmatig hoe zijn moeder tot op haar sterfbed bezig was met verzekeringsformulieren.

Bush's onderwijspolitiek 'No Child Left Behind' had tot doel landelijke wiskunde en Engelse toetsscores te verhogen. Deze focus drong andere vakken op de achtergrond. Budgetten van scholen die onder de maat scoorden werden gekort wat de reeds bestaande ongelijkheid tussen arme en rijke scholen intensifeerde. Ook hier heeft Obama een constructief plan met voldoende financiële onderbouwing dat het onderwijs over de gehele linie zal verbeteren. Hogere salarissen moeten het nijpende lerarentekort terug dringen. Middels belastingvoordelen kunnen ook de mensen die zich nu nog laten afschrikken door het vooruitzicht van torenhoge studieschulden een universitaire opleiding volgen.

Sinds eind jaren `60 willen Amerikaanse presidenten de VS onafhankelijk maken van buitenlandse energiebronnen. Afgezien van een aantal door president Carter gestarte initiatieven – die zijn opvolger Ronald Reagan grotendeels ongedaan maakte – is de realiteit dat de VS meer olie importeert dan ooit te voren en dat Amerikanen vijf keer meer energie verbruiken dan de gemiddelde mens. Met vijf procent van de wereldbevolking is het land na China `s werelds grootste vervuiler. Obama's koers is de juiste om hier verandering in aan te brengen. Zijn geloof in de realiteit van global warming garandeert een actiever Amerikaans milieu beleid. Hij is voorstander van een 'cap and trade' systeem – waarbij bedrijven betalen voor hun CO2 uitstoot – en hij zal jaarlijks $15 miljard investeren in onderzoek naar groene energie en CO2 opslag. En aan de financiële reddingsplannen voor de autoindustrie heeft hij de voorwaarde verbonden dat zij werk maken van de ontwikkeling van schonere en zuiniger auto's.

Het uitvoeren van deze ambitieuze agenda zal niet zonder slag of stoot gaan – en Obama is de eerste die dat toegeeft. Afgezien van praktische problemen is hij ten slotte afhankelijk van de partijpolitiek in Washington, D.C. Daarnaast zal hij tijdens de volgende Congresverkiezingen in 2010 afgerekend worden op zijn inspanningen op het gebied van de economie. Stellen die teleur dan is het geenszins zeker dat hij nog over voldoende draagkracht beschikt om zijn belangrijkste nationale beleidspunten ten uitvoer te brengen. Hoe hoopvol de eerste honderd dagen ook geweest zijn, zij bieden geen enkele garantie voor de volgende 1361.

Kevin Spacey is 'Casino Jack'

Kwam enige tijd geleden het bericht naar buiten over 'Bernie Madoff: The Movie,' nu is het de beurt aan een film over een andere bekende Amerikaanse oplichter. En met twee-voudig Oscar winnaar Kevin Spacey in de rol van lobbyist Jack Abramoff wordt 'Casino Jack: The United States of Money' ongetwijfeld de moeite waard.

Voor wie het niet meer precies weet: Abramoff vertegenwoordigde onder andere de belangen van een indianenstam die in de staat Louisiana een aantal casino’s runde. Met ‘educatieve’ golftripjes, luxueuze vakanties en miljoenendonaties haalde hij de op één na hoogste Republikein in het Huis van Afgevaardigden over om tegen de legalisering van online gokken te stemmen.

In ruil voor een salaris voor zijn vrouw voor een niet-bestaande baan stemde dezelfde congresman eind jaren `90 vóór een Amerikaanse miljardeninjectie in het IMF om Rusland's economie uit het slop te halen. En een deel van dat geld ging rechtstreeks naar Abramoffs Russische cliënten. Hun plan om de politicus persoonlijk te bedanken met een nieuwe BMW op zijn oprijlaan – ‘no questions asked’ – was volgens Abramoff geen goed idee.

Uiteindelijk werd de congresman beloond met een ‘studiereis’ naar Moskou, horloges en een donatie van één miljoen aan zijn stichting, ‘opgericht om traditionele familiewaarden te promoten’. Abramoff liep uiteindelijke tegen de lamp en werd in 2006 wegens belastingontduiking en oplichting tot vijf jaar cel veroordeeld.

Daar ontving hij vorige week Spacey. De acteur wil zich zo goed mogelijk op zijn rol voorbereiden en hoe kan dat beter dan tijdens een persoonlijk gesprek met je karakter? De inhoud van hun conversatie is niet bekend maar het ging in ieder geval niet over royalties. Volgens de zogenaamde 'Son of Sam' wet – vernoemd naar de New Yorkse seriemoordenaar David Berkowitz – mogen gevangenen niet aan hun misdaad verdienen.

Abramoff kan dat waarschijnlijk niets schelen: 'The Usual Suspects' met Spacey in de hoofdrol is één van zijn favourite films. Ook hoopt hij dat de film hem zal rehabiliteren. Wat hij deed was volgens hem niet alleen de normaalste zaak van de wereld in Amerika's lobby industrie, het zou er nog steeds zo aan toe gaan.

De film komt naar verwachting in de zomer van 2011 uit en dat betekent dat Abramoff de première niet gaat halen. Hij komt pas op 1 december van dat jaar vrij – net op tijd voor de DVD.

Tuesday 21 April 2009

Crisis in lobbyland

Wat Amerikaanse presidenten al meer dan 100 jaar proberen is de crisis in een paar maanden gelukt. Grote bedrijven snijden driftig in hun lobby budgetten.

D.C. is het lobbycentrum van de wereld en K Street het bruisende middelpunt. Deze drukke tweebaansweg betekent voor lobbyisten wat Wall Street is voor beurshandelaren. Hier zijn de meeste van Washington’s 100.000 lobbyisten gevestigd. Op loopafstand van het Witte Huis en Capitol Hill vechten ze namens hun cliënten iedere dag om aandacht van honderd senatoren, 435 congresleden en tienduizenden ambtenaren.

Lobbyen is zo oud als Amerika zelf. Het recht om de overheid aan te spreken – wat lobbyen betekent – staat naast de vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid in de Grondwet. Het vak heeft echter een enorme vlucht genomen – vorig jaar ging er meer dan $3 miljard om in de lobbyindustrie. Het is dus niet zo gek dat de gemiddelde Amerikaan denkt dat alle politici corrupt zijn en alleen luisteren naar de hoogste bieder. En van de 'hired guns' -zoals lobbyisten genoemd worden - heeft men al helemaal geen hoge pet op.

Voor politici is verkiezingstijd het moment om afstand te nemen van K Street om duidelijk te maken dat ze niet te koop zijn. Dat begon in 1907 toen president Theodore Roosevelt een grote schoonmaak beloofde. Dat hij en zijn opvolgers daarin niet slaagden bleek uit de dreigementen die Obama en McCain afgelopen november richting de hired guns slingerden: ze waren zo uit 1907 weggelopen.

Waar een crisis al niet goed voor is. De lobby budgetten van de auto industrie namen met zo`n 30 procent af en Chrysler's budget werd zelfs gehalveerd. Amerika's acht grootste banken gaven in het eerste kwartaal van dit jaar 20 procent minder uit aan lobbyen dan in dezelfde periode vorig jaar.

Voordat u echter juichend op de banken gaat staan en denkt dat Obama slaagt waar anderen faalden: lobbyen blijft een lucratieve bezigheid. GM en Chrysler gaven dit jaar samen $4.3 miljoen uit; JP Morgan liet $1.3 miljoen weglobbyen, Citigroup was goed voor $1.25 miljoen en Bank of America voor $1.1 miljoen.

En als de crisis voorbij is zal alles snel bij het oude zijn, ondanks Obama's beloften. Het is namelijk simpel, aldus de directeur van de American League of Lobbyists (http://www.alldc.org/index.cfm), “de kandidaat die een wet aanneemt waardoor hij geen geld meer kan aannemen van lobbyisten tekent zijn politieke doodvonnis.”

Monday 20 April 2009

That's in a word

Complexe overheidsbesluiten worden 30 seconden soundbites; buitenland politiek wordt tot 140 karakter tellende twitter berichten terug gebracht; en triljardenbudgetten zijn kleurige staafdiagrammen. Wie de essentie van de Amerikaanse politiek wil bevatten heeft het vandaag de dag maar lastig. De website Capitolwords biedt uitkomst.

Het had zo mooi kunnen zijn: journalisten brengen orde aan in de hoeveelheid politieke informatie die dagelijks vanaf Capitol Hill en het Witte Huis de wereld in wordt geslingerd. Experts vatten samen en leggen uit wat belangrijk is, en waarom.

Helaas wilden politici hun greep op hun boodschap niet kwijt. Het resultaat: men sprak meer en meer in soundbites en leverde zelf samenvattingen van hun beleid aan. Tel daar vervolgens bij op de hoeveelheid extra communicatie mogelijkheden, de opkomst van media consultants, spindocters en 24/7 televisiezenders die 24/7 om input schreeuwen.

Gelukkig is Capitolwords deze informatie tsunami de baas. En hun methode is simpel: de site houdt per dag per politicus bij welk woord ze het vaakst zeggen. Zo was het topwoord van de New Yorkse Congresman Charlie Rangel het afgelopen jaar “Caribbean” (233 keer). De Democraat ligt in de clinch met de belastingdienst over de huurinkomsten van zijn tweede huisje in – jawel – het Caribisch gebied. Dat de Republikein Roscoe Bartlett het in 2008 1914 keer over “oil” had krijgt meer betekenis als je bedenkt dat hij voorzitter is van een commissie die zich structureel zorgen maakt over Amerika's naderende olietekort.

Het idee achter de site, aldus een woordvoerder, is “inzicht krijgen in wat er in het hoofd van politci omgaat.” En dat iemand op de werkvloer het meest zijn persoonlijke belastingproblemen aanhaalt spreekt boekdelen over zijn prioriteiten.

Gelukkig biedt de site ook voldoende vermaak. Zo sprak het hoogste Amerikaanse politieke orgaan in 2008 even vaak over “Spongebob Squarepants” als over “zombies” ( vier keer.) Dat Congresman Joe Wilson het vaak over “Hilton” en “Spears” heeft is minder spannend dan het lijkt: hij vertegenwoordigt het district Hilton Head waarin ook Spears Creek ligt.

Voor politieke junkies is de site een uitkomst. Eindelijk kunnen zij zonder problemen in de ziel van hun volksvertegenwoordigers kijken. Wat politici van de site vinden is onduidelijk, maar zeker is dat zij vanaf nu op hun woord moeten passen.

Sunday 19 April 2009

Dutch-American Friendship Day

Sinds 1982 is 19 april Dutch-American Friendship Day. En om dat te vieren organiseerde de Nederlandse gemeenschap in DC vandaag...niets.

Toen president Reagan de dag invoerde roemde hij de speciale band tussen de twee landen. "From the very beginning, Americans and Dutch were drawn together by mutual ideals. The Pilgrims resided in the Netherlands for ten years before they set sail for the New World. During the Revolutionary War, the Dutch people demonstrated their widespread sympathy for the American struggle for freedom."

Men koos toendertijd voor de 19de april omdat John Adams, de tweede president van Amerika, op die dag in 1782 in Den Haag door de Staten Generaal ontvangen werd. Ook werd op die dag het pand op de Fluwelen Burgwal 18 aangekocht om als Amerikaanse ambassade te fungeren -- een primeur voor het jonge land.

Helaas is de 27ste viering van Dutch-American Friendship geluidloos voorbij gegaan. Een aflevering van de tekenfilmserie Family Guy stond weliswaar in het teken van de legalizatie van marijuana, en de televisiezender FLM zond een film over de verdwijning van Natalee Hollaway uit, maar dat zijn toch niet echt de onderwerpen die passen bij 227 jaar 'speciale betrekkingen.'

Gelukkig biedt morgen een herkansing. Buitenlandse Zaken minister Maxime Verhagen is op bezoek in DC en samen met Hillary Clinton geeft hij op het State Department een persconferentie. Een van de zaken die aan de orde zal komen is de Ducth-American Friendship Day.

Vraag is natuurlijk of maandagochtend het beste moment voor een feest is. Anderzijds, het is beter dan het totale gebrek aan festiviteiten van vandaag. En aangezien ik morgen bij de persconferentie aanwezig ben, wordt dit verhaal vervolgd.

Friday 17 April 2009

Er is storm op komst

Het einde is nu echt nabij. Piraten in het Witte Huis? Terroristen aan de deur? Een anti-Amerikaanse alliantie van communisten en nazi's? Veel erger. Trouwende homo's. En het mag al in vijf staten!

Gelukkig biedt de National Organization for Marriage tegengas. Deze keurige familieclub lanceerde deze week haar campagne om het traditionele huwelijk en Amerika's waarden voor de ondergang te behoeden.



Deze commercial schreeuwt om tegenacties. En wie beter dan Stephen Colbert, presentator van the Colbert Report, om hier eens dunnetjes over heen te gaan. Take it away, Stephen.


via videosift.com

Republiek van Texas?

Amerika stond deze week in het teken van protest. In honderden steden en dorpjes greep men afgelopen woensdag -Tax Day - aan om over alles te klagen wat er sinds 20 januari gebeurd is. Daarbij vallen vaak grote woorden -- zoals die van de Texaanse gouverneur Rick Perry.

Amerikanen houden van groot. In veel gevallen gaat dat per ongeluk - het is nu eenmaal een enorm land met 300 miljoen inwoners -, soms is de obsessie lachwekkend - de grootste hamburger, grootste...vul maar in - en vaak is het bewonderenswaardig.

Dit 'grootse denken' heeft ook een negatieve kant. En niemand dan rechts-conservatieve Amerikanen zijn beter in dit spelletje waarbij alledaagse voorvallen tot bovenmenselijke proporties worden opgeblazen om zo duidelijk te maken dat het einde der tijden nu echt nabij is. In de praktijk betekent dit dat men Obama's economische plannen pakt, vaststelt dat die tot meer gelijkheid leiden en concludeert dat het land communistisch aan het worden is. Of men voert Obama's uitspraken om Mexicaans drugsgeweld aan te pakken aan als bewijs dat hij wapenbezit aan banden wil leggen en dus de Grondwet gaat afschaffen.

Bij zulke levensbedreigende problemen passen drastische oplossingen. Entree de gouverneur van Texas, Rick Perry. Tijdens de demonstratie afgelopen woensdag opperde hij dat, gezien de omstandigheden, Texas zich wellicht zou moeten afscheiden van de Verenigde Staten. "If Washington continues to thumb their nose at the American people, you know, who knows what might come out of that. Texas is a very unique place, and we're a pretty independent lot to boot." Voor de goede orde: de laatste keer dat een aantal staten, waaronder Texas, zich besloten af te scheiden mondde dit uit in vier jaar Burgeroorlog.

Nu zal het niet zo`n vaart lopen, maar de boosheid is echt; en dat een gouverneur van een staat zo groot als Frankrijk, Zwitserland en de Benelux dit absurde idee oppert is tekenend voor de felheid waarmee Obama zich geconfronteerd ziet. En hun woede sussen is makkelijker gezegd dan gedaan. Ten slotte zijn dit de mensen die het liefst Sarah Palin in het Witte Huis zien zitten.

Misschien is een tweedeling dus niet eens zo`n gekke gedachte?


De speech van Rick Perry

Wednesday 15 April 2009

Tax Day: eindelijk iets te klagen

Amerikanen moesten gister hun belastingenaangiftes indienen en normaal gesproken gaat Taxday geruisloos voorbij. Dit jaar werd in meer dan 2000 steden geprotesteerd. “Give me my freedom, my guns and my money and keep your change.”

Het sudderde al een tijdje. Met de Democraten stevig aan de macht in het Congres en in het Witte Huis voelt een deel van Amerika zich in de steek gelaten. Ze zijn ontevreden over de miljarden aan bail outs, president Obama's begroting van $ 3.5 triljard en de voortdurende crisis. En nu moesten ze gister ook nog hun belasting betalen om al die onzin te bekostigen. Dat is geen democratie, dat is “taxation without representation.” Met die slogan begon 200 jaar geleden de Amerikaanse Revolutie; en nu was het tijd dat Amerika opnieuw in verzet zou komen.

In Washington werd de Taxday Tea Party in het parkje voor het Witte Huis georganiseerd. Tea party – een verwijzing naar een anti-Britse protestactie uit 1773 – stond dit jaar voor Tax Enough Already. En aan de spandoeken en borden was duidelijk te zien waar men genoeg van heeft, “Stop Socialism,” “Don't give my money to people who don't work,” “Imprison CEOs.”

Een deel van de naar schatting 1000 deelnemers, die regen en blubber trotseerden, grepen de bijeenkomst aan om direct op de man te spelen, “Impeach Spendorama,” “Stop Obama Bin Lying,” “Commander in Thief.” Ook in de toespraken was duidelijk te horen dat men boos is. “Zoals het nu gaat kan het niet meer. Ons land gaat naar de knoppen.” “Politici zijn gek geworden.” “Wall Street, you make me sick.”

Mocht u denken dat Amerika op het punt van een nieuwe revolutie staat, wees gerust. Deze mensen roepen dit namelijk altijd. Voor hen is het standaard vijf voor 12. De enige reden dat zij gister in zulke grote aantallen van zich lieten horen is aan de FOX News talkshow host Glenn Beck te danken. Zodra hij van de Taxday Tea Party hoorde heeft hij het onderwerp voortdurend gehyped in zijn programma, waarna zijn collega's en Republikeinse politici snel volgden.

Ondertussen vinden zes op de 10 Amerikanen dat Obama's aanpak van de crisis juist is; en de kans dat de Commander in Thief zich door een paar verregende demonstranten van de wijs laat brengen is ook klein. En dat is maar goed ook: waar zouden deze mensen zich anders druk over moeten maken?


Glenn Beck over het belang van de Tax Day Tea Party

Tuesday 14 April 2009

Ontslagtelevisie

Voor sommigen is het een droom die uitkomt: collega's aanwijzen die ontslagen worden. Maar mag van dat proces een reality soap gemaakt worden? En zo ja, is het eigenlijk wel een slimme zet om op prime time te vertellen dat het zo slecht gaat dat er mensen de deur uit moeten?

De Amerikaanse televisiezender Fox denkt van wel. In hun nieuwste show “Someone's Gotta Go” volgen ze kleine bedrijven - 15 tot 20 man – waar de medewerkers in onderling overleg bepalen wie er morgen niet meer hoeft terug te komen. Om een weloverwogen keuze te maken krijgt men inzicht in vertrouwelijke informatie, zoals evaluaties en salarisstookjes. Maar dat persoonlijke interesses meespelen om bepaalde mensen de deur uit te krijgen – de zwetende ITer, de luie koffiejuf of de grijze administratiemuis – ligt niet alleen voor de hand, het is het basis ingrediënt voor mooie televisie.

Er schuilt echter een risico in deze opzet. Wat als een minderheid, vrouw of gehandicapt persoon ontslagen wordt die vervolgens een claim wegens discriminatie indient – we zitten tenslotte in Amerika? Met dit scenario moet men rekening houden, aldus arbeidsrechtadvocaat Joel Rice. “Het probleem is dat je van tevoren niet weet wie de laan uitgestuurd wordt. Je kan dus geen afspraken maken mocht er iemand opeens een procedure starten.”

Entertainment advocaat (dat vak bestaat) Leonard Rubin gaat ervan uit dat men wel rekening houdt met deze mogelijkheid. Dat neemt niet weg dat hij het een absurd idee vindt. “De show gaat er niet om wie de populairste werknemer is. De vraag is wie het minst populair is op de werkvloer. Daarin onderscheidt dit programma zich van andere reality shows waarin men op zoek gaat naar winnaars.”

Fox was niet voor commentaar bereikbaar, maar zei wel dat de show al in productie is. De zender kennende zal men wel een oplossing hebben gevonden. En zo niet...ik ruik een nieuw format.

Sunday 12 April 2009

Crisisliteratuur

Hoe hard de economie ook is geraakt, één industrie draait als nooit te voren. Uitgeverijen weten niet hoe snel ze boeken op de markt moeten brengen, mits ze over de crisis gaan. Het levert in sommige gevallen prachtige verhalen op.

Stap in DC een Barnes&Nobles of Borders boekwinkel binnen en er is geen ontkomen aan: crisisliteratuur. Dikke pillen over de oorzaak; schreeuwerige titels over de oplossing; sappige 'opkomst en ondergang' verhalen en natuurlijk een eindeloze hoeveelheid paperbacks over hoe u de crisis kunt overleven/ rijk kunt worden in een recessie/ de volgende bubble kan zien aankomen.

Timing is onder normale omstandigheden al van groot belang voor uitgeverijen; maar met zoiets ongrijpbaars als een mondiale financial meltdown is het risico nog groter. De oplossing: alles moet sneller. Zit er onder normale omstandigheden een jaar tussen het manuscript en de eerste druk, vandaag de dag is dat enkele maanden. Zo verscheen 'A Colossal Failure of Common Sense' over de ondergang van zakenbank Lehman Brothers nog geen vier maanden nadat Lawrence McDonald, een voormalige vice president van het bedrijf, zijn boek af had.

'Bold Endeavors: How Our Government Built America, and Why It Must Rebuild Now' was ook perfect getimed: op het moment dat het op de markt kwam zat het Witte Huis net op het stimuleringsplan van $700 miljard te broeden. En miljardair George Soros laat zien dat het nog sneller kan. Zijn 'The New Paradigm for Financial Markets' verscheen 10 dagen nadat hij uitgeschreven was als e-book en twee weken later, met vier nieuwe hoofdstukken, als paperback.

Tempo garandeert echter geen succes. Shari Olefson's 'Foreclosure Nation -- Mortgaging the American Dream' zou vorig jaar oktober op de markt komen, maar haar boek werd door de realiteit ingehaald. "Ik moest alles herschrijven," zegt ze, "maar ja, een boek schrijven over een crisis in ontwikkeling is alsof je een groep katten bij elkaar moet houden."

Als lezer wordt u met andere problemen geconfronteerd: waar te beginnen in deze crisisliteratuur-tsunami? Het antwoord daarop is gelukkig simpel: 5 maart, 2008 om 10:15 uur. Op die dag schreef een hedge fund manager in Florida op zijn website dat, volgens zijn berekening, Bear Stearns & Co failliet was. Wat op dat moment een riskante uitspraak was - het bedrijf had in het eerste kwartaal van dat jaar $115 miljoen verdiend - bleek 10 dagen later waar te zijn en ' a global crisis was born.' Hoe dit kon gebeuren is het onderwerp van William D. Cohan's 'House of Cards: A Tale of Hubris and Wretched Excess on Wall Street.'

Cohan, een voormalige investment banker, heeft al een aantal boeken op zijn naam staan, maar met 'House of Cards' heeft hij zichzelf overtroffen. Niet alleen door de manier waarop hij lastige financiële constructies inzichtelijk maakt, maar vooral door zijn harde en goed onderbouwde conclusie: Wall Street wist al jaren dat ze slechts 24 uur verwijderd waren van een economische ramp.

"Bedrijven zoals Bear Stearns, Goldman Sachs, Morgan Stanley, Merrill Lynch en Lehman Brothers hebben, in tegenstelling tot 'gewone' banken, geen eigen geld. En de afgelopen 30 jaar werd het steeds gebruikelijker om kort-termijn leningen af te sluiten - soms voor een nacht - met hun investeringen als onderpand. Dat werkte perfect totdat bepaalde investeringen probleemgevallen bleken."

Aan de hand van interviews met alle topspelers beschrijft Cohan dit "dirty little secret" en alle mensen die er aan meewerkten - en rustig bleven doorgaan, ook toen alle alarmbellen al aan het afgaan waren. Ook een leuk detail is de rol die bridge speelt binnen Bear Stears, dankzij de voormalige CEO en topbridger Jimmy Cayne.

'House of Cards' leest als een thriller, waarbij het makkelijk is om te vergeten dat alles echt gebeurd is en nog steeds gaande is. En voor wie op dit moment geen tijd heeft voor het 480 pagina's dikke boek, maakt u zich geen zorgen. In tegenstelling tot veel andere crisisliteratuur zal 'House of Cards' de komende jaren interessant blijven. Zo bezien geeft Cohan een hele nieuwe betekenis aan het woord 'waardepapier.'

Cohan legt op bezoek bij Jon Stewart het verschil uit tussen een pyramidespel en Wall Street

The Daily Show With Jon StewartM - Th 11p / 10c
William Cohan
thedailyshow.com
Daily Show
Full Episodes
Economic CrisisPolitical Humor

Monday 6 April 2009

Obama: Garanti Bank is de beste

De nieuwste campagne van de Turkse bank Garanti heeft drie uitkomsten: een sisser, een internationale rechtszaak of een diplomatieke rel.

Voorafgaand aan zijn bezoek aan Turkije sprak president Obama de inwoners van dat land toe. Althans, daar lijkt het op. “Ik wou dat ik zo`n goed economisch plan kon presenteren,” zegt de zwarte slanke man achter het katheder omringd met Amerikaanse vlaggen. “Maar er is een bank in Turkije die het doet, Garanti. Was er maar een Garanti in Amerika.”

Aan het woord is Michael Lamar, een 44-jarige Obama impersonator. Zijn 'presidentiële' persconferentie is onderdeel van een grote Garanti campagne waarin de Amerikaanse president de hoofdrol speelt. “We zouden dit waarschijnlijk niet met de vorige president gedaan hebben,” aldus Can Celikbilek, copy writer bij reclamebureau Alametifarika, “Maar Obama straalt hoop uit, niet alleen voor Amerika, maar voor de hele wereld.” Behalve op televisie is Lamar te zien op billboards in de pose die Obama tot een icoon maakte.

Ondertussen loopt hier een rechtszaak tegen de kunstenaar achter dat portret, Shepard Fairey. Hij baseerde zijn “HOPE” schilderij op een foto van het Amerikaanse persagentschap AP. En zij beweren dat hij daarmee hun auteursrecht schond. Fairey, tot wasdom gekomen als straatartiest, zegt dat hij niets met auteursrechten of royalties te maken heeft.

Als de rechter hem daarin gelijk geeft, zou AP zich weleens op Garanti kunnen gaan richten. Het gaat niet zo lekker met de krantenindustrie en AP kan het geld goed gebruiken. Ze hebben een beter verhaal: Garanti heeft, in tegenstelling tot Fairey, duidelijk commerciële doelstellingen. Ook scheppen ze een lucratief precedent als ze winnen.

Vraag is ook wat Obama in deze zaak te zeggen heeft. Dat zijn hoofd en naam gebruikt worden is 'part of the deal,' maar waar ligt de grens? Hoe blij moet hij zijn dat hij uitgerekend nu in verband gebracht wordt met hypotheken?

De enige die alle eventuele problemen wel gelooft is Lamar. Sinds hij zijn talent ontdekte is hij al enkele keren op 'staatsbezoek' geweest. En de verdiensten zijn hard nodig: Lamar verloor onlangs zijn baan bij JP Morgan Chase Bank. Het goede nieuws? “Ik ben nu fulltime beschikbaar.”

De Garanti reclame

Wednesday 1 April 2009

Hoe overleef ik een hoorzitting?

Stel u bent de CEO van een Amerikaanse multinational en u bent de afgelopen maanden wat geld kwijtgeraakt. Grote kans dat u een uitnodiging krijgt om op Capitol Hill tekst en uitleg te komen geven. Drie experts aan het woord over de warming up, excuses en kleding.

Het is hier de laatste maanden een bijna dagelijks ritueel op televisie. Heren achter een tafeltje die vragen van senatoren en Congresleden beantwoorden. En zelfs als de sessies korter duren dan vijf uur - de tijd die de Q&A met AIG CEO Edward Liddy in beslag nam - leuk is anders. Een verkeerd antwoord of een stuntelig optreden kan het einde van het bedrijf zijn. Anderzijds bieden de hoorzittingen ook kansen - uren zonder onderbreking op televisie, waar kan dat nog? Wie het spel een beetje handig speelt kan zijn kant van het verhaal uitgebreid vertellen en wellicht zelfs wat sympathie bij de kijkers wekken.

Een succesvolle hoorzitting begint bij de voorbereiding, aldus lobbyist Nick Allard. "De Nummer Eén Gouden Regel: you can't prepare enough." Behalve het eindeloos doornemen van vragen en antwoorden neemt zijn kantoor Patton Boggs cliënten ook vaak mee naar een televisiestudio. Zo kunnen ze wennen aan de camera's, de lichten en het mediacircus rondom een hoorzitting, zegt Allard, want "this is made-for-TV drama."

Tijdens het vragenvuur excuses aanbieden is nobel, zegt zijn collega Mitch Berger, maar gevaarlijk. "Het leidt alleen maar tot meer verbaal geweld," want voor politici en de pers zijn excuses een schuldbekentenis. Een CEO kan wel zeggen dat hij spijt heeft, maar moet dat slim verpakken. Oftewel zeg niet 'sorry dat we miljarden verloren hebben,' maar 'onze oprechte excuses voor wie zich door ons benadeeld voelt.'

Tot slot, de dress code. Een das dragen die meer kost dan het pak van de voorzitter van de hoorzittingscommissie is 'not done.' Te gewoontjes werkt echter ook niet, zegt lobbyist en voormalig Congreslid Gerry Sikorski. "Je gaat ook niet bij Donald Trump op bezoek in je JoS. A. Bank jasje." Zorg dat het lekker zit en niet teveel opvalt, "want dat vertroebelt je boodschap."

En wellicht ten overvloede: trek nooit teveel aan. Weinig dingen zijn dodelijker voor een bedrijf dan televisiebeelden van de topman die rood aanloopt of zweet.