Tuesday, 28 April 2009

So Far, So Good

Barack Obama is vandaag precies 2400 uur president. Dar er veel positiefs is te zeggen biedt weinig garanties voor de toekomst.

President Obama's eerste honderd dagen in het Witte Huis zijn op zijn minst indrukwekkend te noemen. Hij haalde de banden met de wereld aan, bracht de Verenigde Staten terug in de internationale rechtsgemeenschap, beëindigde de ideologische beperking van wetenschappelijk onderzoek en lanceerde een stimuleringsplan dat de vrije val van de Amerikaanse economie gestopt lijkt te hebben. De energieke en inspirerende manier waarop hij zijn beleid voert is een verademing na de verstarring van president Bush. Dat de VS weer een president hebben die uit zijn woorden komt vinden de mensen die ik hier spreek een geruststellende gedachte. Zijn zelfverzekerde optreden, evenwichtige reactie na tegenslag, populaire gezin en nu ook nog een fotogenieke hond dragen ertoe bij dat zij weer trots kunnen zijn.

Een presidentsschap uitputtend beoordelen na honderd dagen is onmogelijk. Het ambt is daarvoor teveel omvattend en zijn invloed op de wereldpolitiek te groot. Bovendien zijn de meeste plannen en campagnebeloften nog onvoldoende uitgekristalliseerd om over successen of mislukkingen te kunnen praten. Ik beperk mij daarom tot die onderwerpen die Obama zijn belangrijkste nationale beleidspunten noemt: gezondheidszorg, onderwijs en energie.

Geen van drie heeft hij tot nu toe de tijd en aandacht kunnen geven die ze in zijn ogen verdienen. Dat is niet verwonderlijk. Meer dan welke president was Obama de afgelopen drie maanden bezig afstand te nemen van zijn voorganger. Bush had aan het einde van zijn tweede termijn een waarderingscijfer dat rond de 30 procent schommelde; en internationaal had de VS veel van zijn invloed verloren. Niet voor niets baseerde Obama zijn campagne op één woord: “change.”

Ook zag een president zich zelden geconfronteerd met een crisis die al voor zijn inauguratie zijn onverdeelde aandacht opeiste. Waar veel ' presidents-elect' zich in relatieve rust kunnen voorbereiden en tijd hebben om een team samen te stellen was Obama vanaf 5 november intensief betrokken bij het afwenden van een financiële ramp. Dit betekent echter geenszins dat Obama zijn stokpaardjes uit het oog verloren is.

De invoering van een algemene ziektekostenverzekering houdt de Amerikaanse politiek al bijna 50 jaar bezig. De meest recente poging daartoe stamt uit 1993. De afwijzing van het mede door Hillary Clinton opgestelde wetsvoorstel was een dermate gevoelige nederlaag voor President Clinton dat hij het onderwerp verder meed. Obama's aanpak biedt meer kans op acceptatie. In plaats van zijn belangrijkste adviseur verantwoordelijk te maken heeft hij vijf bi-partisan commissies op Capitol Hill samengebracht. Hun verwachting is dat zij hem voor het einde van het jaar een concreet plan toesturen dat Democratische en Republikeinse steun heeft. Daarnaast heeft Obama een persoonlijke reden die opgeven onwaarschijnlijk maakt. Tijdens de campagne vertelde hij regelmatig hoe zijn moeder tot op haar sterfbed bezig was met verzekeringsformulieren.

Bush's onderwijspolitiek 'No Child Left Behind' had tot doel landelijke wiskunde en Engelse toetsscores te verhogen. Deze focus drong andere vakken op de achtergrond. Budgetten van scholen die onder de maat scoorden werden gekort wat de reeds bestaande ongelijkheid tussen arme en rijke scholen intensifeerde. Ook hier heeft Obama een constructief plan met voldoende financiële onderbouwing dat het onderwijs over de gehele linie zal verbeteren. Hogere salarissen moeten het nijpende lerarentekort terug dringen. Middels belastingvoordelen kunnen ook de mensen die zich nu nog laten afschrikken door het vooruitzicht van torenhoge studieschulden een universitaire opleiding volgen.

Sinds eind jaren `60 willen Amerikaanse presidenten de VS onafhankelijk maken van buitenlandse energiebronnen. Afgezien van een aantal door president Carter gestarte initiatieven – die zijn opvolger Ronald Reagan grotendeels ongedaan maakte – is de realiteit dat de VS meer olie importeert dan ooit te voren en dat Amerikanen vijf keer meer energie verbruiken dan de gemiddelde mens. Met vijf procent van de wereldbevolking is het land na China `s werelds grootste vervuiler. Obama's koers is de juiste om hier verandering in aan te brengen. Zijn geloof in de realiteit van global warming garandeert een actiever Amerikaans milieu beleid. Hij is voorstander van een 'cap and trade' systeem – waarbij bedrijven betalen voor hun CO2 uitstoot – en hij zal jaarlijks $15 miljard investeren in onderzoek naar groene energie en CO2 opslag. En aan de financiële reddingsplannen voor de autoindustrie heeft hij de voorwaarde verbonden dat zij werk maken van de ontwikkeling van schonere en zuiniger auto's.

Het uitvoeren van deze ambitieuze agenda zal niet zonder slag of stoot gaan – en Obama is de eerste die dat toegeeft. Afgezien van praktische problemen is hij ten slotte afhankelijk van de partijpolitiek in Washington, D.C. Daarnaast zal hij tijdens de volgende Congresverkiezingen in 2010 afgerekend worden op zijn inspanningen op het gebied van de economie. Stellen die teleur dan is het geenszins zeker dat hij nog over voldoende draagkracht beschikt om zijn belangrijkste nationale beleidspunten ten uitvoer te brengen. Hoe hoopvol de eerste honderd dagen ook geweest zijn, zij bieden geen enkele garantie voor de volgende 1361.

No comments: