Wednesday 6 February 2008

Is it a bird? An airplane? No, it's Superdelegate

Bill Clinton is er een. En de voormalige president Jimmie Carter, oud vice-president Al Gore en speaker of the House Nancy Pelosi ook. Waar komt de super delegate vandaan, wat is zijn rol en hoe is de verwarring ontstaan over het precieze aantal dat beide kanidaten claimen?

Tot het begin van de jaren zeventig werden de Democratische nominaties min of meer aangewezen in de welbekende achterkamertjes tijdens een proces waar de kiezers maar deels invloed op konden uitoefenen. Maar na de voor de Democraten kansloos verloren verkiezingen van 1972 was het tijd voor verandering.

Groeperingen en belangenorganisaties binnen de Democratische partij die voor die tijd niet of nauwelijks politiek actief waren waren namelijk van mening dat ook zij gehoord moesten worden in het nominatie proces. Om aan de wensen van milieu activisten, feministen, minderheden en anderen te voldoen werd het systeem aangepast. Bij de Democratische partij past immers niets anders dan een democratische verkiezing, was de redenering.

De veranderingen hielden dat ongeveer 40 procent van het totale aantal delegates dat een kandidaat nodig heeft voor de nominatie niet langer tijdens de voorverkiezingen werd gekozen. Deze zogenaamde ongebonden delegates - de officiele naam voor de super delegates - zijn belangrijke politici binnen de partij, zoals oud-presidenten, vice presidenten en partijleiders. Zij mogen zelf weten aan wie hun stem geven; dat in tegenstelling tot de delegates die tijdens de voorverkiezingen evenredig verdeeld worden en zich aan de keuze van de kiezer moeten houden. De achterliggende gedachte is dat een politicus die dankzij de steun van een bepaalde groep verkozen is, zijn stem aan een presidentskandidaat kan geven die opkomt voor de belangen van die groep.

Hoewel dit systeem met de beste democratische bedoelingen is bedacht, stuit het inmiddels op verzet. Idealisten en activisten hebben plaats gemaakt voor lobbyisten; en politici die ooit gekozen waren om zich hard te maken voor een bepaalde zaak zijn inmiddels ook vatbaat voor het grote geld, is het verwijt. Normaal gesproken werd er weinig aandacht besteed aan deze kritieken, omdat de 'gewone' delegates - en dus de kiezers - al voor de Conventie een kandidaat hadden aangewezen.

Dit jaar is dat echter anders, omdat Hillary Clinton en Barack Obama in nek aan nek liggen, waardoor de super delegates wel eens de doorslag zouden kunnen geven. Hun officiele aantal wordt pas tijdens de Democratische Conventie in maart vastgesteld, maar voorlopig staat de teller op 796. Het totale aantal delegates dat een kandidaat nodig heeft voor de nominatie is 2025.

Maar omdat niemand precies weet welke super delegate welke kandidaat gaat steunen is er verwarring over het totale aantal delegates waar Clinton en Obama zeggen op te kunnen rekenen. Volgens CNN heeft Clinton 193 en Obama 106 super delegates; CBS houdt het op 209 (Clinton) en 118 (Obama) en AP's voorspelling is 201 en 118 in het voordeel van Clinton. Kortom, zelfs na Super Tuesday heeft de Amerikaanse media nog voldoende superlatieven tot zijn beschikking om de spanning in de Democratische verkiezingsstrijd te beschrijven.

No comments: