Virginia – het ‘begin van het Amerikaanse Zuiden' - is een openluchtmuseum met twee gezichten, waar Amerikanen zich vergapen aan hun vroegste verleden. In combinatie met ongerepte natuur garandeert deze staat een indrukwekkende reis door de tijd.
Virgina, vernoemd naar de ongetrouwde 'Virgin Queen' Elizabeth I, ligt in het zuiden van de Verenigde Staten, ingeklemd tussen de Blue Ridge Mountains in het westen en de Chesapeake Bay in het oosten. Door de geschiedenis heen speelt de staat een belangrijke rol: in 1607 bouwden de Engelsen in Jamestown de eerste permanente nederzetting in de Nieuwe Wereld; de Amerikaanse revolutie zag er het licht; in Yorktown won George Washington in 1781 de laatste slag van de Onafhankelijkheidsoorlog; en tijdens de burgeroorlog (1861-1865) zetelde de regering van de zuidelijke ‘Confederate States of America' in Virginia's hoofstad Richmond.
De bijna acht miljoen inwoners komen in twee soorten. 'Virginians' in het noorden – waaronder veel ambtenaren, lobbyisten en diplomaten - werken over het algemeen in het nabijgelegen Washington, D.C. Hun aantallen groeien gestaag mee met de omvang van de federale overheid; en aangezien de meesten liberal (progressief) zijn is het met name aan deze groep te danken dat Barack Obama afgelopen november de eerste Democratische presidentskandidaat sinds John F. Kennedy was die de staat won.
In het zuiden vindt je uitgestrekte weilanden, enorme boerenbedrijven en veel pick-up trucks. De mensen hier zijn conservatiever en vaak minder uitbundig dan in het noorden; maar verwar hun stugge en soms afstandelijke houding niet met onvriendelijkheid. 'Southern hospitality' is niet voor niets een begrip.
Oude tijden herleven
Dat het verleden in Fredericksburg springlevend is, merken we zodra we over de drempel stappen van de apotheek. “De indianen hebben het dorp aangevallen en de dokter is vertrokken om de gewonden te verzorgen,” zegt een dame achter de toonbank, “maar misschien kan ik u helpen.” Gekleed in 18e-eeuws kostuum speelt ze de assistente van Fredericksburgs beroemdste apotheker en revolutionair Dr. Mercer. En ze neemt haar rol serieus. Als we tijdens de rondleiding vertellen dat we Nederlanders zijn, wil ze weten hoe lang de boottocht duurde.
In het openluchtmuseum Colonial Williamsburg lopen zoveel mandenmakers, stadsomroepers en andere 18e- eeuwse middenstanders rond dat we ons wat terughoudender opstellen. We zouden aan niets anders toekomen dan praten over de op handen zijnde revolutie en de tabaksoogst. Bovendien kan je ook zonder uitleg zien hoe het er hier vroeger aan toe ging. Veel van de koloniale huizen zijn herbouwd, maar men heeft zich aan het 18e- eeuwse standsplan gehouden. Ook wordt het historische belang nergens opgedrongen. Het gebied mag voor zich zelf spreken, is autovrij en doet – mede door de overal wapperende Britse Union Jack – on-Amerikaans aan. Anderzijds leert een blik op de bezoekers dat we nergens anders kunnen zijn. Ze zijn daarvoor met teveel en te typisch: 'senior citizens' op witte gympen, ouders in 'comfort clothes' en geen kind zonder baseballpetje.
De autorit naar Jamestown gaat via de Colonial Parkway waar we – op een enkele tegenligger na - alleen bomen, meertjes en roofvogels tegenkomen. Dat hier niets veranderd is sinds 1607 gaat wat ver, maar veel kan het niet zijn. Van James Cittie, zoals de 104 kolonisten hun nieuwe thuis noemden, is behalve de fundamenten en een kerktoren weinig over; en de scheepjes in de haven zijn replica's. Het bezoek is er niet minder indrukwekkend om. Uiteindelijk is dit het begin van Amerika's verhaal.
Modern én klassiek
Richmond heeft 200.000 inwoners en is een metropool van uitersten. Downtown is de historische betekenis van de stad zichtbaar. Hier staat het onlangs gerestaureerde Capitool dat al sinds zijn voltooiing in 1788 het centrum is van Virginia's politiek; het gebouw werd ontworpen door de latere president Thomas Jefferson en is het eerste neo-klassieke overheidsgebouw in Amerika. Om de hoek ligt 'the Other White House,' de residentie van de zuidelijke president Jefferson Davis.
Wij kijken op van het standbeeld van generaal Lee, opperbevelhebber van de Zuidelijke Staten en het naar hem vernoemde fort. Over het algemeen is Amerika tot op het pijnlijke af politiek correct, maar een man eren die onder andere voor de slavernij vocht is hier kennelijk geen bezwaar. Deze eigenzinnigheid, de zangerige manier van praten en ons Beaux Arts hotel waar s` avonds de regen op de open balustrades klettert, bewijzen eens te meer dat we in het echte Zuiden zijn beland.
Richmond is ook een stad in beweging. Nadat in 1995 een dijk was aangelegd tussen het zakelijk district en de James-rivier, bloeide het nu eindelijk veilige River District op. De pakhuizen waar ooit de tabak hing te drogen, werden tot luxe appartementen en hippe restaurants omgebouwd. Datzelfde jaar volgde de opening van het Virginia BioTechnology Research Park, een verzamelplaats voor biotechnologische en farmaceutische bedrijven met ruimte voor zo`n 3000 onderzoekers en wetenschappers. En dat Richmond door deze ontwikkelingen aantrekkelijk blijft, is op straat en in restaurants duidelijk te zien aan de hoeveelheid jonge, welvarende gezinnen.
Safari
Bovenin de Blue Ridge Mountains ligt het Shenandoah National park, een uitgestrekt natuurgebied dat een reden op zich is om naar Virginia te komen. Vooral tijdens de Indian Summer – die ongeveer van half september tot half oktober duurt – is het uitzicht adembenemend. Voor wie geen gebruik wil maken van de meer dan 500 kilometer wandelpaden is er de Skyline Drive die dwars door het park loopt. Door de herten, adelaars en zelfs twee gieren die zich langs de kant van de weg aan 'road kill' te goed doen, krijgt ons tochtje iets van een safari.
Een bezoek aan een burgeroorlog-slagveld is verplichte kost in Virginia. Wij gaan naar Manassas, waar in 1861 de eerste grote slag tussen Noord en Zuid plaatsvond. Afgezien van wat kanonnen, een standbeeld en een visitor center – iedere bezienswaardigheid die zichzelf serieus neemt heeft er één – is er niet veel te zien; maar het idee dat burgers uit Washington, D.C. meereisden om het Noordelijke leger aan te moedigen – en snel de benen namen toen de Zuidelijken deze slag wonnen – geeft het open landschap onder de wijdse blauwe lucht een extra dimensie. Hiervoor had de broedertwist jarenlang gesudderd; nu was duidelijk dat het menens was.
Acht van Amerika's 43 presidenten werden in Virgina geboren en enkelen kwamen na hun drukke baan terug. Zo woonde Thomas Jefferson nog jaren in Monticello, het huis dat hij zelf ontwierp. Via het zoveelste visitors center rijden we de heuvel op. Vanaf de top zien we tot aan de horizon niets dan bossen, glooiende heuvels en her een der een gebouw. Aan de rand van een iets lager gelegen plateau staat een klein stenen huisje met grote ramen waar precies een stoel in past. Hier zat de schrijver van Amerika's Onafhankelijkheidsverklaring vaak te peinzen of - net als de bezoekers nu -van het uitzicht te genieten. Deze terugkerende harmonie tussen natuurschoon en rijk verleden maakt Virginia tot een absolute aanrader voor de toekomst.
Wednesday, 25 February 2009
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment