Tuesday, 10 March 2009

Amerika weet het al

De mensenrechtensituatie in China is vorig jaar verslechterd, zo blijkt uit het jaarlijkse mensenrechtenrapport dat het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken vorige week publiceerde. De kritische toon van het rapport, grotendeels geschreven tijdens de laatste maanden van de regering-Bush, staat haaks op het beleid van president Obama. Hij heeft China's mensenrechtensituatie ondergeschikt gemaakt aan betere samenwerking.

De VS erkennen expliciet wat al jaren zichtbaar is: China is te belangrijk om het land wegens mensenrechtenschendingen in de ban te doen. President Clintons herhaalde waarschuwingen aan China stonden nieuwe handelsovereenkomsten niet in de weg. President Bush sprak het land slechts vóór en na staatsbezoeken belerend toe. En de koerswijziging van Obama markeert het einde van een falende strategie.

China is zich bewust van zijn positie op het wereldtoneel en kan westerse oproepen negeren: de vooruitgang die het land de afgelopen dertig jaar boekte, is het gevolg van China's eigen beslissingen. Amerika's nieuwe aanpak getuigt daarom van realisme. Doorlopende kritiek maakt China immers minder bereidwillig tot samenwerking op andere terreinen. Wil Obama van zijn agendapunten veiligheid, klimaatverandering en de economische crisis een succes maken, dan is China's hulp onontbeerlijk.

Het is ethisch ruimschoots verantwoord om mensenrechten tijdelijk ondergeschikt te maken aan meer vooruitgang voor miljarden mensen. Zo vraagt de strijd tegen het terrorisme in Pakistan en Afghanistan om meer betrokkenheid van buurland China - mede omdat Europese landen
zich klaarmaken voor vertrek. En voor het beëindigen van Noord-Korea's nucleaire ambities is Chinese hulp een randvoorwaarde.

Klimaatverandering tegengaan zonder vergaande afspraken tussen 's werelds grootste vervuilers is bij voorbaat kansloos. Tot dusverre wilde noch China, noch Amerika als eerste bewegen. Met het oog op het bereiken van goede resultaten tijdens de mondiale klimaatbesprekingen in Kopenhagen eind dit jaar hebben de VS de deur geopend. Als Obama's investeringen in groene technologie vruchten afwerpen, leidt dit tot meer Amerikaans leiderschap. Wordt China deelgenoot van die kennis, dan kan het leefklimaat van de hele wereldbevolking verbeteren.

De VS vormen de grootste exportmarkt voor China; China is de grootste buitenlandse eigenaar van Amerikaanse staatsobligaties en financiert ongeveer 25 procent van Amerika's staatsschuld. Wantrouwen in deze relatie heeft een negatieve invloed op de economische crisis. Dat de VS duidelijk zijn in hun intenties voorkomt kostbare achterdocht.

Zo gezien is de beleidswisseling een uiting van Obama's evenwichtiger benadering en een verademing na jaren dubbelzinnige, bijna koloniale politiek. Deze nieuwe aanpak verdient steun en navolging in Europa. Ook Europese leiders kwamen in de aanloop naar de Olympische Spelen vorig jaar in Peking niet verder dan het overwegen van een boycot. De niet uitgekomen verwachting dat media-aandacht tot een verbetering zou leiden, zorgde in Brussel voor niet meer dan korte teleurstelling. Zo tekende de Europese Commissie in januari negen nieuwe overeenkomsten met de Chinese overheid – en niet één had betrekking op het onderwerp mensenrechten.

Ook de Nederlandse getuigenispolitiek zou een halt toegeroepen moeten worden. Gelet op alle andere contacten is die bijna hypocriet. Dat mensenrechten een speerpunt zijn van minister Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken, CDA) weet men in China ondertussen wel. Door dat constant te benadrukken, kwetst Nederland de gevoelens van het gehele Chinese volk, zei de Chinese ambassadeur Xue Hanqin ooit in de Volkskrant. Ook heeft de zaak van China's onderdrukte gelovigen meer baat bij zichtbare steunbetuigingen – zoals het bezoek van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton aan een Chinese kerk – dan bij Verhagens brief aan de Tweede Kamer waarin hij zijn zorgen over hun positie uit. En de hoop van mensenrechtenambassadeur Arjan Hamburger dat China in de aanloop naar de Wereldtentoonstelling in Shanghai in 2010 vooruitgang zal boeken is op zijn minst naïef te noemen.

Als Europa daadwerkelijk uit is op het verbeteren van mensenrechten, dan dient de Amerikaanse strategie overwogen te worden. Voorafgaand aan trans-Atlantisch overleg dient een Europese werkgroep in te gaan op een aantal vragen. Wat verbetert de leefomstandigheden van zoveel mogelijk Chinezen? Hoe kan de Chinees- Europese uitwisseling worden geoptimaliseerd? Op welke manier worden westerse opvattingen over gelijkheid, recht en democratie het best ontvangen? En hoe is de mensenrechtendiscussie wel efficiënt te voeren?

Het is moreel verantwoord om met minder nadruk op de mensenrechtensituatie te streven naar goede samenwerking op die terreinen waar de VS en Europa simpelweg niet zonder China kunnen. Het verbeteren van het welzijn van miljarden mensen verdient de voorkeur boven de hoop dat een herhaling van zetten ooit tot een ander resultaat zal leiden.

No comments: