Wednesday, 31 December 2008
"To Swaffle?" Niet op de lijst
Amerika is niet alleen te groot voor één woord van het jaar; afgelopen jaar gebeurde er zoveel dat zelfs een top tien onvoldoende zou zijn. Een overzicht van de meest in het oog springende nieuwe woorden die 2008 tekenden. En nee, “to swaffle” heeft de lijst niet gehaald.
Verkiezingen zorgen altijd voor een schat aan nieuwigheid, maar met zoveel grote namen kon een explosie niet uitblijven. “Obamania” beschreef de gekte die door het land heen ging toen Obama de nominatie en vervolgens het Witte Huis won; lijders aan de “Clinton fatigue” werden moedeloos bij de gedachte aan weer een president Clinton; “maverick” McCain hamerde tevergeef op zijn rebelse karakter; en Palin riep zichzelf uit tot “hockey mom” waar haar tegenstanders niets anders zagen dan “Caribou Barbie.” Maar het enige woord dat er toe doet - ondanks “Joe the Plumber,” “the reverse Bradley effect” en “fist jab” - is “change.”
Crises zijn ook goed voor de creativiteit. Het credo “meer doen met minder” gaat immers niet op voor taalgebruik. “Staycation” is de nieuwe variant op vakantie in eigen huis; aan “recessionistas” zijn de kortingen op het kledingbuget niet te zien; en wie in deze tijd “TBTF” is heeft geluk: "too big to fail" geeft recht op een “bail out.”
China schreef geschiedenis met de Olympische Spelen; en ook woordkunstenaars deden een gooi naar goud. Vooraf domineerde in de Amerikaanse media berichten over de smog in “Greyjing;” achteraf waren de Spelen “(Michael) Phelpsian” geweest, zelfs met dat “age doping” incidentje.
Deze lijst is natuurlijk niet uitputtend. Voor het gemak laten we “gas-sippler,” “digital cliff,” “DWT,” “Throwie” en vele andere buiten beschouwing. Maar één ding is duidelijk: in Amerika gaat 2008 niet de boeken in als het jaar dat een paar scholieren met hun piemel regen de Taj Mahal sloegen.
Verkiezingen zorgen altijd voor een schat aan nieuwigheid, maar met zoveel grote namen kon een explosie niet uitblijven. “Obamania” beschreef de gekte die door het land heen ging toen Obama de nominatie en vervolgens het Witte Huis won; lijders aan de “Clinton fatigue” werden moedeloos bij de gedachte aan weer een president Clinton; “maverick” McCain hamerde tevergeef op zijn rebelse karakter; en Palin riep zichzelf uit tot “hockey mom” waar haar tegenstanders niets anders zagen dan “Caribou Barbie.” Maar het enige woord dat er toe doet - ondanks “Joe the Plumber,” “the reverse Bradley effect” en “fist jab” - is “change.”
Crises zijn ook goed voor de creativiteit. Het credo “meer doen met minder” gaat immers niet op voor taalgebruik. “Staycation” is de nieuwe variant op vakantie in eigen huis; aan “recessionistas” zijn de kortingen op het kledingbuget niet te zien; en wie in deze tijd “TBTF” is heeft geluk: "too big to fail" geeft recht op een “bail out.”
China schreef geschiedenis met de Olympische Spelen; en ook woordkunstenaars deden een gooi naar goud. Vooraf domineerde in de Amerikaanse media berichten over de smog in “Greyjing;” achteraf waren de Spelen “(Michael) Phelpsian” geweest, zelfs met dat “age doping” incidentje.
Deze lijst is natuurlijk niet uitputtend. Voor het gemak laten we “gas-sippler,” “digital cliff,” “DWT,” “Throwie” en vele andere buiten beschouwing. Maar één ding is duidelijk: in Amerika gaat 2008 niet de boeken in als het jaar dat een paar scholieren met hun piemel regen de Taj Mahal sloegen.
Omgekeerde wereld
Zevende en laatste deel van de serie waarin mensen vertellen hoe ze aan een werkvergunning voor Amerika kwamen.
De onmogelijkheid hem op korte termijn een werknemersvisum te bezorgen strookte niet met zijn werkgever's ambitie iemand zo snel mogelijk naar Amerika te sturen, zegt Tal Nadari (32), marketing/ sales manager bij Lucas Bols. “Voor zo`n visum moest ik minimaal een jaar voor hen gewerkt hebben, en ik zat er pas een maand. Ook geeft Amerika jaarlijks maar 140.000 van dat soort visa uit en had de aanvraag binnen twee weken de deur uit gemoeten.”
In overleg met visum-adviesbureau VisaVersa kwam Nadari erachter dat een E visum uitkomst bood. Eén van de voorwaarden van dit 'treaty trader/investor' visum is dat je bedrijf substantiëel in Amerika gaat investeren, zegt Nadari. “Dat we zijn we zeker van plan. Jenever is populair bij Amerikaanse barkeepers die klassieke drankjes willen schenken.”
Terwijl het Amerikaanse consulaat het investeringsplan nog moest goedkeuren, vertrok Nadari vast richting New York. “Lucas Bols doet het wat anders. Normaal gesproken gaat iemand eerst met een zes maanden geldig business visum het bedrijf opzetten. En heb je na een half jaar een kantoor, telefoonaansluiting, een bankrekening en dat soort dingen, dan pas dien je je plan en visum aanvraag in. Ik vertrok meteen nadat wij ons plan hadden opgestuurd. Ik heb nu dus ook nog geen E visum”
Maar dat duurt niet lang meer, zegt Nadari. “Ik heb net gehoord dat het plan in behandeling is genomen. Binnenkort moet ik dus terug naar Nederland om de aanvraag op het consulaat mondeling toe te lichten; en dan weet je dat het wel goed zit.”
Nadari verhuisde negen maanden geleden naar New York om vanuit daar de marketing van Lucas Bols jenever voor zijn rekening te nemen. Hoe lang hij blijft hangt mede af van hoe succesvol de herintroductie van jenever op de Amerikaanse markt is.
De onmogelijkheid hem op korte termijn een werknemersvisum te bezorgen strookte niet met zijn werkgever's ambitie iemand zo snel mogelijk naar Amerika te sturen, zegt Tal Nadari (32), marketing/ sales manager bij Lucas Bols. “Voor zo`n visum moest ik minimaal een jaar voor hen gewerkt hebben, en ik zat er pas een maand. Ook geeft Amerika jaarlijks maar 140.000 van dat soort visa uit en had de aanvraag binnen twee weken de deur uit gemoeten.”
In overleg met visum-adviesbureau VisaVersa kwam Nadari erachter dat een E visum uitkomst bood. Eén van de voorwaarden van dit 'treaty trader/investor' visum is dat je bedrijf substantiëel in Amerika gaat investeren, zegt Nadari. “Dat we zijn we zeker van plan. Jenever is populair bij Amerikaanse barkeepers die klassieke drankjes willen schenken.”
Terwijl het Amerikaanse consulaat het investeringsplan nog moest goedkeuren, vertrok Nadari vast richting New York. “Lucas Bols doet het wat anders. Normaal gesproken gaat iemand eerst met een zes maanden geldig business visum het bedrijf opzetten. En heb je na een half jaar een kantoor, telefoonaansluiting, een bankrekening en dat soort dingen, dan pas dien je je plan en visum aanvraag in. Ik vertrok meteen nadat wij ons plan hadden opgestuurd. Ik heb nu dus ook nog geen E visum”
Maar dat duurt niet lang meer, zegt Nadari. “Ik heb net gehoord dat het plan in behandeling is genomen. Binnenkort moet ik dus terug naar Nederland om de aanvraag op het consulaat mondeling toe te lichten; en dan weet je dat het wel goed zit.”
Nadari verhuisde negen maanden geleden naar New York om vanuit daar de marketing van Lucas Bols jenever voor zijn rekening te nemen. Hoe lang hij blijft hangt mede af van hoe succesvol de herintroductie van jenever op de Amerikaanse markt is.
Tuesday, 30 December 2008
“Zwaard van Damocles”
Deel zes van de serie waarin mensen vertellen hoe ze aan een Amerikaanse werkvergunning kwamen.
“Ik leef met veel vragen,” zegt Jurriaan Peters (33), neuroloog in opleiding aan Harvard University in Boston. Hij mag weliswaar nog 3,5 jaar blijven, maar “één van de voorwaarden van mijn J visum is dat ik, zodra ik klaar ben, voor minimaal twee jaar terug moet naar Nederland.” En dat ziet Peters niet zitten.
Er zijn wel ontsnappingsmogelijkheden, zegt hij, maar voor medici zijn die dun gezaaid. “Om voor een J visum in aanmerking te komen heb je een 'Statement of Need' van het ministerie van VWS nodig. Daarin staat dat er in Nederland behoefte is aan iemand met de specifieke kennis die je opleiding biedt. Wil je vervolgens onder de verplichte terugkeer uitkomen, dan volstaat voor de meeste beroepsgroepen een brief van de Nederlandse overheid met de mededeling dat die 'need' niet meer bestaat: 'jullie mogen hem houden.' Voor medici werkt dat niet zo. Er wordt geen onderscheid tussen Nederland en ontwikkelingslanden gemaakt en Amerika wil het verwijt vermijden dat hun systeem in bepaalde landen een 'brain drain' van doktoren veroorzaakt.”
Aangezien zelfs het aanbod van een baan in de staf geen uitkomst biedt, is Peters' beste kans om te mogen blijven de 'excessive hardship' clausule. “Je kan je daar op beroepen als de situatie in je eigen land onveilig is, of wanneer een heel gezin weg moet omdat één gezinslid buitenlander is. Daarom wil ik graag voordat mijn visum in 2012 afloopt twee kinderen hebben,” zegt hij lachend.
Hoewel hij soms “de sport van de pijnlijke papierwinkel” inziet, baart zijn onzekere situatie hem wel zorgen, zegt Peters. “Het hangt toch als een soort zwaard van Damocles boven ons hoofd.”
Peters woont ruim twee jaar in Amerika en heeft onlangs met zijn Amerikaanse vrouw een huis in Boston gekocht. Blijven is wat hem betreft de enige optie.
“Ik leef met veel vragen,” zegt Jurriaan Peters (33), neuroloog in opleiding aan Harvard University in Boston. Hij mag weliswaar nog 3,5 jaar blijven, maar “één van de voorwaarden van mijn J visum is dat ik, zodra ik klaar ben, voor minimaal twee jaar terug moet naar Nederland.” En dat ziet Peters niet zitten.
Er zijn wel ontsnappingsmogelijkheden, zegt hij, maar voor medici zijn die dun gezaaid. “Om voor een J visum in aanmerking te komen heb je een 'Statement of Need' van het ministerie van VWS nodig. Daarin staat dat er in Nederland behoefte is aan iemand met de specifieke kennis die je opleiding biedt. Wil je vervolgens onder de verplichte terugkeer uitkomen, dan volstaat voor de meeste beroepsgroepen een brief van de Nederlandse overheid met de mededeling dat die 'need' niet meer bestaat: 'jullie mogen hem houden.' Voor medici werkt dat niet zo. Er wordt geen onderscheid tussen Nederland en ontwikkelingslanden gemaakt en Amerika wil het verwijt vermijden dat hun systeem in bepaalde landen een 'brain drain' van doktoren veroorzaakt.”
Aangezien zelfs het aanbod van een baan in de staf geen uitkomst biedt, is Peters' beste kans om te mogen blijven de 'excessive hardship' clausule. “Je kan je daar op beroepen als de situatie in je eigen land onveilig is, of wanneer een heel gezin weg moet omdat één gezinslid buitenlander is. Daarom wil ik graag voordat mijn visum in 2012 afloopt twee kinderen hebben,” zegt hij lachend.
Hoewel hij soms “de sport van de pijnlijke papierwinkel” inziet, baart zijn onzekere situatie hem wel zorgen, zegt Peters. “Het hangt toch als een soort zwaard van Damocles boven ons hoofd.”
Peters woont ruim twee jaar in Amerika en heeft onlangs met zijn Amerikaanse vrouw een huis in Boston gekocht. Blijven is wat hem betreft de enige optie.
Monday, 29 December 2008
“Best gladjes”
Deel vijf uit de serie waarin mensen vertellen hoe zij aan een Amerikaanse werkvergunning kwamen
Achteraf verliep het aanvragen van zijn F1 studentenvisum “best gladjes,” zegt Ramon Piñol (28) promovendus in de neurobiologie. “Maar de procedure is best intimiderend. Als je bijvoorbeeld het consultaat in Amsterdam belt, is de eerste vraag 'wat is je credit card nummer?' Het maken van een afspraak kost namelijk € 15,-.”
Voordat hij als 'exchange scholar' aan de slag kon aan de George Washington University in Washington, D.C. moest worden aangetoond dat er geen Amerikaan was die beter op die plek paste, zegt Piñol. “Mijn professor moest zelfs advertenties plaatsen om te bewijzen dat er echt hard naar die ene Amerikaan gezocht werd. Of er daadwerkelijk iemand is langs gekomen weet ik niet. Die zoektocht ging buiten mij om. Maar het duurde wel lang voordat de universiteit het groene licht kreeg om me aan te nemen.”
Toen Piñol na twee jaar solliciteerde naar een promotie-plek begon het circus opnieuw. Maar dit keer was hij voorbereid op wat hem op het consulaat te wachten stond. “Tijdens een interview werd ik lang doorgezaagd over mijn band met Nederland. De positie is van tijdelijke aard dus willen ze er zeker van zijn dat je daarna weer terug gaat. Gelukkig staat mijn moeder's huis op mijn naam en waren die eigendomspapieren voldoende bewijs.”
Als zijn onderzoek over vijf jaar klaar is, wil Piñol een green card aanvragen. Ervaren als hij inmiddels is ziet hij die procedure vol optimisme tegemoet. “Als ik tegen die tijd maar een paar publicaties op mijn naam heb staan. Ik hoor van veel wetenschappers dat het dan geen probleem moet zijn. In principe.”
Piñol is getrouwd en woont inmiddels ruim twee jaar in het centrum van Washington, D.C. Ze willen graag in Amerika blijven, maar omdat zijn vrouw ook buitenlander is zal dat niet zonder slag of stoot gaan.
Achteraf verliep het aanvragen van zijn F1 studentenvisum “best gladjes,” zegt Ramon Piñol (28) promovendus in de neurobiologie. “Maar de procedure is best intimiderend. Als je bijvoorbeeld het consultaat in Amsterdam belt, is de eerste vraag 'wat is je credit card nummer?' Het maken van een afspraak kost namelijk € 15,-.”
Voordat hij als 'exchange scholar' aan de slag kon aan de George Washington University in Washington, D.C. moest worden aangetoond dat er geen Amerikaan was die beter op die plek paste, zegt Piñol. “Mijn professor moest zelfs advertenties plaatsen om te bewijzen dat er echt hard naar die ene Amerikaan gezocht werd. Of er daadwerkelijk iemand is langs gekomen weet ik niet. Die zoektocht ging buiten mij om. Maar het duurde wel lang voordat de universiteit het groene licht kreeg om me aan te nemen.”
Toen Piñol na twee jaar solliciteerde naar een promotie-plek begon het circus opnieuw. Maar dit keer was hij voorbereid op wat hem op het consulaat te wachten stond. “Tijdens een interview werd ik lang doorgezaagd over mijn band met Nederland. De positie is van tijdelijke aard dus willen ze er zeker van zijn dat je daarna weer terug gaat. Gelukkig staat mijn moeder's huis op mijn naam en waren die eigendomspapieren voldoende bewijs.”
Als zijn onderzoek over vijf jaar klaar is, wil Piñol een green card aanvragen. Ervaren als hij inmiddels is ziet hij die procedure vol optimisme tegemoet. “Als ik tegen die tijd maar een paar publicaties op mijn naam heb staan. Ik hoor van veel wetenschappers dat het dan geen probleem moet zijn. In principe.”
Piñol is getrouwd en woont inmiddels ruim twee jaar in het centrum van Washington, D.C. Ze willen graag in Amerika blijven, maar omdat zijn vrouw ook buitenlander is zal dat niet zonder slag of stoot gaan.
Sunday, 28 December 2008
Race tegen de klok
Deel vier uit de serie waarin mensen vertellen hoe zij aan een Amerikaanse werkvergunning kwamen.
Het aanvragen van zijn L visum ging gepaard met “lichte paniek,” zegt Derck Jan Smits (36), general manager Noord-Amerika voor SNS Property Finance International. “Het duurde allemaal lang omdat het openen van een kantoor in Amerika voor SNS een nieuwe operatie was. Bij de immigratiedienst maakt men zich dan toch iets meer zorgen, omdat ze bang zijn dat je het allemaal verzonnen hebt. En ondertussen kwam het tijdstip waarop mijn hoogzwangere vrouw niet meer zou mogen vliegen steeds dichterbij.”
Zelfs nadat de aanvraag was goedgekeurd kon Smits niet achter over leunen, zegt hij. “Ik kreeg alle papieren die we nodig hadden om naar het consulaat te gaan 25 dagen voor ons vertrek. Voordat je daar een afspraak kan maken ben je zo 10 dagen verder. Daarna moet op het consulaat alles gecheckt worden en dan moet het ook nog eens teruggestuurd worden. Zo kwamen de visa van mijn vrouw en zoontje drie dagen voordat we zouden vliegen; de mijne werd op vrijdag bezorgd, minder dan 24 uur voordat ons vliegtuig vertrok.”
Smits' L visum is van toepassing bij 'intra-company transfers' en geldig voor één jaar. Verlengen is geen sine cure, zegt hij. “Ze willen een update van het business plan zien. Ze willen weten hoeveel man we hebben aangenomen. We moeten aantonen dat het bedrijf dat we kwamen opzetten realiteit is geworden. Het bij elkaar krijgen van alle juiste papieren kost tijd en daarom zit de Amerikaanse immigratie advocaat die SNS heeft ingehuurd nu al te pushen. En mijn visum loopt pas over vier maanden af.”
SNS zond Smits voor drie jaar uit; en hij woont nu bijna een jaar met zijn vrouw en twee kinderen in een buitenwijk van Washington, D.C. Wat daarna gaat gebeuren hangt af van zijn werkgever en gezin.
Het aanvragen van zijn L visum ging gepaard met “lichte paniek,” zegt Derck Jan Smits (36), general manager Noord-Amerika voor SNS Property Finance International. “Het duurde allemaal lang omdat het openen van een kantoor in Amerika voor SNS een nieuwe operatie was. Bij de immigratiedienst maakt men zich dan toch iets meer zorgen, omdat ze bang zijn dat je het allemaal verzonnen hebt. En ondertussen kwam het tijdstip waarop mijn hoogzwangere vrouw niet meer zou mogen vliegen steeds dichterbij.”
Zelfs nadat de aanvraag was goedgekeurd kon Smits niet achter over leunen, zegt hij. “Ik kreeg alle papieren die we nodig hadden om naar het consulaat te gaan 25 dagen voor ons vertrek. Voordat je daar een afspraak kan maken ben je zo 10 dagen verder. Daarna moet op het consulaat alles gecheckt worden en dan moet het ook nog eens teruggestuurd worden. Zo kwamen de visa van mijn vrouw en zoontje drie dagen voordat we zouden vliegen; de mijne werd op vrijdag bezorgd, minder dan 24 uur voordat ons vliegtuig vertrok.”
Smits' L visum is van toepassing bij 'intra-company transfers' en geldig voor één jaar. Verlengen is geen sine cure, zegt hij. “Ze willen een update van het business plan zien. Ze willen weten hoeveel man we hebben aangenomen. We moeten aantonen dat het bedrijf dat we kwamen opzetten realiteit is geworden. Het bij elkaar krijgen van alle juiste papieren kost tijd en daarom zit de Amerikaanse immigratie advocaat die SNS heeft ingehuurd nu al te pushen. En mijn visum loopt pas over vier maanden af.”
SNS zond Smits voor drie jaar uit; en hij woont nu bijna een jaar met zijn vrouw en twee kinderen in een buitenwijk van Washington, D.C. Wat daarna gaat gebeuren hangt af van zijn werkgever en gezin.
Saturday, 27 December 2008
Niet te missen kans
Deel drie uit de serie waarin mensen vertellen hoe zij aan een Amerikaanse werkvergunning kwamen.
Ze hield er al lang rekening mee, maar toch kwam de verhuizing onverwacht, zegt Huyen Pham (35). “Mijn ouders wilden naar Amerika omdat we hier familie hebben. Via mijn oom en tante vroegen zij een green card aan, maar ze stonden wel eerst zo`n 12 jaar op een wachtlijst.” Voor dergelijke aanvragen via familie geldt de regel: hoe groter de mate van afhankelijkheid des te eerder je er één krijgt.
Toen haar ouders' aanvraag werd goedgekeurd, kwam Pham ook in aanmerking voor een green card, wat weliswaar opnieuw 8 jaar duurde. “Maar ik moest wel binnen twee jaar beslissen, anders vervalt het aanbod, Het verkrijgen van een green card ziet de Amerikaanse immigratiedienst als een recht. En dat vervalt als ik er geen gebruik van zou maken.”
Hoewel ze Nederland mist, was het een bewuste keuze om te gaan. “Ik mag hier wel werken, maar als Nederlandse belastingadviseur weet ik niets van het Amerikaanse stelsel. Maar ik wilde de ervaring niet missen. En we kregen er veel voor terug. Zoals wij wonen bijvoorbeeld. ”
Pham kon niet zomaar vertrekken. “Ik moest mijn vriend Patrick overtuigen en hij was best anti-Amerikaans. En hij moest vervolgens zijn werkgever vragen hem naar Amerika te sturen. De green card geldt namelijk alleen voor mij. Gelukkig kunnen consultants overal werken”
Na twee jaar weet Pham nog niet of ze wil blijven. “Maar ons zoontje is Amerikaan. Als we ooit terug willen naar Amerika kan hij een nieuwe green card voor ons sponsoren als hij 21 is. Alhoewel, tegen die tijd zijn wij 65,” voegt ze er lachend aan toe.
Pham is inmiddels getrouwd en woont met haar man en twee kinderen in Washington, D.C. Als zijn werkvergunning over een jaar afloopt kan die met drie jaar verlengd worden; of hij daar gebruik van gaat maken weten Pham en hij nog niet.
Ze hield er al lang rekening mee, maar toch kwam de verhuizing onverwacht, zegt Huyen Pham (35). “Mijn ouders wilden naar Amerika omdat we hier familie hebben. Via mijn oom en tante vroegen zij een green card aan, maar ze stonden wel eerst zo`n 12 jaar op een wachtlijst.” Voor dergelijke aanvragen via familie geldt de regel: hoe groter de mate van afhankelijkheid des te eerder je er één krijgt.
Toen haar ouders' aanvraag werd goedgekeurd, kwam Pham ook in aanmerking voor een green card, wat weliswaar opnieuw 8 jaar duurde. “Maar ik moest wel binnen twee jaar beslissen, anders vervalt het aanbod, Het verkrijgen van een green card ziet de Amerikaanse immigratiedienst als een recht. En dat vervalt als ik er geen gebruik van zou maken.”
Hoewel ze Nederland mist, was het een bewuste keuze om te gaan. “Ik mag hier wel werken, maar als Nederlandse belastingadviseur weet ik niets van het Amerikaanse stelsel. Maar ik wilde de ervaring niet missen. En we kregen er veel voor terug. Zoals wij wonen bijvoorbeeld. ”
Pham kon niet zomaar vertrekken. “Ik moest mijn vriend Patrick overtuigen en hij was best anti-Amerikaans. En hij moest vervolgens zijn werkgever vragen hem naar Amerika te sturen. De green card geldt namelijk alleen voor mij. Gelukkig kunnen consultants overal werken”
Na twee jaar weet Pham nog niet of ze wil blijven. “Maar ons zoontje is Amerikaan. Als we ooit terug willen naar Amerika kan hij een nieuwe green card voor ons sponsoren als hij 21 is. Alhoewel, tegen die tijd zijn wij 65,” voegt ze er lachend aan toe.
Pham is inmiddels getrouwd en woont met haar man en twee kinderen in Washington, D.C. Als zijn werkvergunning over een jaar afloopt kan die met drie jaar verlengd worden; of hij daar gebruik van gaat maken weten Pham en hij nog niet.
Wednesday, 24 December 2008
“Er zijn wat privileges.”
Deel twee uit de serie waarin mensen vertellen hoe zij aan een Amerikaanse werkvergunning kwamen.
De aanvraag voor Wijnand Marchal (35) verliep probleemloos. Dat laat zich raden: hij is de eerste secretaris op de Economische afdeling van de Nederlandse Ambassade in Washington, D.C. “Voor diplomaten is dit natuurlijk een standaard procedure waarbij niet omslachtig gedaan wordt,” zegt hij, “Er worden ten slotte jaarlijks zoveel BZ-ambtenaren uitgezonden.” Bovendien is de band tussen beide landen uitstekend, zegt hij, zodat Nederlanders in Amerika op basis van reciprociteit even vlot behandeld worden als Amerikanen in Nederland.
Marchal kon voor zijn visum terecht bij een aparte afdeling van het Nederlandse ministerie van BZ, “en dat ging snel. Zodra het visum is verstrekt, kun je naar Amerika waarna een aanmeldingsprocedure bij het 'State Department' volgt. De ambassade zorgt ook voor de aanvraag van je rijbewijs. Er ging wel wat tijd overheen, maar je weet dat het goed komt. Ik heb in de hele procedure geen Amerikaan gesproken en ben niet eens op het Amerikaanse consultaat geweest.”
Zijn diplomatieke visum geeft recht op een 'diplomatic identity card,' zegt Marchal, “en dat is handig zodat ik niet voor ieder bezoek aan een Amerikaans ministerie mijn paspoort hoef mee te nemen.” Ook kwam zijn vrouw via zijn diplomatieke visum in aanmerking voor een speciale werkvergunning. Een ander voordeel is dat hij met zijn visum bij aankomst op een Amerikaans vliegveld niet in de rij voor de buitenlanders hoeft te staan, “en dat gaat een stuk sneller. Er zijn wat privileges, maar het is dan ook je werk.”
Marchal en zijn vrouw wonen sinds anderhalf jaar in Washington, D.C. Ze blijven sowieso nog anderhalf jaar waarna de volgende buitenlandse post zich zal aandienen.
De aanvraag voor Wijnand Marchal (35) verliep probleemloos. Dat laat zich raden: hij is de eerste secretaris op de Economische afdeling van de Nederlandse Ambassade in Washington, D.C. “Voor diplomaten is dit natuurlijk een standaard procedure waarbij niet omslachtig gedaan wordt,” zegt hij, “Er worden ten slotte jaarlijks zoveel BZ-ambtenaren uitgezonden.” Bovendien is de band tussen beide landen uitstekend, zegt hij, zodat Nederlanders in Amerika op basis van reciprociteit even vlot behandeld worden als Amerikanen in Nederland.
Marchal kon voor zijn visum terecht bij een aparte afdeling van het Nederlandse ministerie van BZ, “en dat ging snel. Zodra het visum is verstrekt, kun je naar Amerika waarna een aanmeldingsprocedure bij het 'State Department' volgt. De ambassade zorgt ook voor de aanvraag van je rijbewijs. Er ging wel wat tijd overheen, maar je weet dat het goed komt. Ik heb in de hele procedure geen Amerikaan gesproken en ben niet eens op het Amerikaanse consultaat geweest.”
Zijn diplomatieke visum geeft recht op een 'diplomatic identity card,' zegt Marchal, “en dat is handig zodat ik niet voor ieder bezoek aan een Amerikaans ministerie mijn paspoort hoef mee te nemen.” Ook kwam zijn vrouw via zijn diplomatieke visum in aanmerking voor een speciale werkvergunning. Een ander voordeel is dat hij met zijn visum bij aankomst op een Amerikaans vliegveld niet in de rij voor de buitenlanders hoeft te staan, “en dat gaat een stuk sneller. Er zijn wat privileges, maar het is dan ook je werk.”
Marchal en zijn vrouw wonen sinds anderhalf jaar in Washington, D.C. Ze blijven sowieso nog anderhalf jaar waarna de volgende buitenlandse post zich zal aandienen.
Tuesday, 23 December 2008
Een lot uit de loterij
Negentig procent van de Amerikanen vindt dat het land op de verkeerde weg is; en toch willen ieder jaar honderden Nederlanders aan de slag in het land van de onbegrensde mogelijkheden. Maar een werkvergunning voor Amerika komt je niet aanwaaien. Het betekent lang wachten, intimiderende bureaucratie en nagelbijten. En soms kan je zelfs met de felbegeerde stempel in je paspoort niet rustig achterover leunen. Deel één uit een de serie waarin zes mensen vertellen hoe het hen lukte om in Amerika te gaan werken.
Sander Kooijman (30) kon zijn geluk niet op toen hij hoorde dat hij een green card gewonnen had. “Voor de meeste visumaanvragen moet je van tevoren van alles aantonen, maar voor de loterij geldt 'nul kwalificaties, alleen geluk.'” De Amerikaanse overheid organiseert jaarlijks deze loterij waarbij 50.000 werkvergunningen te vergeven zijn. Toen Kooijman meedeed schreven zich meer dan 4 miljoen mensen in.
“Om mee te doen moet je het equivalent van een Amerikaanse middelbare school diploma laten zien of aantonen dat je één jaar werkervaring hebt.” Inschrijven kan via de web site van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken of bij speciale bureaus. “En als je een in mei een groot pakket ontvangt weet je dat je gewonnen hebt.”
Dat betekent echter nog niet dat je je green card direct krijgt, zegt Kooijman. “Eerst krijg je een dokter toegewezen bij wie je langs moet voor een medische keuring. De uitslagen van de test gaan naar het consulaat. Blijkt uit de longfoto dat je TBC hebt dan kom je pas na behandeling in aanmerking. Een positieve AIDS test is een directe 'deal breaker.'”
Het nadeel van de loterij is dat je geen zicht hebt op de uitslag, aldus Kooijman. “Het was de tweede keer dat ik meedeed en je hebt een kans van één op 80. Ik was daarom ook al op een andere manier bezig om aan een visum te komen.”
Kooijman, producer bij de onafhankelijke filmmaatschappijElysian Entertainment, woont sinds 2004 in New York. Terug naar Nederland kan altijd, maar dat is voor hem in de nabije toekomst geen optie.
Sander Kooijman (30) kon zijn geluk niet op toen hij hoorde dat hij een green card gewonnen had. “Voor de meeste visumaanvragen moet je van tevoren van alles aantonen, maar voor de loterij geldt 'nul kwalificaties, alleen geluk.'” De Amerikaanse overheid organiseert jaarlijks deze loterij waarbij 50.000 werkvergunningen te vergeven zijn. Toen Kooijman meedeed schreven zich meer dan 4 miljoen mensen in.
“Om mee te doen moet je het equivalent van een Amerikaanse middelbare school diploma laten zien of aantonen dat je één jaar werkervaring hebt.” Inschrijven kan via de web site van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken of bij speciale bureaus. “En als je een in mei een groot pakket ontvangt weet je dat je gewonnen hebt.”
Dat betekent echter nog niet dat je je green card direct krijgt, zegt Kooijman. “Eerst krijg je een dokter toegewezen bij wie je langs moet voor een medische keuring. De uitslagen van de test gaan naar het consulaat. Blijkt uit de longfoto dat je TBC hebt dan kom je pas na behandeling in aanmerking. Een positieve AIDS test is een directe 'deal breaker.'”
Het nadeel van de loterij is dat je geen zicht hebt op de uitslag, aldus Kooijman. “Het was de tweede keer dat ik meedeed en je hebt een kans van één op 80. Ik was daarom ook al op een andere manier bezig om aan een visum te komen.”
Kooijman, producer bij de onafhankelijke filmmaatschappijElysian Entertainment, woont sinds 2004 in New York. Terug naar Nederland kan altijd, maar dat is voor hem in de nabije toekomst geen optie.
Monday, 22 December 2008
Burger King onderbroek wint
Virgin is het gelukt met cola en een vliegmaatschappij. Ralph Lauren's verf is bijna net zo succesvol als de kledinglijn. En de verkoop van Marlboro jassen doet nauwelijks onder voor die van de sigaretten. Niet iedere brand extension pakt zo goed uit.
Marketing consultancy TippingSprung deed onderzoek naar de grootste missers van 2008. Eervolle vermeldingen waren er voor Coca Cola's kledinglijn - gemaakt uit gerecyclde flessen -, Playboy's energiedrankje, Disney`s Doornroosje pennen van $1.200,- en Porsche's $100.000,- Design Kitchen.
De derde plaats was voor was de travel site van Kanye West. De rapper droeg zelf in belangrijke mate bij aan zijn verkiezing: hij werd dit jaar twee keer meteen na aankomst op een vliegveld gearresteerd omdat hij een fotograaf geslagen had.
Het zilver ging naar Kellogg's hip-hop street wear. Dat de cornflakes gigant net naast de eerste plaats greep lag niet aan de gangsta jeans met Frosty the Tiger opdruk; de onbetwiste Nummer Eén maakte het simpelweg nog bonter.
Winnaar van de grootste brand extension miskleun 2008, tromgeroffel, de Burger King onderbroek. Bijna de helft van de ondervraagden zag geen enkel verband tussen de twee. Of zoals één kandidaat het samenvatte, “"While people love the Whopper, they don't want to parade around in underwear that says, 'This is where my big, fat ass came from.'”
TippingSprung deed de enqûete voor de vijfde keer. En net als de voorafgaande jaren was oprichter Robert Sprung af en toe met stomheid geslagen. “The bad ideas keep flowing. It's amazing and there's nothing we can do to stop it.” Ondanks de recessie verwacht Sprung niet dat volgend jaar beter zal worden. De man die eerder Precious Moments' zoetsappige doodskisten, Hooters vliegmaatschappij en Salvador Dali deodorant als miskleunen ontmantelde is daarvoor te veel gewaarschuwd.
Marketing consultancy TippingSprung deed onderzoek naar de grootste missers van 2008. Eervolle vermeldingen waren er voor Coca Cola's kledinglijn - gemaakt uit gerecyclde flessen -, Playboy's energiedrankje, Disney`s Doornroosje pennen van $1.200,- en Porsche's $100.000,- Design Kitchen.
De derde plaats was voor was de travel site van Kanye West. De rapper droeg zelf in belangrijke mate bij aan zijn verkiezing: hij werd dit jaar twee keer meteen na aankomst op een vliegveld gearresteerd omdat hij een fotograaf geslagen had.
Het zilver ging naar Kellogg's hip-hop street wear. Dat de cornflakes gigant net naast de eerste plaats greep lag niet aan de gangsta jeans met Frosty the Tiger opdruk; de onbetwiste Nummer Eén maakte het simpelweg nog bonter.
Winnaar van de grootste brand extension miskleun 2008, tromgeroffel, de Burger King onderbroek. Bijna de helft van de ondervraagden zag geen enkel verband tussen de twee. Of zoals één kandidaat het samenvatte, “"While people love the Whopper, they don't want to parade around in underwear that says, 'This is where my big, fat ass came from.'”
TippingSprung deed de enqûete voor de vijfde keer. En net als de voorafgaande jaren was oprichter Robert Sprung af en toe met stomheid geslagen. “The bad ideas keep flowing. It's amazing and there's nothing we can do to stop it.” Ondanks de recessie verwacht Sprung niet dat volgend jaar beter zal worden. De man die eerder Precious Moments' zoetsappige doodskisten, Hooters vliegmaatschappij en Salvador Dali deodorant als miskleunen ontmantelde is daarvoor te veel gewaarschuwd.
Sunday, 14 December 2008
Nederland moet Obama helpen Guantánamo Bay te sluiten
De Portugese minister van Buitenlandse Zaken Luís Amado schreef zijn Europese collega’s op 11 december jongstleden dat zijn land bereid is gevangenen uit Guantánamo Bay over te nemen. Amado riep de EU-lidstaten op het Portugese voorbeeld te volgen om zo de Amerikaanse regering te helpen bij het sluiten van de gevangenis op Cuba. Zijn aanbod betreft 60 gevangenen waarvan vaststaat dat zij ten onrechte zijn opgepakt. Zij kunnen niet vertrekken omdat hun veiligheid in eigen land niet gegarandeerd is en Amerikaanse anti-terrorisme wetten toelating tot de Verenigde Staten uitsluiten.
Nederland doet er goed aan in beginsel positief op deze oproep te reageren, en wel om de volgende redenen. De VS zijn inmiddels zo verstrikt in het zelf gecreëerde juridische web dat het land zonder internationale hulp niet in staat is op korte termijn van Guantánamo Bay af te komen. Aankomend president Barack Obama kan de gevangenis wel zo snel mogelijk willen sluiten, maar dat gaat hem voorlopig niet lukken. Zo zal alleen al het aanpassen van bestaande wetgeving jaren vergen.
Als boegbeeld van de internationale rechtsorde en zetel van het Internationale Strafhof had Nederland eerder en duidelijker stelling kunnen nemen tegen het wetgevend kunst- en vliegwerk van de Bush regering. Zelfs na de verkapte introductie van 'marteling' en het omzeilen van de Geneefse Conventie bleef het in Den Haag opvallend stil, ook toen het Amerikaanse Hooggerechtshof die wetgeving tot driemaal toe als ongrondwettelijk afwees. Deze omissie kan Nederland nu goedmaken.
Dat bondgenoot Amerika de gevangenis zo snel mogelijk sluit is in het belang van het Westen, en dus ook van Nederland. Guantánamo Bay is iedere democratische rechtsstaat een gruwel en een belangrijke bron van terechte woede in Islamitische kringen. Hoe eerder de Obama regering dat kan verhelpen, hoe beter.
Vóór Nederland - of enig ander Europees land - daadwerkelijk kan besluiten gedetineerden over te nemen moet een aantal vragen afdoend beantwoord worden. Wat is de status van deze ex-gedetineerden? Kunnen zij worden toegelaten als waren zij asielzoekers? Waar en hoe worden ze gehuisvest? Hoe worden zij, indien nodig, geholpen bij hun herintrede in de maatschappij? Wie staat ze bij in hun streven naar een financiële schadevergoeding? En hoe kan voorkómen worden dat zij ‘verdwijnen’ en – wie weet - alsnog tot terrorisme vervallen?
Het verdient aanbeveling dat Nederland zich in principe bereid verklaart de sluiting van Guantánamo Bay politiek te steunen door toelating van een aantal gevangenen. De Tweede Kamer kan daartoe het initiatief nemen. Een brede parlementaire werkgroep met voldoende deskundigheid op internationaal juridisch gebied kan vervolgens - bij voorkeur in overleg met leden van het Europees Parlement - de bovenstaande vragen beantwoorden en bepalen aan welke voorwaarden die toelating moet voldoen.
Wellicht helpt Nederlandse/ Europese steun de VS ook aan een oplossing voor de overige plus minus 200 gevangenen. Zij zijn nooit in staat van beschuldiging gesteld en worden dus naar internationaal recht al bijna zeven jaar onrechtmatig vastgehouden. Hoog tijd om Obama in staat te stellen ook aan deze schande een eind te maken.
Nederland doet er goed aan in beginsel positief op deze oproep te reageren, en wel om de volgende redenen. De VS zijn inmiddels zo verstrikt in het zelf gecreëerde juridische web dat het land zonder internationale hulp niet in staat is op korte termijn van Guantánamo Bay af te komen. Aankomend president Barack Obama kan de gevangenis wel zo snel mogelijk willen sluiten, maar dat gaat hem voorlopig niet lukken. Zo zal alleen al het aanpassen van bestaande wetgeving jaren vergen.
Als boegbeeld van de internationale rechtsorde en zetel van het Internationale Strafhof had Nederland eerder en duidelijker stelling kunnen nemen tegen het wetgevend kunst- en vliegwerk van de Bush regering. Zelfs na de verkapte introductie van 'marteling' en het omzeilen van de Geneefse Conventie bleef het in Den Haag opvallend stil, ook toen het Amerikaanse Hooggerechtshof die wetgeving tot driemaal toe als ongrondwettelijk afwees. Deze omissie kan Nederland nu goedmaken.
Dat bondgenoot Amerika de gevangenis zo snel mogelijk sluit is in het belang van het Westen, en dus ook van Nederland. Guantánamo Bay is iedere democratische rechtsstaat een gruwel en een belangrijke bron van terechte woede in Islamitische kringen. Hoe eerder de Obama regering dat kan verhelpen, hoe beter.
Vóór Nederland - of enig ander Europees land - daadwerkelijk kan besluiten gedetineerden over te nemen moet een aantal vragen afdoend beantwoord worden. Wat is de status van deze ex-gedetineerden? Kunnen zij worden toegelaten als waren zij asielzoekers? Waar en hoe worden ze gehuisvest? Hoe worden zij, indien nodig, geholpen bij hun herintrede in de maatschappij? Wie staat ze bij in hun streven naar een financiële schadevergoeding? En hoe kan voorkómen worden dat zij ‘verdwijnen’ en – wie weet - alsnog tot terrorisme vervallen?
Het verdient aanbeveling dat Nederland zich in principe bereid verklaart de sluiting van Guantánamo Bay politiek te steunen door toelating van een aantal gevangenen. De Tweede Kamer kan daartoe het initiatief nemen. Een brede parlementaire werkgroep met voldoende deskundigheid op internationaal juridisch gebied kan vervolgens - bij voorkeur in overleg met leden van het Europees Parlement - de bovenstaande vragen beantwoorden en bepalen aan welke voorwaarden die toelating moet voldoen.
Wellicht helpt Nederlandse/ Europese steun de VS ook aan een oplossing voor de overige plus minus 200 gevangenen. Zij zijn nooit in staat van beschuldiging gesteld en worden dus naar internationaal recht al bijna zeven jaar onrechtmatig vastgehouden. Hoog tijd om Obama in staat te stellen ook aan deze schande een eind te maken.
Monday, 8 December 2008
Discriminatie op Madison Avenue?
De combinaties Eva Longoria/ Microsoft, Morgan Freeman/ Visa en Michelle Wie/ Nike lijken Amerikaanse minderheden en reclame onlosmakelijk met elkaar te verbinden. Onderzoek maakt echter duidelijk dat de reclame-industrie zelf minder divers is; en als dat niet snel verandert kan dat verstrekkende gevolgen hebben voor Madison Avenue.
Volgens het Bureau of Labor Statistics is 5 procent van alle werknemers in de reclame branche zwart, 3 procent Aziatisch en 8 procent Latino; daarmee blijft de industrie achter bij het landelijk gemiddelde dat 13 procent zwarten, 5 procent Aziaten en 15 procent Hispanics telt. Die cijfers zijn veelzeggend, zeker wie bedenkt dat New York – de stad met de meeste reclamebureaus – voor slechts 45 procent uit blanken bestaat.
De branche is zich bewust van deze scheefgroei en probeert daar naar eigen zeggen al jaren verandering in te brengen. In 2006 had de toegezegde positieve discriminatie echter nog nergens toe geleid zodat de New York City Commission on Human Rights actie ondernam. Zestien bedrijven, waaronder BBDO, DDB, Ogilvy& Mather, Saatchi & Saatchi and Young & Rubicam, beloofden daarop beterschap: binnen drie jaar zou hun personeelsbestand diverser zijn.
Nu die termijn zonder noemenswaardige veranderingen bijna verstreken is jeuken de handen van Cyrus Mehri. Deze advocaat spande in 1996 namens twee zwarte werknemers een rechtszaak aan tegen Texaco. Zij stelden dat het bedrijf bij promoties systematisch de voorkeur gaf aan vaak minder ervaren blanken. Nadat er een tape opdook waarop leden van het hogere management zwarten uitmaakten voor “black jelly beans” moest Texaco een schadevergoeding van $175 miljoen aan alle zwarte werknemers betalen. Mehri herhaalde zijn kunststukje in 1999 toen hij Coca Cola tot een schikking van $193 miljoen dwong.
Als het aan Mehri ligt is nu de reclame-branche aan de beurt. “I've yet to see an industry that has such a consistent record of indifference to minority involvement. They've been on notice a long time, but they just go through the motions and allow a discriminatory climate to continue,” aldus de advocaat. “ They're real laggards, and it's hard to understand why.”
Nancy Hill, CEO van de American Association of Advertising Agencies (AAAA), hoopt dat de branche het probleem zonder externe druk mag proberen op te lossen. Ze erkent dat de industrie nog een lange weg te gaan heeft, “but a lot of things are starting to come together.” En hoewel haar benoeming als eerste vrouwelijke AAAA baas bewijst dat Amerika`s reclamewereld voortgang boekt, is het de vraag of iedereen zich in dat tempo kan vinden. Zo niet, dan gaat Madison Avenue een lastige tijd tegemoet.
Volgens het Bureau of Labor Statistics is 5 procent van alle werknemers in de reclame branche zwart, 3 procent Aziatisch en 8 procent Latino; daarmee blijft de industrie achter bij het landelijk gemiddelde dat 13 procent zwarten, 5 procent Aziaten en 15 procent Hispanics telt. Die cijfers zijn veelzeggend, zeker wie bedenkt dat New York – de stad met de meeste reclamebureaus – voor slechts 45 procent uit blanken bestaat.
De branche is zich bewust van deze scheefgroei en probeert daar naar eigen zeggen al jaren verandering in te brengen. In 2006 had de toegezegde positieve discriminatie echter nog nergens toe geleid zodat de New York City Commission on Human Rights actie ondernam. Zestien bedrijven, waaronder BBDO, DDB, Ogilvy& Mather, Saatchi & Saatchi and Young & Rubicam, beloofden daarop beterschap: binnen drie jaar zou hun personeelsbestand diverser zijn.
Nu die termijn zonder noemenswaardige veranderingen bijna verstreken is jeuken de handen van Cyrus Mehri. Deze advocaat spande in 1996 namens twee zwarte werknemers een rechtszaak aan tegen Texaco. Zij stelden dat het bedrijf bij promoties systematisch de voorkeur gaf aan vaak minder ervaren blanken. Nadat er een tape opdook waarop leden van het hogere management zwarten uitmaakten voor “black jelly beans” moest Texaco een schadevergoeding van $175 miljoen aan alle zwarte werknemers betalen. Mehri herhaalde zijn kunststukje in 1999 toen hij Coca Cola tot een schikking van $193 miljoen dwong.
Als het aan Mehri ligt is nu de reclame-branche aan de beurt. “I've yet to see an industry that has such a consistent record of indifference to minority involvement. They've been on notice a long time, but they just go through the motions and allow a discriminatory climate to continue,” aldus de advocaat. “ They're real laggards, and it's hard to understand why.”
Nancy Hill, CEO van de American Association of Advertising Agencies (AAAA), hoopt dat de branche het probleem zonder externe druk mag proberen op te lossen. Ze erkent dat de industrie nog een lange weg te gaan heeft, “but a lot of things are starting to come together.” En hoewel haar benoeming als eerste vrouwelijke AAAA baas bewijst dat Amerika`s reclamewereld voortgang boekt, is het de vraag of iedereen zich in dat tempo kan vinden. Zo niet, dan gaat Madison Avenue een lastige tijd tegemoet.
Thursday, 4 December 2008
Homohuwelijk goed voor de economie
Op 4 november stemde de staat Californie tegen het homohuwlijk. Boze homosexuelen, lesbiennes en hetero's slaan nu terug met "The Mother of All Gay WMD's:" een musical.
In "Proposition 8," vernoemd naar het weggestemde wetsvoorstel, liggen homo`s en in het zwart gestoken Gristenen met elkaar in de clinche. Gelukkig komt dankzij tussenkomst van Jezus - een glansrol van Jack Black - alles toch nog goed.
Bekijk hier de video (met dank aan Funnyordie.com)
In "Proposition 8," vernoemd naar het weggestemde wetsvoorstel, liggen homo`s en in het zwart gestoken Gristenen met elkaar in de clinche. Gelukkig komt dankzij tussenkomst van Jezus - een glansrol van Jack Black - alles toch nog goed.
Bekijk hier de video (met dank aan Funnyordie.com)
See more Jack Black videos at Funny or Die
Regeren in de frisse lucht
Het werd bijna 10 keer duurder dan begroot en de bouw duurde twee keer langer dan gepland. Maar dankzij het nieuwe visitors center ruikt het `s zomers eindelijk niet langer naar zweet op Capitol Hill.
Deze week werd de langverwachte opening van het centrum feestelijk gevierd. Toespraken, muziek en veel blije gezichten. Eenmaal binnen valt al het enthousiasme enigszins dood: het $621 miljoen kostende bouwwerk houdt het midden tussen een shopping mall en een station.
Lange marmeren gangen en een roltrap leiden naar een grote zaal. In deze Emancipation Hall staat een aantal standbeelden, waaronder een reproductie van Lady Liberty. Aangezien het origineel op de koepel van het Capitool staat is het interessant haar eens van zo dichtbij te kunnen bekijken.
Verder wat voorname mensen in steen van wie ik nog nooit eerder had gehoord.
Deze week werd de langverwachte opening van het centrum feestelijk gevierd. Toespraken, muziek en veel blije gezichten. Eenmaal binnen valt al het enthousiasme enigszins dood: het $621 miljoen kostende bouwwerk houdt het midden tussen een shopping mall en een station.
Lange marmeren gangen en een roltrap leiden naar een grote zaal. In deze Emancipation Hall staat een aantal standbeelden, waaronder een reproductie van Lady Liberty. Aangezien het origineel op de koepel van het Capitool staat is het interessant haar eens van zo dichtbij te kunnen bekijken.
Verder wat voorname mensen in steen van wie ik nog nooit eerder had gehoord.
Persoonlijke hoogtepunten waren deze twee foeilelijke beelden: een astronaut die later voor de staat Colorado in het Congres zou plaatsnemen......en de eerste koning die over het verenigde Hawaii de scepter zwaaide.
Het centrum is niet alleen bedoeld om bezoekers te imponeren. Toeristen hoeven nu niet langer buiten onder een afdakje te wachten voordat ze aan hun tour van het Capitool kunnen beginnen. In plaats daarvan kunnen ze de tijd doden met films kijken, eten, shoppen in twee - volledig identieke - souvenierwinkels of uitgebreid op één van 26 WC's gaan zitten.
Dat de naar schatting 3 miljoen jaarlijkse bezoekers niet langer weer en wind hoeven te trotseren is niet alleen fijn voor hen; ook de 535 senatoren en Congresleden kunnen eindelijk weer rustig ademhalen. In de rij staan speelt zich nu af onder het toeziend oog van de air conditioning en dat is een enorme verbetering, aldus de Democratische leider van de senaat. "In the summertime, because of the high humidity and how hot it gets here, you could literally smell the touristst getting into the Capitol."
Wednesday, 3 December 2008
Godzijdank veilig
Het voorkomen van terroristische aanslagen is in de Amerikaanse staat Kentucky niet alleen in handen van de autoriteiten.
Sinds 2006 moet het lokale ministerie van Homeland Security nadruk leggen op “the dependence on Almighty God as being vital to the security of the Commonwealth.” De plaquette op de gevel van het overheidsgebouw met de tekst “ Safety and security cannot be achieved apart from reliance upon God” ging een aantal atheïsten echter te ver.
Bijgestaan door de American Atheists organisatie spanden zij deze week een rechtszaak aan om de plaquette te laten verwijderen en iedere verwijzing naar God uit de wet te schrappen. Daarnaast willen ze een schadevergoeding omdat de wet atheïsten als tweede-rangs burgers zou afschilderen.
Hoewel de American Atheists advocaat de wet “breathtakingly unconstitutional” noemt is de drijvende kracht achter de maatregel zich van geen kwaad bewust. Volgens Congresman Tom Riner is de wet er niet op uit om zieltjes te winnen, maar slechts een erkenning “that government alone cannot guarantee the perfect safety of the people of Kentucky.”
Sinds 2006 moet het lokale ministerie van Homeland Security nadruk leggen op “the dependence on Almighty God as being vital to the security of the Commonwealth.” De plaquette op de gevel van het overheidsgebouw met de tekst “ Safety and security cannot be achieved apart from reliance upon God” ging een aantal atheïsten echter te ver.
Bijgestaan door de American Atheists organisatie spanden zij deze week een rechtszaak aan om de plaquette te laten verwijderen en iedere verwijzing naar God uit de wet te schrappen. Daarnaast willen ze een schadevergoeding omdat de wet atheïsten als tweede-rangs burgers zou afschilderen.
Hoewel de American Atheists advocaat de wet “breathtakingly unconstitutional” noemt is de drijvende kracht achter de maatregel zich van geen kwaad bewust. Volgens Congresman Tom Riner is de wet er niet op uit om zieltjes te winnen, maar slechts een erkenning “that government alone cannot guarantee the perfect safety of the people of Kentucky.”
Monday, 1 December 2008
De luxe van de marge
Sinterklaas moet nog komen, maar de Nederlandse politiek bood alvast een aantal surprises. Gelukkig zijn er ook nog dienaars van de publieke zaak die verder kijken.
Eén van de voordelen van 6000 kilometer van Den Haag verwijderd zijn is dat het dagelijkse Binnenhofgeneuzel mij ontgaat. Grote beslissingen, zoals de aanpak van de kredietcrisis, volg ik, maar wie wat in welke krant zei en wanneer dat naar aanleiding van het zoveelste op hoge poten aangekondigde spoeddebat in welk tijdschrift moet worden teruggenomen, geen idee. En dat houd ik graag zo, ware het niet dat er af en toe iets gebeurt dat negeren onmogelijk maakt.
Het schaamhaar-debat is zo`n geval. André Rouvoet, minister van Gristelijke opdringerigheid, is al maanden bezig met het opzetten van een vergaand controlesysteem waarin informatie over kinderen tot 24 jaar(!) en hun ouders wordt vastgelegd. Niemand lijkt daar een probleem in te zien totdat blijkt dat Rouvoet tot in de onderbroek onderzoek wil doen. Wat volgt is een laffe reactie uit de oppositie, een aantal voor de hand liggende commentaren, een nietszeggend weerwoord en vervolgens totale stilte. Dat de schaamhaardata slechts het topje van de ijsberg is interesseert niemand, inclusief de Nederlandse media. (Wie wel wil weten wat Rouvoet nog meer van plan is, lees mijn artikel "In de greep van de Gristenen.)
Vervolgens de aangekondigde titel van voormalig minister Ella Vogelaar's boek "Twintig maanden knettergek." Toegegeven, ik weet zo goed als niets van haar beleid - ik volgde de afgelopen twintig maanden de Amerikaanse politiek - en ga haar boek zeker niet lezen, maar het woord "knettergek" is tekenend. Als een minister haar ambtsperiode niet anders kan beschrijven dan met deze tieneruitdrukking geeft dat weinig hoop voor het intellectuele vermogen van onze volksvertegenwoordigers. Daarnaast baart het zorgen dat een insider de dagelijkse Haagse gang van zaken zo noemt. Hoewel zij ongetwijfeld veel knettergekkigheid aan zichzelf te danken heeft, is zij waarschijnlijk niet de enige die er in Den Haag zo over denkt. Oftewel, hoeveel andere ambtenaren vinden diep in hun hart dat wat ze doen eigenlijk gekkenwerk is. (Laten we in godsnaam hopen dat dit voor Rouvoet geldt.)
Tenslotte de knieval van Kai van de Linde. Hardop zeggen dat je cliënt "gebakken lucht" verkoopt is niet handig; ervan uitgaan dat je commentaar niet naar buiten komt is zo mogelijk nog dommer, zeker voor een media adviseur; vervolgens terugkrabbelen, je positie opgeven om je weer op je werk als spin doctor te gaan storten is het toppunt. Wie gaat deze man ooit nog inhuren? Is het immers niet deels aan de politiek adviseur te wijten dat de politicus inhoudsloos is? Zegt van de Linde niet indirect dat hij slecht in zijn vak is?
Dat politiek meer kan zijn dan bizar beleid en dringend behoefte heeft aan gekwalificeerde mensen die hun vak serieus nemen bleek vandaag tijdens de presentatie van Obama's nieuwe ministers. Defensieminister Robert Gates en Obama hebben duidelijke verschillende opvattingen over de oorlog in Irak en Afghanistan. BZ minister Clinton maakte tijdens de voorverkiezingen gehakt van Obama en noemde zijn buitenland beleid "naief."
Dit zal de komende jaren ongetwijfeld tot veel discussie en zelfs confrontaties leiden, maar ga er van uit dat het resultaat weldoordacht is en beleid met visie oplevert. Fouten zijn onvermijdbaar, maar de kans is klein dat Clinton's autobiografie "America's Fucked up Foreign Policy" gaat heten. Adviseurs zullen komen en gaan, maar enkele zal zijn voormalige werkgever van inhoudsloze rhetoriek beschuldigen. En verwacht niet dat de Amerikaanse pers ooit zal nalaten om alles op alles te zetten om van iedere zaak de onderste steen boven te krijgen.
En zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat het bovenstaande wel gebeurt, who cares? De wereld heeft op dit moment andere zorgen. En hoewel men daar in Den Haag graag aan voorbij lijkt te willen gaan, zijn er gelukkig nog steeds dienaars van de publieke zaak die dat wel beseffen omdat zij zich de luxe van de marge niet kunnen veroorloven.
Eén van de voordelen van 6000 kilometer van Den Haag verwijderd zijn is dat het dagelijkse Binnenhofgeneuzel mij ontgaat. Grote beslissingen, zoals de aanpak van de kredietcrisis, volg ik, maar wie wat in welke krant zei en wanneer dat naar aanleiding van het zoveelste op hoge poten aangekondigde spoeddebat in welk tijdschrift moet worden teruggenomen, geen idee. En dat houd ik graag zo, ware het niet dat er af en toe iets gebeurt dat negeren onmogelijk maakt.
Het schaamhaar-debat is zo`n geval. André Rouvoet, minister van Gristelijke opdringerigheid, is al maanden bezig met het opzetten van een vergaand controlesysteem waarin informatie over kinderen tot 24 jaar(!) en hun ouders wordt vastgelegd. Niemand lijkt daar een probleem in te zien totdat blijkt dat Rouvoet tot in de onderbroek onderzoek wil doen. Wat volgt is een laffe reactie uit de oppositie, een aantal voor de hand liggende commentaren, een nietszeggend weerwoord en vervolgens totale stilte. Dat de schaamhaardata slechts het topje van de ijsberg is interesseert niemand, inclusief de Nederlandse media. (Wie wel wil weten wat Rouvoet nog meer van plan is, lees mijn artikel "In de greep van de Gristenen.)
Vervolgens de aangekondigde titel van voormalig minister Ella Vogelaar's boek "Twintig maanden knettergek." Toegegeven, ik weet zo goed als niets van haar beleid - ik volgde de afgelopen twintig maanden de Amerikaanse politiek - en ga haar boek zeker niet lezen, maar het woord "knettergek" is tekenend. Als een minister haar ambtsperiode niet anders kan beschrijven dan met deze tieneruitdrukking geeft dat weinig hoop voor het intellectuele vermogen van onze volksvertegenwoordigers. Daarnaast baart het zorgen dat een insider de dagelijkse Haagse gang van zaken zo noemt. Hoewel zij ongetwijfeld veel knettergekkigheid aan zichzelf te danken heeft, is zij waarschijnlijk niet de enige die er in Den Haag zo over denkt. Oftewel, hoeveel andere ambtenaren vinden diep in hun hart dat wat ze doen eigenlijk gekkenwerk is. (Laten we in godsnaam hopen dat dit voor Rouvoet geldt.)
Tenslotte de knieval van Kai van de Linde. Hardop zeggen dat je cliënt "gebakken lucht" verkoopt is niet handig; ervan uitgaan dat je commentaar niet naar buiten komt is zo mogelijk nog dommer, zeker voor een media adviseur; vervolgens terugkrabbelen, je positie opgeven om je weer op je werk als spin doctor te gaan storten is het toppunt. Wie gaat deze man ooit nog inhuren? Is het immers niet deels aan de politiek adviseur te wijten dat de politicus inhoudsloos is? Zegt van de Linde niet indirect dat hij slecht in zijn vak is?
Dat politiek meer kan zijn dan bizar beleid en dringend behoefte heeft aan gekwalificeerde mensen die hun vak serieus nemen bleek vandaag tijdens de presentatie van Obama's nieuwe ministers. Defensieminister Robert Gates en Obama hebben duidelijke verschillende opvattingen over de oorlog in Irak en Afghanistan. BZ minister Clinton maakte tijdens de voorverkiezingen gehakt van Obama en noemde zijn buitenland beleid "naief."
Dit zal de komende jaren ongetwijfeld tot veel discussie en zelfs confrontaties leiden, maar ga er van uit dat het resultaat weldoordacht is en beleid met visie oplevert. Fouten zijn onvermijdbaar, maar de kans is klein dat Clinton's autobiografie "America's Fucked up Foreign Policy" gaat heten. Adviseurs zullen komen en gaan, maar enkele zal zijn voormalige werkgever van inhoudsloze rhetoriek beschuldigen. En verwacht niet dat de Amerikaanse pers ooit zal nalaten om alles op alles te zetten om van iedere zaak de onderste steen boven te krijgen.
En zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat het bovenstaande wel gebeurt, who cares? De wereld heeft op dit moment andere zorgen. En hoewel men daar in Den Haag graag aan voorbij lijkt te willen gaan, zijn er gelukkig nog steeds dienaars van de publieke zaak die dat wel beseffen omdat zij zich de luxe van de marge niet kunnen veroorloven.
Thursday, 27 November 2008
Verplichte objectiviteit
Met Obama bijna in het Witte Huis wil een aantal Democraten zo snel mogelijk de Fairness Doctrine opnieuw invoeren. De afschaffing van deze maatregel in 1987 betekende het einde van de journalistieke verplichting om rondom controversiële onderwerpen van alle verschillende invalshoeken verslag te doen en zorgde voor een explosie van éénzijdige, met name conservatieve, berichtgeving. Objectiviteit bij wet willen vastleggen is echter om meerdere redenen onhaalbaar.
In de eerste 25 jaar van haar bestaan verliep naleving van de in 1949 ingevoerde doctrine redelijk vlekkeloos. Media bepaalden zelf de invulling en tegengestelde opinies hoefden niet dezelfde hoeveelheid zendtijd te krijgen. In de jaren '70 kwamen met de steeds verdergaande invloed van de massa-media de eerste vragen. Had een politicus recht op gratis zendtijd omdat zijn tegenstander in een voormalig leven acteur was en in Star Trek herhalingen op televisie verscheen? Moesten personen die onderwerp van gesprek waren geweest in een talkshow in datzelfde programma uitgenodigd worden voor een reactie? En rechtvaardigde een afwijkende mening per definitie deelname aan een serieuze discussie?
Technologie bracht het volgende dilemma. Toen in de jaren '80 teletekst verscheen viel deze service volgens de Federal Communications Commission (FCC) voorzitter niet onder de Fairness Doctrine. Bovendien, zo stelde de voorzitter – een trouw aanhanger van President Reagan's deregulatie politiek - waren de voorwaarden van de doctrine in strijd met de wet, want “The intrusion by government into the content of programming restricts the journalistic freedom of broadcasters.”
De FCC schafte de doctrine af en pogingen van de Democratische meerderheid in het Congres om de maatregel wettelijk te laten vastleggen liepen op niets uit. In 1987 vetode Reagan het wetsvoorstel en sprak zo het doodvonnis over de doctrine uit.
Sindsdien heeft gekleurde media in Amerika een enorme vlucht genomen. Naast de meest bekende – televisiezender FOX News en zijn liberale tegenhanger MSNBC – is dat vooral op de radio te merken waar conservatieve programma's iedere dag miljoenen luisteraars bereiken.
Het Democratische plan de doctrine nieuw leven in te blazen lijkt vooral bedoeld dit pro-Republikeinse geluid te doen verstommen. Afgezien van praktische en juridische bezwaren is het echter de vraag of Democraten zichzelf niet in de voet schieten met verplichte objectiviteit. Als alle berichtgeving “fair and balanced” wordt geldt dat immers ook voor Internet terwijl de Democraten hun winst afgelopen maand juist in grote mate te danken hebben aan het feit dat zij dit medium domineerden.
Met het oog op 2012 is daarmee de kans klein dat Obama ooit zijn handtekening zet onder een wet die zijn herverkiezing in gevaar kan brengen.
In de eerste 25 jaar van haar bestaan verliep naleving van de in 1949 ingevoerde doctrine redelijk vlekkeloos. Media bepaalden zelf de invulling en tegengestelde opinies hoefden niet dezelfde hoeveelheid zendtijd te krijgen. In de jaren '70 kwamen met de steeds verdergaande invloed van de massa-media de eerste vragen. Had een politicus recht op gratis zendtijd omdat zijn tegenstander in een voormalig leven acteur was en in Star Trek herhalingen op televisie verscheen? Moesten personen die onderwerp van gesprek waren geweest in een talkshow in datzelfde programma uitgenodigd worden voor een reactie? En rechtvaardigde een afwijkende mening per definitie deelname aan een serieuze discussie?
Technologie bracht het volgende dilemma. Toen in de jaren '80 teletekst verscheen viel deze service volgens de Federal Communications Commission (FCC) voorzitter niet onder de Fairness Doctrine. Bovendien, zo stelde de voorzitter – een trouw aanhanger van President Reagan's deregulatie politiek - waren de voorwaarden van de doctrine in strijd met de wet, want “The intrusion by government into the content of programming restricts the journalistic freedom of broadcasters.”
De FCC schafte de doctrine af en pogingen van de Democratische meerderheid in het Congres om de maatregel wettelijk te laten vastleggen liepen op niets uit. In 1987 vetode Reagan het wetsvoorstel en sprak zo het doodvonnis over de doctrine uit.
Sindsdien heeft gekleurde media in Amerika een enorme vlucht genomen. Naast de meest bekende – televisiezender FOX News en zijn liberale tegenhanger MSNBC – is dat vooral op de radio te merken waar conservatieve programma's iedere dag miljoenen luisteraars bereiken.
Het Democratische plan de doctrine nieuw leven in te blazen lijkt vooral bedoeld dit pro-Republikeinse geluid te doen verstommen. Afgezien van praktische en juridische bezwaren is het echter de vraag of Democraten zichzelf niet in de voet schieten met verplichte objectiviteit. Als alle berichtgeving “fair and balanced” wordt geldt dat immers ook voor Internet terwijl de Democraten hun winst afgelopen maand juist in grote mate te danken hebben aan het feit dat zij dit medium domineerden.
Met het oog op 2012 is daarmee de kans klein dat Obama ooit zijn handtekening zet onder een wet die zijn herverkiezing in gevaar kan brengen.
Monday, 24 November 2008
Tijdig Kerstfeest
Een column over Kerstmis? Nu al? En Sinterklaas is net een week in het land.
Dat mag zo zijn, maar hier is er al tijden geen ontsnappen meer aan. Kerstspecials op televisie, Leger des Heils soldaten op de hoek van de straat en sinds twee weken de Kerstboom op New York's Rockefeller Plaza. En Thanksgiving moet nog komen.
Met verdampende jaarwinsten, teruglopende bonussen en kelderende aandelenmarkten is het voor de Amerikaanse middenstand zaak mensen zo snel mogelijk in de Kerst- en dus shopsfeer te brengen; want waar Thanksgiving slechts draait om eten en American Football, daar is Kerstmis de slagroom op de taart. Sommige Amerikaanse ondernemingen danken 30 procent van hun jaaromzet aan kerstversieringen, nieuwe kleren, cadeau`s onder de boom en verre familiebezoeken. Oftewel, voor iedereen die geen kalkoen, pompoentaart of aardappelen verkoopt is er werk aan de winkel.
Vraag is of de vervroegde Kerstsfeer iets gaat opleveren: uit onderzoek blijkt dat maar liefst driekwart van Amerika deze Kerst minder wil uitgeven. Boosdoener is echter niet alleen de economie.
Consumenten hebben er moeite mee dat Kerst hen steeds vroeger wordt opgedrongen; als het zo doorgaat klinkt in 2009 de eerste Jingle Bells muzak voordat de wintertijd ingaat; ook moeten zo`n 12 miljoen Amerikanen Kerstmis 2007 nog afbetalen. Hoe leuk is dan het vooruitzicht van “the season to be jolly?”
Daarnaast wordt de link tussen de geboorte van Jezus en bepaalde producten steeds waziger. Een boom waar de familie bij samenkomt gaat er nog wel in; maar Happy Holidays energiedrankjes, Kerst-reisverzekeringen en groen-rode vuilniszakken?
Uiteraard gaat iedereen de komende maand meer uitgeven dan gepland; maar hopelijk blijven de verkoopcijfers zo ver achter dat volgend jaar iets creatievers gevonden moet worden. Mijn suggestie? Het uitstellen van Kerstmis, bijvoorbeeld tot zo rond 25 december.
Dat mag zo zijn, maar hier is er al tijden geen ontsnappen meer aan. Kerstspecials op televisie, Leger des Heils soldaten op de hoek van de straat en sinds twee weken de Kerstboom op New York's Rockefeller Plaza. En Thanksgiving moet nog komen.
Met verdampende jaarwinsten, teruglopende bonussen en kelderende aandelenmarkten is het voor de Amerikaanse middenstand zaak mensen zo snel mogelijk in de Kerst- en dus shopsfeer te brengen; want waar Thanksgiving slechts draait om eten en American Football, daar is Kerstmis de slagroom op de taart. Sommige Amerikaanse ondernemingen danken 30 procent van hun jaaromzet aan kerstversieringen, nieuwe kleren, cadeau`s onder de boom en verre familiebezoeken. Oftewel, voor iedereen die geen kalkoen, pompoentaart of aardappelen verkoopt is er werk aan de winkel.
Vraag is of de vervroegde Kerstsfeer iets gaat opleveren: uit onderzoek blijkt dat maar liefst driekwart van Amerika deze Kerst minder wil uitgeven. Boosdoener is echter niet alleen de economie.
Consumenten hebben er moeite mee dat Kerst hen steeds vroeger wordt opgedrongen; als het zo doorgaat klinkt in 2009 de eerste Jingle Bells muzak voordat de wintertijd ingaat; ook moeten zo`n 12 miljoen Amerikanen Kerstmis 2007 nog afbetalen. Hoe leuk is dan het vooruitzicht van “the season to be jolly?”
Daarnaast wordt de link tussen de geboorte van Jezus en bepaalde producten steeds waziger. Een boom waar de familie bij samenkomt gaat er nog wel in; maar Happy Holidays energiedrankjes, Kerst-reisverzekeringen en groen-rode vuilniszakken?
Uiteraard gaat iedereen de komende maand meer uitgeven dan gepland; maar hopelijk blijven de verkoopcijfers zo ver achter dat volgend jaar iets creatievers gevonden moet worden. Mijn suggestie? Het uitstellen van Kerstmis, bijvoorbeeld tot zo rond 25 december.
Friday, 21 November 2008
Hillary op BZ
Hillary Clinton wordt Amerika's nieuwe minister van Buitenlandse Zaken. Slimme zet of haalt Obama hiermee het paard van Troje binnen?
Het nieuws is officieel nog niet bevestigd, maar volgens insiders heeft Clinton Obama's aanbod geaccepteerd om Condi Rice op te volgen. Dit betekent niet alleen dat de lucht tussen Obama en Hillary na de langste primary cyclus ooit is opgeklaard. Het betekent ook dat alle meer dan 200.000 donoren van Bill's stichting, althans in de ogen van het Obama team, eerlijke mensen zijn; iets waar in Amerika nog wel eens aan getwijfeld werd. En een echtgenoot van een BZ minister die er ongure financiele contacten op na houdt, dat kan natuurlijk niet.
Zonder twijfel is Hillary een goede keus voor BZ. Ze heeft een enorme naamsbekendheid in de wereld en haar man wordt in veel landen op handen gedragen. Ze heeft verstand van zaken, reisde als first lady de hele wereld over en kan in Washington op veel steun rekenen.
Er is echter een maar. Tijdens de primaries zei Hillary dat Obama naief was. Ze maakte gehakt van zijn plan om zonder voorwaarden met de regimes in Cuba, Iran en Noord-Korea te willen praten. Zij stelde een betere kandidaat te zijn om het tegen McCain op te nemen, omdat zij over meer internationele ervaring dan Obama zou beschikken. Wil Obama als president een succesvol buitenlandbeleid voeren, dan moeten ze snel duidelijkheid over de juiste route krijgen.
Ook haalt Obama met Hillary Bill binnen. Hij is zich de laatste jaren blijven profileren op het wereldtoneel, en reist van hot naar her om zich over grensoverschrijdende zaken - met name AIDS en malaria - uit te spreken. Is hij bereid zijn werk op te geven? Gaat hij door? Maar wat als hij het niet eens is met het officiele Amerikaanse beleid? Ook over Bill's rol moeten Obama en Hillary het snel eens worden.
Onenigheid is namelijk dodelijk. Een BZ minister is zo geloofwaardig als het vertrouwen dat hij of zij geniet van de president. Is het voor gesprekspartners duidelijk dat de minister en de president dezelfde taal spreken, dan kan hij of zij daadkrachtige buitenlandse politiek bedrijven. Beschouwen de mensen aan de andere kant van de tafel Hillary als "slechts de minister,' dan kan ze op haar hoofd gaan staan zonder ook maar iets te bereiken.
Obama kennende heet hij over al deze dilemma`s goed nagedacht. En alles wijst erop dat de keuze voor Hillary een slimme zet is. Maar pas achteraf kan pas met zeker worden gesteld dat ze geen paard van Troje was; de ingredienten om haar ministersschap en Obama's buitenlandse beleid te bederven zijn immers ruim voorhanden.
Het nieuws is officieel nog niet bevestigd, maar volgens insiders heeft Clinton Obama's aanbod geaccepteerd om Condi Rice op te volgen. Dit betekent niet alleen dat de lucht tussen Obama en Hillary na de langste primary cyclus ooit is opgeklaard. Het betekent ook dat alle meer dan 200.000 donoren van Bill's stichting, althans in de ogen van het Obama team, eerlijke mensen zijn; iets waar in Amerika nog wel eens aan getwijfeld werd. En een echtgenoot van een BZ minister die er ongure financiele contacten op na houdt, dat kan natuurlijk niet.
Zonder twijfel is Hillary een goede keus voor BZ. Ze heeft een enorme naamsbekendheid in de wereld en haar man wordt in veel landen op handen gedragen. Ze heeft verstand van zaken, reisde als first lady de hele wereld over en kan in Washington op veel steun rekenen.
Er is echter een maar. Tijdens de primaries zei Hillary dat Obama naief was. Ze maakte gehakt van zijn plan om zonder voorwaarden met de regimes in Cuba, Iran en Noord-Korea te willen praten. Zij stelde een betere kandidaat te zijn om het tegen McCain op te nemen, omdat zij over meer internationele ervaring dan Obama zou beschikken. Wil Obama als president een succesvol buitenlandbeleid voeren, dan moeten ze snel duidelijkheid over de juiste route krijgen.
Ook haalt Obama met Hillary Bill binnen. Hij is zich de laatste jaren blijven profileren op het wereldtoneel, en reist van hot naar her om zich over grensoverschrijdende zaken - met name AIDS en malaria - uit te spreken. Is hij bereid zijn werk op te geven? Gaat hij door? Maar wat als hij het niet eens is met het officiele Amerikaanse beleid? Ook over Bill's rol moeten Obama en Hillary het snel eens worden.
Onenigheid is namelijk dodelijk. Een BZ minister is zo geloofwaardig als het vertrouwen dat hij of zij geniet van de president. Is het voor gesprekspartners duidelijk dat de minister en de president dezelfde taal spreken, dan kan hij of zij daadkrachtige buitenlandse politiek bedrijven. Beschouwen de mensen aan de andere kant van de tafel Hillary als "slechts de minister,' dan kan ze op haar hoofd gaan staan zonder ook maar iets te bereiken.
Obama kennende heet hij over al deze dilemma`s goed nagedacht. En alles wijst erop dat de keuze voor Hillary een slimme zet is. Maar pas achteraf kan pas met zeker worden gesteld dat ze geen paard van Troje was; de ingredienten om haar ministersschap en Obama's buitenlandse beleid te bederven zijn immers ruim voorhanden.
Thursday, 20 November 2008
Rookgordijn
Amerikanen hebben de naam wel eens gekke dingen te doen. Maar wie hier de Nederlandse ophef over de invoering van het rookverbod te horen krijgt weet wie er echt zijn verstand aan het verliezen is.
Vanaf 1 januari 2007 was het in Washington verboden nog langer te roken in cafes. De daaraan voorafgaande communicatiestrategie bestond uit een A-4tje met de mededeling: "Verboden te roken. Overtredingen kosten de roker en de eigenaar $1000,-." Of er daarna ooit nog in cafes en bars gerookt is durf ik niet te zeggen; maar naar mijn idee is dat het verbod nooit overtreden. Ik heb het in ieder geval nergens zien gebeuren.
Toegegeven, het verbod valt rokers hier makkelijk. Op veel sociale locaties - zoals restaurants - was het voor 1 januari 2007 al verboden; het weer is vaak lekker genoeg om tot eind oktober buiten te zitten; en onduidelijkheid hoe een rookverbod zich tot een gedoogbeleid en coffeeshops verhoudt bestaat hier niet.
Afgezien daarvan is een verbod hier makkelijker omdat iedereen weet waar hij aan toe is. Een verbod betekent dat je iets niet doet; als een cafe-eigenaar een uitzondering maakt weet hij dat hij een boete en zijn vergunning riskeert. Burgelijke ongehoorzaamheid bestaat wel, maar kan ten aanzien van gewoontes die buitengewoon schadelijk voor de gezondheid zijn op nul sympathie rekenen.
Om Amerikanen uit te leggen dat er in Nederland lokale politici opkomen voor horecaondernemers gaat er nog wel in. Maar dat er, ondanks het verbod, plekken zijn waar men nog rookt en dat de overtreders daarmee wegkomen, begrijpt men niet. En terecht.
Als het op regels aankomt lijken Nederlanders op Amerikanen: wij zijn allemaal voor strenge een aanpak. Totdat het op naleving aankomt; in dat geval denken Amerikanen zwart-wit; wij houden het grijs. Nederlanders willen dat iedereen hard wordt aangepakt, zolang het maar niet henzelf betreft. Regels gelden alleen voor anderen; en wordt je ergens op aangesproken dan kan je -vaak met succes- stennis schoppen.
Amerikanen weten wat wel en niet mag. En ga je over de schreef dan weet je dat een probleem hebt. Dat zero tolerance beleid kan hardhandig zijn, maar in tegenstelling tot Nederland zijn de regels hier tenminste niet achter een rookgordijn verstopt.
Vanaf 1 januari 2007 was het in Washington verboden nog langer te roken in cafes. De daaraan voorafgaande communicatiestrategie bestond uit een A-4tje met de mededeling: "Verboden te roken. Overtredingen kosten de roker en de eigenaar $1000,-." Of er daarna ooit nog in cafes en bars gerookt is durf ik niet te zeggen; maar naar mijn idee is dat het verbod nooit overtreden. Ik heb het in ieder geval nergens zien gebeuren.
Toegegeven, het verbod valt rokers hier makkelijk. Op veel sociale locaties - zoals restaurants - was het voor 1 januari 2007 al verboden; het weer is vaak lekker genoeg om tot eind oktober buiten te zitten; en onduidelijkheid hoe een rookverbod zich tot een gedoogbeleid en coffeeshops verhoudt bestaat hier niet.
Afgezien daarvan is een verbod hier makkelijker omdat iedereen weet waar hij aan toe is. Een verbod betekent dat je iets niet doet; als een cafe-eigenaar een uitzondering maakt weet hij dat hij een boete en zijn vergunning riskeert. Burgelijke ongehoorzaamheid bestaat wel, maar kan ten aanzien van gewoontes die buitengewoon schadelijk voor de gezondheid zijn op nul sympathie rekenen.
Om Amerikanen uit te leggen dat er in Nederland lokale politici opkomen voor horecaondernemers gaat er nog wel in. Maar dat er, ondanks het verbod, plekken zijn waar men nog rookt en dat de overtreders daarmee wegkomen, begrijpt men niet. En terecht.
Als het op regels aankomt lijken Nederlanders op Amerikanen: wij zijn allemaal voor strenge een aanpak. Totdat het op naleving aankomt; in dat geval denken Amerikanen zwart-wit; wij houden het grijs. Nederlanders willen dat iedereen hard wordt aangepakt, zolang het maar niet henzelf betreft. Regels gelden alleen voor anderen; en wordt je ergens op aangesproken dan kan je -vaak met succes- stennis schoppen.
Amerikanen weten wat wel en niet mag. En ga je over de schreef dan weet je dat een probleem hebt. Dat zero tolerance beleid kan hardhandig zijn, maar in tegenstelling tot Nederland zijn de regels hier tenminste niet achter een rookgordijn verstopt.
Wednesday, 12 November 2008
Grote schoonmaak
Monday, 10 November 2008
Kat in zak?
Het kan niemand ontgaan zijn: “Change has come to America.” Obama schreef niet alleen geschiedenis door als eerste African-American het presidentsschap te winnen; hij herformuleerde ook alle media-strategieën. En daar lijken hij en zijn partij de komende jaren mee door te willen gaan.
Vraag is of marketeers daar blij mee zullen zijn. Naast een aantal nieuwe mediawetten is ook een strengere interpretatie van de bestaande wetten te verwachten. Zo denkt Obama's team over een wetswijziging waardoor reclamekosten niet langer belastingaftrekbaar zijn. Het Amerikaanse begrotingstekort loopt in de biljarden en het geld voor Obama's plannen moet ergens vandaan komen.
Democratische politici willen meer beveiliging van Internet privacy en daarom cookies en “deep-packet inspection” aan banden leggen; methodes die marketeers gebruiken om het surf- en klikgedrag van consumenten te volgen. Dit voorstel is een directe bedreiging voor de enige marketingtak die nog in de lift zit.
Daarnaast wil men reclames voor medicijnen aan banden leggen. Voorstanders van dit plan zijn van mening dat marketing de oorzaak is van de almaar stijgende kosten in de gezondheidszorg.
Voedselreclames gericht op kinderen lijken ook hun langste tijd gehad te hebben. Als de Amerikaanse jeugd niet snel zelf begint met afvallen, kunnen junkfood en frisdrank wel eens snel in dezelfde hoek als alcohol en tabak terecht komen.
Met het verscherpen van de regels voor product placement en een grotere inmenging van de Federal Bureau of Consumer Protection Trade krijgen marketeers minder bewegingsruimte en consumenten meer invloed.
De afgeblazen deal tussen Google en Yahoo is volgens experts een voorbode van Obama's politiek ten aanzien van media conglomeraten. Deze bedrijven zagen de strengere fusieregels aankomen en besloten daarom van de samenwerking af te zien.
Het heeft iets ironisch: de man die het mede dankzij de grootste media blitzkrieg ooit tot president schopte maakt het anderen bijna onmogelijk zijn kunststukje te herhalen. Of zou Obama nu al aan 2012 denken?
Vraag is of marketeers daar blij mee zullen zijn. Naast een aantal nieuwe mediawetten is ook een strengere interpretatie van de bestaande wetten te verwachten. Zo denkt Obama's team over een wetswijziging waardoor reclamekosten niet langer belastingaftrekbaar zijn. Het Amerikaanse begrotingstekort loopt in de biljarden en het geld voor Obama's plannen moet ergens vandaan komen.
Democratische politici willen meer beveiliging van Internet privacy en daarom cookies en “deep-packet inspection” aan banden leggen; methodes die marketeers gebruiken om het surf- en klikgedrag van consumenten te volgen. Dit voorstel is een directe bedreiging voor de enige marketingtak die nog in de lift zit.
Daarnaast wil men reclames voor medicijnen aan banden leggen. Voorstanders van dit plan zijn van mening dat marketing de oorzaak is van de almaar stijgende kosten in de gezondheidszorg.
Voedselreclames gericht op kinderen lijken ook hun langste tijd gehad te hebben. Als de Amerikaanse jeugd niet snel zelf begint met afvallen, kunnen junkfood en frisdrank wel eens snel in dezelfde hoek als alcohol en tabak terecht komen.
Met het verscherpen van de regels voor product placement en een grotere inmenging van de Federal Bureau of Consumer Protection Trade krijgen marketeers minder bewegingsruimte en consumenten meer invloed.
De afgeblazen deal tussen Google en Yahoo is volgens experts een voorbode van Obama's politiek ten aanzien van media conglomeraten. Deze bedrijven zagen de strengere fusieregels aankomen en besloten daarom van de samenwerking af te zien.
Het heeft iets ironisch: de man die het mede dankzij de grootste media blitzkrieg ooit tot president schopte maakt het anderen bijna onmogelijk zijn kunststukje te herhalen. Of zou Obama nu al aan 2012 denken?
Friday, 7 November 2008
Rondje langs de velden
Wednesday, 5 November 2008
Bericht van Nmr. 44
History in the making. Tranen in de ogen. Kippenvel. Bij thuiskomst een e-mail van Mr. President-elect. Niets aan toe te voegen.
"I'm about to head to Grant Park to talk to everyone gathered there, but I wanted to write to you first. We just made history. And I don't want you to forget how we did it."
"You made history every single day during this campaign -- every day you knocked on doors, made a donation, or talked to your family, friends, and neighbors about why you believe it's time for change."
"I want to thank all of you who gave your time, talent, and passion to this campaign."
"We have a lot of work to do to get our country back on track, and I'll be in touch soon about what comes next. But I want to be very clear about one thing... all of this happened because of you."
Thank you, Barack
"I'm about to head to Grant Park to talk to everyone gathered there, but I wanted to write to you first. We just made history. And I don't want you to forget how we did it."
"You made history every single day during this campaign -- every day you knocked on doors, made a donation, or talked to your family, friends, and neighbors about why you believe it's time for change."
"I want to thank all of you who gave your time, talent, and passion to this campaign."
"We have a lot of work to do to get our country back on track, and I'll be in touch soon about what comes next. But I want to be very clear about one thing... all of this happened because of you."
Thank you, Barack
Monday, 3 November 2008
Wie wordt het niet?
Na een lange kwalificatie, intensieve groepsduels en zenuwslopende kwart- en halve finales is het tijd voor de echte eindstrijd. De onzekerheid duurde 21 maanden, maar vandaag krijgen we dan eindelijk antwoord op de vraag 'wie wordt het niet?'
De kans dat Chuck Baldwin, kandidaat van de Constitution Party, president nummer 44 wordt is zo goed als onmogelijk. Hij voerde een dappere campagne maar zijn boodschap kwam niet aan: het is ook niet het beste jaar om een agenda voor te stellen die President Bush rechts inhaalt.
Ook Bob Barr, een voormalige Republikeinse Congresman en tegenwoordig de kandidaat van de Libertarian Party, hoeven we in januari niet op het inauguratiepodium te verwachten. Toch kan hij een rol van betekenis spelen: zijn fiscaal conservatieve plannen kunnen op zoveel bijval rekenen dat hij de Republikeinse partij zeker stemmen gaat kosten. De Nader van 2008?
Cynthia McKinney heeft er ook verstandig aan gedaan haar baan nog niet op te zeggen. De oud-Democraat en presidentskandidaat van de Green Party scoort weliswaar goed qua naamsbekendheid, maar niet op de manier die je als politicus graag ziet. Zo kwam ze in 2006, toen ze nog in het Congres zat, in het nieuws nadat ze een beveiligingsbeambte op het Capitool geslagen had omdat die haar niet herkende en haar de toegang tot het gebouw ontzegde.
En hoewel hij het voor de derde keer probeert, zal het Independent Party kandidaat Ralp Nader ook dit jaar niet lukken. Velen zien hem nog steeds als deels schuldig aan de puinhoop van de afgelopen acht jaar: in 2000 was het handjevol stemmen dat hij in Florida van Al Gore afpakte genoeg voor Bush om de staat en het Witte Huis te winnen.
Wie het ook niet wordt is John McCain. Hij is een goed politicus, heeft kennis van buitenlandse zaken en gaat voor het vuur door Amerika. De keuze voor zijn running mate ondermijnt echter zijn geloofwaardigheid; hij offerde zijn imago als 'maverick' op in ruil voor steun van de rechterzijde van de Republikeinse partij; zijn "Country First" slogan werd een holle frase in het licht van zijn 100 procent negatieve campagne; en Amerika moet naar de toekomst kijken en dat gaat niet aan de hand van een 72 jarige economische lichtgewicht.
Kortom, BHO for President. Niet omdat de anderen het niet worden, maar omdat hij brengt wat Amerika nu nodig heeft. Het zal niet makkelijk worden, de glans die hij heeft zal snel vervagen en hij gaat klappen krijgen; maar als zijn campagne een voorbode is van wat hij als president gaat brengen dan is Amerika over vier jaar een beter land.
De kans dat Chuck Baldwin, kandidaat van de Constitution Party, president nummer 44 wordt is zo goed als onmogelijk. Hij voerde een dappere campagne maar zijn boodschap kwam niet aan: het is ook niet het beste jaar om een agenda voor te stellen die President Bush rechts inhaalt.
Ook Bob Barr, een voormalige Republikeinse Congresman en tegenwoordig de kandidaat van de Libertarian Party, hoeven we in januari niet op het inauguratiepodium te verwachten. Toch kan hij een rol van betekenis spelen: zijn fiscaal conservatieve plannen kunnen op zoveel bijval rekenen dat hij de Republikeinse partij zeker stemmen gaat kosten. De Nader van 2008?
Cynthia McKinney heeft er ook verstandig aan gedaan haar baan nog niet op te zeggen. De oud-Democraat en presidentskandidaat van de Green Party scoort weliswaar goed qua naamsbekendheid, maar niet op de manier die je als politicus graag ziet. Zo kwam ze in 2006, toen ze nog in het Congres zat, in het nieuws nadat ze een beveiligingsbeambte op het Capitool geslagen had omdat die haar niet herkende en haar de toegang tot het gebouw ontzegde.
En hoewel hij het voor de derde keer probeert, zal het Independent Party kandidaat Ralp Nader ook dit jaar niet lukken. Velen zien hem nog steeds als deels schuldig aan de puinhoop van de afgelopen acht jaar: in 2000 was het handjevol stemmen dat hij in Florida van Al Gore afpakte genoeg voor Bush om de staat en het Witte Huis te winnen.
Wie het ook niet wordt is John McCain. Hij is een goed politicus, heeft kennis van buitenlandse zaken en gaat voor het vuur door Amerika. De keuze voor zijn running mate ondermijnt echter zijn geloofwaardigheid; hij offerde zijn imago als 'maverick' op in ruil voor steun van de rechterzijde van de Republikeinse partij; zijn "Country First" slogan werd een holle frase in het licht van zijn 100 procent negatieve campagne; en Amerika moet naar de toekomst kijken en dat gaat niet aan de hand van een 72 jarige economische lichtgewicht.
Kortom, BHO for President. Niet omdat de anderen het niet worden, maar omdat hij brengt wat Amerika nu nodig heeft. Het zal niet makkelijk worden, de glans die hij heeft zal snel vervagen en hij gaat klappen krijgen; maar als zijn campagne een voorbode is van wat hij als president gaat brengen dan is Amerika over vier jaar een beter land.
Sunday, 2 November 2008
Jeremiah Wright's improvisatie
De vraag was niet of, maar wanneer. En vanavond was het zover: pastoor Jeremiah Wright's debuut in een presidentiële verkiezingscommercial.
Op het moment dat de video's van Obama's pastoor Jeremiah "God damn America" Wright opdoken sprong een deel van de Republikeinse partij een gat in de lucht. Meer bewijs dat Obama een radicale, gevaarlijke en anti-Amerikaanse kandidaat is hadden zij niet nodig. Wright was voor hen de garantie dat McCain het Witte Huis ging winnen.
Maar John McCain verbood zijn achterban de uitspraken van de pastoor in reclames te gebruiken. Hij wilde een schone campagne; en bovendien "I will not have any comment on it and that's because I thought and I believe that Senator Obama does not share those views expressed by Wright." Toen de pastoor toch in een verkiezingsreclame van een Congreslid langskwam, gaf McCain opdracht de commercial direct uit de lucht te halen.
Maar met minder dan 40 uur te gaan voordat de stemlokalen opengaan, trekt de National Republican Trust zich niet langer iets aan van het verbod. Deze groepering -opgericht "to help promote American values" - zond vanavond de eerste presidentiële verkiezingsreclame uit waarin Obama en Wright samen vookomen.
Het zal weinig uitmaken. Amerikanen die Obama al links lieten liggen vanwege zijn pastoor worden bevestigd in hun mening; voor wie Wright's woorden niets uitmaakten zullen doorgaan de pastoor te negeren. Obama zelf zal er geen woorden aan vuil maken; en ook McCain laat het op zijn beloop: hij heeft wel iets anders aan zijn hoofd op dit moment.
De reclame - en het verbod Wright niet eerder in te zetten - gaat echter na dinsdag binnen de Republikeinse veel stof tot discussie opleveren. Enerzijds is er de rechtse tak die de pastoor veel eerder had willen inzetten; anderzijds zullen de meer gematigde GOP-ers stellen dat McCain niet genoeg steun van de conservatieve achterban heeft gekregen.
Zo speelt Jeremiah Wright toch nog een rol binnen de presidentsverkiezingen; maar niet één die zes maanden geleden verwacht werd.
Op het moment dat de video's van Obama's pastoor Jeremiah "God damn America" Wright opdoken sprong een deel van de Republikeinse partij een gat in de lucht. Meer bewijs dat Obama een radicale, gevaarlijke en anti-Amerikaanse kandidaat is hadden zij niet nodig. Wright was voor hen de garantie dat McCain het Witte Huis ging winnen.
Maar John McCain verbood zijn achterban de uitspraken van de pastoor in reclames te gebruiken. Hij wilde een schone campagne; en bovendien "I will not have any comment on it and that's because I thought and I believe that Senator Obama does not share those views expressed by Wright." Toen de pastoor toch in een verkiezingsreclame van een Congreslid langskwam, gaf McCain opdracht de commercial direct uit de lucht te halen.
Maar met minder dan 40 uur te gaan voordat de stemlokalen opengaan, trekt de National Republican Trust zich niet langer iets aan van het verbod. Deze groepering -opgericht "to help promote American values" - zond vanavond de eerste presidentiële verkiezingsreclame uit waarin Obama en Wright samen vookomen.
Het zal weinig uitmaken. Amerikanen die Obama al links lieten liggen vanwege zijn pastoor worden bevestigd in hun mening; voor wie Wright's woorden niets uitmaakten zullen doorgaan de pastoor te negeren. Obama zelf zal er geen woorden aan vuil maken; en ook McCain laat het op zijn beloop: hij heeft wel iets anders aan zijn hoofd op dit moment.
De reclame - en het verbod Wright niet eerder in te zetten - gaat echter na dinsdag binnen de Republikeinse veel stof tot discussie opleveren. Enerzijds is er de rechtse tak die de pastoor veel eerder had willen inzetten; anderzijds zullen de meer gematigde GOP-ers stellen dat McCain niet genoeg steun van de conservatieve achterban heeft gekregen.
Zo speelt Jeremiah Wright toch nog een rol binnen de presidentsverkiezingen; maar niet één die zes maanden geleden verwacht werd.
In het verleden behaalde sucessen...
Na morgen weten we eindelijk wie de volgende Amerikaanse president wordt. Ook wordt duidelijk welke poll de uitslag het best voorspelde; want hoewel opiniepeilingen uitgegroeid zijn tot wetenschappelijke exercities, bieden de meeste voorspellingen geen enkele garantie voor de toekomst.
De web site realclearpolitics.com geeft een overzicht van alle polls die dagelijks gepubliceerd worden; en het enige dat die peilingen vertellen is dat de winnaar of John McCain of Barack Obama wordt. Ter rechtvaardiging van zijn bestaan vat de site ook alle polls samen – en de trend die deze 'poll of polls' oplevert wijst Obama als winnaar. Vraag is wat dat zegt als de peilingen uiteenlopen van een 14 procent voorsprong voor Obama tot een 19procent voorsprong voor McCain.
Een groter vraagstuk is echter waarom men in 2008 nog steeds niet is staat is een 100procent betrouwbare voorspelling te doen. Toegegeven, een herhaling van de dramatische blunder uit 1948 – toen een aantal kranten dankzij onzuivere data de verkeerde kandidaat op de voorpagina tot winnaar uitriep – is ons vooralsnog bespaard gebleven. Maar dat is eerder het gevolg van verschoven deadlines dan van betere peilingen: in januari verraste Hillary Clinton iedereen door de voorverkiezingen in New Hampshire te winnen terwijl de cijfers vooraf een klinkende overwinning voor Obama lieten zien.
De excuses voor de slordige voorspellingen zijn talrijk en weinig creatief. “We krijgen alleen maar mensen met een vaste telefoonlijn te spreken.” “Als het regent besluiten kiezers op het laatste moment toch niet te gaan stemmen.” “Kandidaten verdraaien de cijfers.” “Niemand geeft eerlijk antwoord.”
Kortom, de dames en heren peilers hebben wel een vaag idee wie er gaat winnen morgen, maar voor wie het echt wil weten lijkt hun beste advies de uitslagen af te wachten. De enige voorspelling waar we zo iets aan hebben is dat het een lange nacht gaat worden...maar misschien ook niet.
De web site realclearpolitics.com geeft een overzicht van alle polls die dagelijks gepubliceerd worden; en het enige dat die peilingen vertellen is dat de winnaar of John McCain of Barack Obama wordt. Ter rechtvaardiging van zijn bestaan vat de site ook alle polls samen – en de trend die deze 'poll of polls' oplevert wijst Obama als winnaar. Vraag is wat dat zegt als de peilingen uiteenlopen van een 14 procent voorsprong voor Obama tot een 19procent voorsprong voor McCain.
Een groter vraagstuk is echter waarom men in 2008 nog steeds niet is staat is een 100procent betrouwbare voorspelling te doen. Toegegeven, een herhaling van de dramatische blunder uit 1948 – toen een aantal kranten dankzij onzuivere data de verkeerde kandidaat op de voorpagina tot winnaar uitriep – is ons vooralsnog bespaard gebleven. Maar dat is eerder het gevolg van verschoven deadlines dan van betere peilingen: in januari verraste Hillary Clinton iedereen door de voorverkiezingen in New Hampshire te winnen terwijl de cijfers vooraf een klinkende overwinning voor Obama lieten zien.
De excuses voor de slordige voorspellingen zijn talrijk en weinig creatief. “We krijgen alleen maar mensen met een vaste telefoonlijn te spreken.” “Als het regent besluiten kiezers op het laatste moment toch niet te gaan stemmen.” “Kandidaten verdraaien de cijfers.” “Niemand geeft eerlijk antwoord.”
Kortom, de dames en heren peilers hebben wel een vaag idee wie er gaat winnen morgen, maar voor wie het echt wil weten lijkt hun beste advies de uitslagen af te wachten. De enige voorspelling waar we zo iets aan hebben is dat het een lange nacht gaat worden...maar misschien ook niet.
"Obama's Loss Traced To Mark M."
In 2004 gaven rappers P. Diddy en 50 Cent nog een keuze: "Vote or Die." De get-out-to-vote actie van MoveOn.org gaat dit jaar een stap verder.
De boodschap die ik vandaag van de liberale actiegroep MoveOn.org kreeg was duidelijk: als Obama verliest op dinsdag is dat mijn schuld. Deze video geeft een idee van wat mij vervolgens te wachten staat. Een mooi voorbeeld van personal marketing.
De boodschap die ik vandaag van de liberale actiegroep MoveOn.org kreeg was duidelijk: als Obama verliest op dinsdag is dat mijn schuld. Deze video geeft een idee van wat mij vervolgens te wachten staat. Een mooi voorbeeld van personal marketing.
Saturday, 1 November 2008
Verliezers hebben de toekomst
Vice-presidenten hebben een aparte plaats in de Amerikaanse geschiedenis. Hoewel één op de drie het later tot president schopt neemt in eerste instantie niemand de running mate echt serieus; voor de meesten is immers na vier of acht jaar in de schaduw van Nummer Eén niet meer weggelegd dan een voetnoot in de geschiedenisboeken.
Al Gore is een uitzondering op die regel. Ooit leek ook hij, de zielepiet die won maar toch verloor, veroordeeld tot een eeuwige tweede viool; en liet hij van zich horen, dan riepen zijn speeches, waarbij hij zichzelf introduceerde als “the man who was supposed to be your next president,” medelijden op.
Maar de tijd dat men uit beleefdheid naar hem luisterde liggen ver in het verleden. Inmiddels is Gore de enige oud-politicus wiens uitspraken - zonder het ambt ooit bekleed te hebben - presidentiële autoriteit hebben; en dankzij zijn Nobelprijs is de zaak waarvoor hij zich hard maakt geen vice- presidentiële bezigheidstherapie meer, maar het werk van een visionair.
In die hoedanigheid mengde hij zich deze week in de verkiezingsstrijd. Tijdens een live webcast voor studenten vertelde hij zijn publiek meer te doen dan stemmen, “For way too long, politicians in both parties have too often just set aside the real solutions and we’ve had business as usual. And business as usual is unacceptable where the climate crisis is concerned.”
Gore riep zijn 15.000 kijkers op hun nieuwe leiders voortdurend te herinneren aan hun beloftes klimaatverandering aan te pakken. “To repower America with 100 percent carbon-free electricity within 10 years, we’re going to need the enthusiasm and dedication of millions of motivated students and young adults.”
Op hetzelfde moment liet iemand anders van zich horen die ook bezig is het vice-presidentiële handboek te herschrijven; ook zij sprak over de noodzaak Amerika's energie-beleid te veranderen. En ook voor haar geldt dat een (hoogstwaarschijnlijk) verloren verkiezing geen belemmering is zich in de toekomst uit te blijven spreken.
Maar daar houden de vergelijkingen tussen Gore en Sarah Palin op. In haar speech zei de Republikeinse kandidaat dat de lagere olieprijzen geen reden zijn Amerika's eigen olie- en gasproductie niet op te schroeven. “God has so richly blessed our land with the supplies we need,” en daar moet Amerika gebruik van maken wil het land energie-onafhankelijk worden, aldus Palin.
Als stap in de goede richting noemde Palin de $40 miljard kostende pijplijn die Alaska's gas beschikbaar maakt voor de rest van het land, “That pipeline will lead America one step farther away from reliance on foreign energy. It will be a lifeline, freeing us from debt, dependence and the influence of foreign powers.”
Palin mist internationale bijval, maar in eigen land heeft ze trouwe aanhangers. Dankzij dat gevolg groeide de gouverneur uit Alaska in korte tijd uit tot Gore's symbolische tegenpool. De uitslag van de verkiezingen verandert daar niets aan, want ook na dinsdag zal haar “Drill, baby, drill” het tegengeluid blijven op Gore's “We can solve it.”
De komende jaren zal dit duo, ieder als het gezicht van zijn eigen beweging, de discussie over Amerika's energie-agenda domineren. En dat is geen geringe prestatie voor twee losers.
Al Gore is een uitzondering op die regel. Ooit leek ook hij, de zielepiet die won maar toch verloor, veroordeeld tot een eeuwige tweede viool; en liet hij van zich horen, dan riepen zijn speeches, waarbij hij zichzelf introduceerde als “the man who was supposed to be your next president,” medelijden op.
Maar de tijd dat men uit beleefdheid naar hem luisterde liggen ver in het verleden. Inmiddels is Gore de enige oud-politicus wiens uitspraken - zonder het ambt ooit bekleed te hebben - presidentiële autoriteit hebben; en dankzij zijn Nobelprijs is de zaak waarvoor hij zich hard maakt geen vice- presidentiële bezigheidstherapie meer, maar het werk van een visionair.
In die hoedanigheid mengde hij zich deze week in de verkiezingsstrijd. Tijdens een live webcast voor studenten vertelde hij zijn publiek meer te doen dan stemmen, “For way too long, politicians in both parties have too often just set aside the real solutions and we’ve had business as usual. And business as usual is unacceptable where the climate crisis is concerned.”
Gore riep zijn 15.000 kijkers op hun nieuwe leiders voortdurend te herinneren aan hun beloftes klimaatverandering aan te pakken. “To repower America with 100 percent carbon-free electricity within 10 years, we’re going to need the enthusiasm and dedication of millions of motivated students and young adults.”
Op hetzelfde moment liet iemand anders van zich horen die ook bezig is het vice-presidentiële handboek te herschrijven; ook zij sprak over de noodzaak Amerika's energie-beleid te veranderen. En ook voor haar geldt dat een (hoogstwaarschijnlijk) verloren verkiezing geen belemmering is zich in de toekomst uit te blijven spreken.
Maar daar houden de vergelijkingen tussen Gore en Sarah Palin op. In haar speech zei de Republikeinse kandidaat dat de lagere olieprijzen geen reden zijn Amerika's eigen olie- en gasproductie niet op te schroeven. “God has so richly blessed our land with the supplies we need,” en daar moet Amerika gebruik van maken wil het land energie-onafhankelijk worden, aldus Palin.
Als stap in de goede richting noemde Palin de $40 miljard kostende pijplijn die Alaska's gas beschikbaar maakt voor de rest van het land, “That pipeline will lead America one step farther away from reliance on foreign energy. It will be a lifeline, freeing us from debt, dependence and the influence of foreign powers.”
Palin mist internationale bijval, maar in eigen land heeft ze trouwe aanhangers. Dankzij dat gevolg groeide de gouverneur uit Alaska in korte tijd uit tot Gore's symbolische tegenpool. De uitslag van de verkiezingen verandert daar niets aan, want ook na dinsdag zal haar “Drill, baby, drill” het tegengeluid blijven op Gore's “We can solve it.”
De komende jaren zal dit duo, ieder als het gezicht van zijn eigen beweging, de discussie over Amerika's energie-agenda domineren. En dat is geen geringe prestatie voor twee losers.
Wednesday, 29 October 2008
All We See is Barack Obama
De Obama show, Obamamercial, Barack's Road block: vanavond zond Obama zijn 30 minuten durende infomercial uit. Gelikt, maar weinig verrassend.
Het was lang geleden, maar niet ongekend: 16 jaar geleden kocht de onafhankelijke presidentskandidaat Ross Perot ook al 30 minuten zendtijd in om zijn programma duidelijk te maken. Dat bleek weggegooid geld; in Obama's geval lijkt hetzelfde te gelden. Ook zonder deze herhaling van zetten wordt hij hoogstwaarschijnlijk dinsdag de winnaar .
In de infomercial passeerde een aantal gewone Amerikanen de revue. Rebecca Johnston, moeder en hard geraakt door de financiele crisis; Larry Stewart, een 72 jarige ex- pensionado die alweer 5 jaar aan het werk is om de rekeningen te betalen; Julia Sanchez, een weduwe met twee banen die maar net het hoofd boven water houdt. Mark Dow, die onlangs zijn baan gehalveerd zag worden.
In de voice-over en in een Oval Office-achtige werkkamer legt Obama uit hoe hij deze en andere mensen met gelijksoortige problemen gaat helpen.
Verder kwamen ook wat prominentere Amerikanen aan het woord: een aantal gouverneurs legt uit waarom men op Obama moet stemmen; de CEO van Google prijst zijn economische plannen; Michelle geeft een kijkje in het Obama huishouden; en een oud-generaal vertelt waarom Obama een goede opperbevelhebber gaat worden.
Na zo`n 25 minuten schakelde de infomercial over naar een live uitzending van een Obama rally in Florida. De overgang en de timing waren perfect: de kandidaat begon juist aan het laatste deel van zijn speech. Schijnbaar moeiteloos richtte Obama zijn aandacht van het aanwezige publiek op de kijkers die net kwamen aanschuiven.
De 30 minuten vertelden een indrukwekkend verhaal, maar wie de campagne gevolgd heeft hoorde niets nieuws. Ook de kritiek was meer van hetzelfde, voor zover men tenminste de moeite nam er iets over te zeggen. FOX News presentator Bill O`Reilly wijdde bijvoorbeeld zijn show weer eens aan de vraag "Who is Barack Obama?"
Winnaar van de avond lijkt zo John McCain te zijn. Terwijl Obama voor de 30 minuten zo`n $5 miljoen moest neerleggen, was zijn tegenstander een half uur te gast bij CNN`s Larry King. Voor niets.
Het was lang geleden, maar niet ongekend: 16 jaar geleden kocht de onafhankelijke presidentskandidaat Ross Perot ook al 30 minuten zendtijd in om zijn programma duidelijk te maken. Dat bleek weggegooid geld; in Obama's geval lijkt hetzelfde te gelden. Ook zonder deze herhaling van zetten wordt hij hoogstwaarschijnlijk dinsdag de winnaar .
In de infomercial passeerde een aantal gewone Amerikanen de revue. Rebecca Johnston, moeder en hard geraakt door de financiele crisis; Larry Stewart, een 72 jarige ex- pensionado die alweer 5 jaar aan het werk is om de rekeningen te betalen; Julia Sanchez, een weduwe met twee banen die maar net het hoofd boven water houdt. Mark Dow, die onlangs zijn baan gehalveerd zag worden.
In de voice-over en in een Oval Office-achtige werkkamer legt Obama uit hoe hij deze en andere mensen met gelijksoortige problemen gaat helpen.
Verder kwamen ook wat prominentere Amerikanen aan het woord: een aantal gouverneurs legt uit waarom men op Obama moet stemmen; de CEO van Google prijst zijn economische plannen; Michelle geeft een kijkje in het Obama huishouden; en een oud-generaal vertelt waarom Obama een goede opperbevelhebber gaat worden.
Na zo`n 25 minuten schakelde de infomercial over naar een live uitzending van een Obama rally in Florida. De overgang en de timing waren perfect: de kandidaat begon juist aan het laatste deel van zijn speech. Schijnbaar moeiteloos richtte Obama zijn aandacht van het aanwezige publiek op de kijkers die net kwamen aanschuiven.
De 30 minuten vertelden een indrukwekkend verhaal, maar wie de campagne gevolgd heeft hoorde niets nieuws. Ook de kritiek was meer van hetzelfde, voor zover men tenminste de moeite nam er iets over te zeggen. FOX News presentator Bill O`Reilly wijdde bijvoorbeeld zijn show weer eens aan de vraag "Who is Barack Obama?"
Winnaar van de avond lijkt zo John McCain te zijn. Terwijl Obama voor de 30 minuten zo`n $5 miljoen moest neerleggen, was zijn tegenstander een half uur te gast bij CNN`s Larry King. Voor niets.
Advocaten spekken campagnekassen
Dankzij de $37 miljoen die Amerikaanse advocaten aan de presidentskandidaten overmaakten bezetten zij de eerste en respectievelijk tweede plaats in de donor-ranglijsten van Obama en McCain.
De beroepsgroep koos overtuigend voor de Democraat, die ruim $28 miljoen ontving. The American Association for Justice – een lobby-organisatie – voerde met bijna $2.5 miljoen de lijst aan. De 20 bestverdienende advocatenkantoren in Washington, D.C. waren goed voor zo`n $2 miljoen.
Deze vrijgevigheid lijkt haaks te staan op de plannen van beide kandidaten om de gevestigde orde in Washington, D.C. op te schudden. Maar door zijn relatief korte tijd in de Senaat stammen Obama's contacten voornamelijk uit zijn tijd aan Harvard Law School en zijn werk als advocaat. Voor McCain geldt het omgekeerde: na 26 jaar in het Congres kent iedere advocaat en lobbyist zijn naam.
Volgens Kevin Wolf, partner bij advocatenbureau Bryan Cave, zijn de vele donaties echter het gevolg van de belangrijke juridische beslissingen die de volgende president moet nemen. “For example, 'who's on the next Supreme Court?' As a lawyer, I think that's a very important topic.”
De beroepsgroep koos overtuigend voor de Democraat, die ruim $28 miljoen ontving. The American Association for Justice – een lobby-organisatie – voerde met bijna $2.5 miljoen de lijst aan. De 20 bestverdienende advocatenkantoren in Washington, D.C. waren goed voor zo`n $2 miljoen.
Deze vrijgevigheid lijkt haaks te staan op de plannen van beide kandidaten om de gevestigde orde in Washington, D.C. op te schudden. Maar door zijn relatief korte tijd in de Senaat stammen Obama's contacten voornamelijk uit zijn tijd aan Harvard Law School en zijn werk als advocaat. Voor McCain geldt het omgekeerde: na 26 jaar in het Congres kent iedere advocaat en lobbyist zijn naam.
Volgens Kevin Wolf, partner bij advocatenbureau Bryan Cave, zijn de vele donaties echter het gevolg van de belangrijke juridische beslissingen die de volgende president moet nemen. “For example, 'who's on the next Supreme Court?' As a lawyer, I think that's a very important topic.”
Tuesday, 28 October 2008
Pompoenen voor Obama
Vrijdag is het Halloween; en dinsdag zijn de presidentsverkiezingen. Hoog tijd voor de Barack O` Lantern.
De traditie van Halloween kennen wij niet, maar in Amerika is het "a very big deal." En met nog een week te gaan is het geen verrassing dat de campagnestrijd ook via pompoenen wordt uitgevochten.
De web site "Yes We Carve - biedt een snelcursus "Creatief met pompoen." Op de site zijn patronen te vinden die, zoals verwacht, allemaal Obama gerelateerd zijn; de term Barack O` Lantern is een verwijzing naar Jack O' Lantern, de echte naam voor uitgeholde en versierde pompoenen.
De mensen achter "Yes We Carve" benadrukken dat zij niets met de campagne van de Democraat te maken hebben en dat zij het graag positief willen houden; dus "No Attack O’ Lanterns."
Heb je je pompoen eenmaal vakkundig verObamaniseert, dan kan je een foto opsturen. De mooiste exemplaren zijn hier te zien.
De traditie van Halloween kennen wij niet, maar in Amerika is het "a very big deal." En met nog een week te gaan is het geen verrassing dat de campagnestrijd ook via pompoenen wordt uitgevochten.
De web site "Yes We Carve - biedt een snelcursus "Creatief met pompoen." Op de site zijn patronen te vinden die, zoals verwacht, allemaal Obama gerelateerd zijn; de term Barack O` Lantern is een verwijzing naar Jack O' Lantern, de echte naam voor uitgeholde en versierde pompoenen.
De mensen achter "Yes We Carve" benadrukken dat zij niets met de campagne van de Democraat te maken hebben en dat zij het graag positief willen houden; dus "No Attack O’ Lanterns."
Heb je je pompoen eenmaal vakkundig verObamaniseert, dan kan je een foto opsturen. De mooiste exemplaren zijn hier te zien.
“Let us begin.”
Wie er volgende week ook wint één ding is duidelijk: vanaf 2009 gaat er een nieuwe wind door Amerika waaien. En als het aan de kandidaten ligt is die schoner dan nu het geval is. Hoe veel schoner en hoe snel de resultaten merkbaar zijn hangt echter af van de uitkomst op 4 november.
Grote prioriteit op zowel de Republikeinse als de Democratische agenda is de aanpak van global warming. McCain wil dat Amerika in 2050 60 procent minder CO2 uitstoot produceert dan in 1990; Obama legt de lat op zelfs 80 procent. Hoewel die 42 jaren de heren een ruime slag om de arm lijken te geven – Obama is tegen die tijd 89 en McCain, deo volente, 114 – komt die datum niet uit de lucht vallen. Het veranderen van het leefpatroon van Amerika, waar 5 procent van de wereldbevolking 22 procent van alle energie verbruikt, duurt waarschijnlijk een volwassen mensenleven.
Een stap in de goede richting is de introductie van verhandelbare emissierechten. Beide kandidaten willen zo snel mogelijk een bovengrens aan Amerika's CO2 uitstoot vaststellen, waarna bedrijven die emissierechten onderling kunnen aan- en verkopen. Om zichzelf niet uit de markt te prijzen worden grote vervuilers dan immers gedwongen minder luchtverontreiniging te produceren.
De mate waarin de overheid een rol speelt in dit proces bepaalt het verschil in aanpak tussen Obama en McCain. De Republikein gelooft in zachte overheidsdruk en marktwerking. Zo schreef hij eerder dit jaar op de opiniepagina van de Financial Times, “We need to unleash the power and innovation of the marketplace in order to meet our environmental challenges.” Hij wil de emissierechten in eerste instantie gratis weggeven. Bedrijven kunnen zo wennen aan het systeem en hun CO2 uitstoot eerst zelf terugdringen. En na verloop van tijd hangt McCain een prijskaartje aan de vervuiling, waarna de handel vanzelf zal beginnen.
Obama's plan is strikter. Hij ziet een vergaande inmenging vanuit Washington, D.C., want “businesses don't own the sky, the public does. If we want them to stop polluting it, we have to put a price on all pollution.” Hij kiest er daarom voor de emissierechten direct aan geld te koppelen waarbij het uitgangspunt is dat 'de vervuiler betaalt.' Met het geld dat de overheid opstrijkt tijdens de veiling van de emissierechten wil hij zijn andere energie-plannen betalen.
Hoewel beide plannen een duidelijke breuk met het huidige beleid betekenen verdient Obama's aanpak de voorkeur. De slagingskansen van het 'cap and trade' programma zijn groter als de emissierechten vanaf de introductie geld waard zijn. Producenten en consumenten zullen de kosten van Amerika's CO2 uitstoot direct voelen; en dat kan geen kwaad in het land waar men energie behandelt alsof het aan de bomen groeit. Ook benadrukt de snelle en verplichte invoer de ernst van de situatie: Amerikanen kunnen niet langer bijna vijf keer zoveel energie verbruiken als de gemiddelde wereldburger.
Geen van beide kandidaten zal global warming in zijn maximaal twee termijnen uit de wereld kunnen helpen. Maar dankzij dit soort plannen zal ook bij Amerikanen het besef groeien dat het roer om moet. De streefdatum van 2050 kan als vage toekomstmuziek worden afgedaan, maar als het om een verantwoord energie beleid gaat heeft Amerika een lange weg te gaan.
Gelukkig trekken echt ambitieuze presidenten zich daar niets van aan. “All this will not be finished in the first 100 days. Nor will it be finished in the first 1,000 days, nor in the life of this Administration, nor even perhaps in our lifetime on this planet. But let us begin,” aldus President Kennedy in 1961.
Grote prioriteit op zowel de Republikeinse als de Democratische agenda is de aanpak van global warming. McCain wil dat Amerika in 2050 60 procent minder CO2 uitstoot produceert dan in 1990; Obama legt de lat op zelfs 80 procent. Hoewel die 42 jaren de heren een ruime slag om de arm lijken te geven – Obama is tegen die tijd 89 en McCain, deo volente, 114 – komt die datum niet uit de lucht vallen. Het veranderen van het leefpatroon van Amerika, waar 5 procent van de wereldbevolking 22 procent van alle energie verbruikt, duurt waarschijnlijk een volwassen mensenleven.
Een stap in de goede richting is de introductie van verhandelbare emissierechten. Beide kandidaten willen zo snel mogelijk een bovengrens aan Amerika's CO2 uitstoot vaststellen, waarna bedrijven die emissierechten onderling kunnen aan- en verkopen. Om zichzelf niet uit de markt te prijzen worden grote vervuilers dan immers gedwongen minder luchtverontreiniging te produceren.
De mate waarin de overheid een rol speelt in dit proces bepaalt het verschil in aanpak tussen Obama en McCain. De Republikein gelooft in zachte overheidsdruk en marktwerking. Zo schreef hij eerder dit jaar op de opiniepagina van de Financial Times, “We need to unleash the power and innovation of the marketplace in order to meet our environmental challenges.” Hij wil de emissierechten in eerste instantie gratis weggeven. Bedrijven kunnen zo wennen aan het systeem en hun CO2 uitstoot eerst zelf terugdringen. En na verloop van tijd hangt McCain een prijskaartje aan de vervuiling, waarna de handel vanzelf zal beginnen.
Obama's plan is strikter. Hij ziet een vergaande inmenging vanuit Washington, D.C., want “businesses don't own the sky, the public does. If we want them to stop polluting it, we have to put a price on all pollution.” Hij kiest er daarom voor de emissierechten direct aan geld te koppelen waarbij het uitgangspunt is dat 'de vervuiler betaalt.' Met het geld dat de overheid opstrijkt tijdens de veiling van de emissierechten wil hij zijn andere energie-plannen betalen.
Hoewel beide plannen een duidelijke breuk met het huidige beleid betekenen verdient Obama's aanpak de voorkeur. De slagingskansen van het 'cap and trade' programma zijn groter als de emissierechten vanaf de introductie geld waard zijn. Producenten en consumenten zullen de kosten van Amerika's CO2 uitstoot direct voelen; en dat kan geen kwaad in het land waar men energie behandelt alsof het aan de bomen groeit. Ook benadrukt de snelle en verplichte invoer de ernst van de situatie: Amerikanen kunnen niet langer bijna vijf keer zoveel energie verbruiken als de gemiddelde wereldburger.
Geen van beide kandidaten zal global warming in zijn maximaal twee termijnen uit de wereld kunnen helpen. Maar dankzij dit soort plannen zal ook bij Amerikanen het besef groeien dat het roer om moet. De streefdatum van 2050 kan als vage toekomstmuziek worden afgedaan, maar als het om een verantwoord energie beleid gaat heeft Amerika een lange weg te gaan.
Gelukkig trekken echt ambitieuze presidenten zich daar niets van aan. “All this will not be finished in the first 100 days. Nor will it be finished in the first 1,000 days, nor in the life of this Administration, nor even perhaps in our lifetime on this planet. But let us begin,” aldus President Kennedy in 1961.
Monday, 27 October 2008
Amerika's onderbewustzijn
Als Amerika over zeven dagen naar de stembus gaat gaan we ervan uit dat iedereen een weloverwogen keuze maakt; dat doen wij als zelfbewuste deelnemers aan de moderne consumptiemaatschappij toch de hele dag? Recent onderzoek bewijst echter het tegenovergestelde.
Het uitgangspunt van Martin Lindstrom's nieuwste boek "Buy-ology; Truth and Lies about Why We Buy" is simpel: mensen liegen, hersenscans niet. De internationaal bekende marketing goeroe - die onder andere McDonald, Nestlé, Microsoft en Disney adviseert - baseert deze stelling op drie jaar hersenonderzoek en de grootste hoeveelheid neuromarketing data die ooit voorhanden was. En de conclusies zijn verrassend genoeg om alle beslistheorieën en marketingmodellen overboord te zetten.
Zo blijkt bijvoorbeeld dat waarschuwingen op pakjes sigaretten roken stimuleren. Dat "Roken is dodelijk" niemand ervan weerhoudt een sigaret op te steken is weliswaar bekend, maar dat zelfs de meest gruwelijke teksten en plaatjes prikkels veroorzaken in dat deel van de hersens waar onze verlangens huizen is op zijn minst opmerkelijk. Oftewel, hoe meer tabaksreclame, hoe minder mensen gaan roken.
Een andere conclusie stelt dat product placements niet werken. Hoe hard regisseurs ook hun best doen om soapsterren 'subtiel' Pringles te laten eten, of hoeveel Unilever producten set dressers speels in een decor plaatsen, de kijker ziet het niet. De hersenscans van de proefkonijnen wezen uit dat een bepaald product alleen opvalt als het van belang is voor de verhaallijn.
De studie wees ook uit dat mensen bij het zien van bepaalde sterke merken zoals de Ipod dezelfde hersenactiviteit vertonen als wanneer ze religieuze afbeeldingen onder ogen krijgen. Hiermee lijkt eindelijk een verklaring gevonden te zijn waarom mensen 24 uur in de rij gaan staan voor een nieuwe Iphone: het is het 21ste eeuwse equivalent van de bedevaart naar Lourdes.
Het beste bewijs dat de conclusies uit "Buy-ology" voor een revolutie gaan zorgen blijkt uit het vermogen om met hersenscans de slagingskansen van televisieprogramma's in kaart te brengen.
Deelnemers aan het onderzoek kregen drie shows te zien; toen de programma's later op de Britse televisie te zien waren bleek show die voor de minste hersenprikkels zorgde ook de slechtste kijkcijfers te krijgen.
Kortom, in het onwaarschijnlijke geval dat McCain volgende week president wordt dan komt dat niet door zijn uitmuntende campagne, maar door een moment van onoplettendheid in Amerika's onderbewustzijn.
Het uitgangspunt van Martin Lindstrom's nieuwste boek "Buy-ology; Truth and Lies about Why We Buy" is simpel: mensen liegen, hersenscans niet. De internationaal bekende marketing goeroe - die onder andere McDonald, Nestlé, Microsoft en Disney adviseert - baseert deze stelling op drie jaar hersenonderzoek en de grootste hoeveelheid neuromarketing data die ooit voorhanden was. En de conclusies zijn verrassend genoeg om alle beslistheorieën en marketingmodellen overboord te zetten.
Zo blijkt bijvoorbeeld dat waarschuwingen op pakjes sigaretten roken stimuleren. Dat "Roken is dodelijk" niemand ervan weerhoudt een sigaret op te steken is weliswaar bekend, maar dat zelfs de meest gruwelijke teksten en plaatjes prikkels veroorzaken in dat deel van de hersens waar onze verlangens huizen is op zijn minst opmerkelijk. Oftewel, hoe meer tabaksreclame, hoe minder mensen gaan roken.
Een andere conclusie stelt dat product placements niet werken. Hoe hard regisseurs ook hun best doen om soapsterren 'subtiel' Pringles te laten eten, of hoeveel Unilever producten set dressers speels in een decor plaatsen, de kijker ziet het niet. De hersenscans van de proefkonijnen wezen uit dat een bepaald product alleen opvalt als het van belang is voor de verhaallijn.
De studie wees ook uit dat mensen bij het zien van bepaalde sterke merken zoals de Ipod dezelfde hersenactiviteit vertonen als wanneer ze religieuze afbeeldingen onder ogen krijgen. Hiermee lijkt eindelijk een verklaring gevonden te zijn waarom mensen 24 uur in de rij gaan staan voor een nieuwe Iphone: het is het 21ste eeuwse equivalent van de bedevaart naar Lourdes.
Het beste bewijs dat de conclusies uit "Buy-ology" voor een revolutie gaan zorgen blijkt uit het vermogen om met hersenscans de slagingskansen van televisieprogramma's in kaart te brengen.
Deelnemers aan het onderzoek kregen drie shows te zien; toen de programma's later op de Britse televisie te zien waren bleek show die voor de minste hersenprikkels zorgde ook de slechtste kijkcijfers te krijgen.
Kortom, in het onwaarschijnlijke geval dat McCain volgende week president wordt dan komt dat niet door zijn uitmuntende campagne, maar door een moment van onoplettendheid in Amerika's onderbewustzijn.
Sunday, 26 October 2008
Obama's geldautomaat
De Amerikaanse auto-industrie verkeert in zwaar weer. Zelfs nadat de dalende olieprijs benzine goedkoper heeft gemaakt stellen Amerikanen het kopen van nieuwe auto's en masse uit.
Autofabrikant Chrysler kondigde vorige week al het ontslag aan van 25 procent van de werknemers en het lijkt een kwestie van tijd voordat de concurrentie deze maatregel volgt. En nergens wordt dit meer gevoeld dan in de auto-staat Michigan, thuisbasis van Motor Town Detroit.
John McCain en Barack Obama zijn het er over eens dat de ontwikkeling van goedkope hybride auto's dit tij kan keren. En ondanks de vele vragen die zowel de Republikeinse als de Democratische plannen bij experts oproepen lijken de kiezers in Michigan hun keuze gemaakt te hebben.
Om zijn ambitie om in 2015 een miljoen hybride auto's op de Amerikaanse snelwegen te zien rijden waar te maken wil Obama de verdere ontwikkeling van overheidwege stimuleren. Hij introduceerde vorig jaar al een wetsvoorstel waardoor autofabrikanten subsidies krijgen voor de zorgverzekering van hun medewerkers als ze de besparingen investeren in technologisch onderzoek. “We must change the formula by highlighting the shared interests of workers, environmentalists, and industry stakeholders. This act will reduce our dependence on oil while providing automakers with resources to invest in the future of their industry.”
En als president heeft Obama beloofd het goede voorbeeld te geven: binnen een jaar na zijn inauguratie is het hele Witte Huis wagenpark en minimaal de helft van alle auto's die de federale overheid gebruikt hybride.
McCain wil de auto-industrie met zo min mogelijk wetgeving confronteren. Hij is voorstander van het stimuleren van de vraag zodat het voor autofabrikanten vanzelf interessant wordt om een groter en goedkoper aanbod te ontwikkelen. Zo beloofde hij deze zomer “a 5,000 dollar tax credit for each and every customer who buys a hybrid car. For other vehicles, whatever type they may be, the lower the carbon emissions, the higher the tax credit.”
Om ook automakers voor zijn plan te enthousiasmeren heeft hij op zijn Web site een wedstrijd uitgeschreven. “A $300 million prize should be awarded for the development of a battery package that has the size, capacity, cost and power to leapfrog the commercially available plug-in hybrids or electric cars.”
Experts zien de toekomst echter minder rooskleurig tegemoet dan de kandidaten. “A target of one million plug-ins in the U.S. by 2015 — considering there are none now — could be somewhat optimistic,” aldus een woordvoerder van de Alliance of Automobile Manufacturers. En McCain's $300 miljoen aan prijzengeld klinkt indrukwekkend, maar “it's small change in this business. It’s the cost of a paint shop in an auto factory.”
Ook de voorzitter van The Center for Automotive Research heeft zo zijn bedenkingen. Volgens hem is de technologie nog zo onderontwikkeld dat het te vroeg is voor grootschalige productie. “We know how to make them, but not inexpensively.”
Kiezers in Michigan zetten ondanks deze bezwaren hun geld op Obama: volgens de laatste polls ligt de Democraat 17 procent voor op zijn tegenstander. En die keuze is logisch: Obama's plan jaarlijk $15 miljard in onderzoek naar alternatieve energie – waaronder de ontwikkeling van hybdride auto's - te investeren doet McCain's $300 miljoen verbleken. Of Obama's plannen haalbaar zijn of niet, Michigan wil het met de injectie uit de Democratische geldautomaat graag gaan proberen.
Autofabrikant Chrysler kondigde vorige week al het ontslag aan van 25 procent van de werknemers en het lijkt een kwestie van tijd voordat de concurrentie deze maatregel volgt. En nergens wordt dit meer gevoeld dan in de auto-staat Michigan, thuisbasis van Motor Town Detroit.
John McCain en Barack Obama zijn het er over eens dat de ontwikkeling van goedkope hybride auto's dit tij kan keren. En ondanks de vele vragen die zowel de Republikeinse als de Democratische plannen bij experts oproepen lijken de kiezers in Michigan hun keuze gemaakt te hebben.
Om zijn ambitie om in 2015 een miljoen hybride auto's op de Amerikaanse snelwegen te zien rijden waar te maken wil Obama de verdere ontwikkeling van overheidwege stimuleren. Hij introduceerde vorig jaar al een wetsvoorstel waardoor autofabrikanten subsidies krijgen voor de zorgverzekering van hun medewerkers als ze de besparingen investeren in technologisch onderzoek. “We must change the formula by highlighting the shared interests of workers, environmentalists, and industry stakeholders. This act will reduce our dependence on oil while providing automakers with resources to invest in the future of their industry.”
En als president heeft Obama beloofd het goede voorbeeld te geven: binnen een jaar na zijn inauguratie is het hele Witte Huis wagenpark en minimaal de helft van alle auto's die de federale overheid gebruikt hybride.
McCain wil de auto-industrie met zo min mogelijk wetgeving confronteren. Hij is voorstander van het stimuleren van de vraag zodat het voor autofabrikanten vanzelf interessant wordt om een groter en goedkoper aanbod te ontwikkelen. Zo beloofde hij deze zomer “a 5,000 dollar tax credit for each and every customer who buys a hybrid car. For other vehicles, whatever type they may be, the lower the carbon emissions, the higher the tax credit.”
Om ook automakers voor zijn plan te enthousiasmeren heeft hij op zijn Web site een wedstrijd uitgeschreven. “A $300 million prize should be awarded for the development of a battery package that has the size, capacity, cost and power to leapfrog the commercially available plug-in hybrids or electric cars.”
Experts zien de toekomst echter minder rooskleurig tegemoet dan de kandidaten. “A target of one million plug-ins in the U.S. by 2015 — considering there are none now — could be somewhat optimistic,” aldus een woordvoerder van de Alliance of Automobile Manufacturers. En McCain's $300 miljoen aan prijzengeld klinkt indrukwekkend, maar “it's small change in this business. It’s the cost of a paint shop in an auto factory.”
Ook de voorzitter van The Center for Automotive Research heeft zo zijn bedenkingen. Volgens hem is de technologie nog zo onderontwikkeld dat het te vroeg is voor grootschalige productie. “We know how to make them, but not inexpensively.”
Kiezers in Michigan zetten ondanks deze bezwaren hun geld op Obama: volgens de laatste polls ligt de Democraat 17 procent voor op zijn tegenstander. En die keuze is logisch: Obama's plan jaarlijk $15 miljard in onderzoek naar alternatieve energie – waaronder de ontwikkeling van hybdride auto's - te investeren doet McCain's $300 miljoen verbleken. Of Obama's plannen haalbaar zijn of niet, Michigan wil het met de injectie uit de Democratische geldautomaat graag gaan proberen.
Friday, 24 October 2008
Advocaten monitoren verkiezingen
Officiëel is de race na 4 november gelopen, maar Barack Obama en John McCain nemen geen enkel risico.
Beide presidentskandidaten hebben duizenden advocaten gemobiliseerd voor het geval de verkiezingen geen duidelijke winnaar aanwijzen. En met over en weer vliegende beschuldigingen van verkiezingsfraude, verouderde stemmachines, de verwachte record opkomst en één blik op de presidentsverkiezingen van 2000 lijkt dat geen overbodige luxe.
Ondertussen zijn de eerste klappen al uitgedeeld. Inzet van de strijd is een wet uit 2002 die een strengere controle van kiezers voorschrijft ter voorkoming van de chaos die zich in 2000 in Florida voordeed. Democraten beschuldigen Republikeinen legitieme kiezers het stemmen onmogelijk te maken; Republikeinen stellen op hun beurt dat de minder strenge Democratische regels fraude in de hand werken.
Advocaten zijn inmiddels op alles voorbereid. Zo staan in Florida alleen al 5000 advocaten klaar om op 4 november alles in goede banen te leiden. “On Election Day, I will be managing the largest law firm in the country, albeit for one day,” aldus advocaat Charles H. Lichtman, verantwoordelijk voor de operatie.
Beide presidentskandidaten hebben duizenden advocaten gemobiliseerd voor het geval de verkiezingen geen duidelijke winnaar aanwijzen. En met over en weer vliegende beschuldigingen van verkiezingsfraude, verouderde stemmachines, de verwachte record opkomst en één blik op de presidentsverkiezingen van 2000 lijkt dat geen overbodige luxe.
Ondertussen zijn de eerste klappen al uitgedeeld. Inzet van de strijd is een wet uit 2002 die een strengere controle van kiezers voorschrijft ter voorkoming van de chaos die zich in 2000 in Florida voordeed. Democraten beschuldigen Republikeinen legitieme kiezers het stemmen onmogelijk te maken; Republikeinen stellen op hun beurt dat de minder strenge Democratische regels fraude in de hand werken.
Advocaten zijn inmiddels op alles voorbereid. Zo staan in Florida alleen al 5000 advocaten klaar om op 4 november alles in goede banen te leiden. “On Election Day, I will be managing the largest law firm in the country, albeit for one day,” aldus advocaat Charles H. Lichtman, verantwoordelijk voor de operatie.
Koffiecrisis
We kenden al de Big Mac index, waarbij de prijs van de hamburger gebruikt om wisselkoersen te bepalen. Om inzicht in de huidige financiele crisis te geven hanteert de nieuwste economische theorie de koffieketen Starbucks.
Starbucks symboliseert het opgefokte kapitalisme in Amerika, aldus grondlegger van de theorie,
Newsweek columnist Dan Gross, en in alle financiele districten zijn de koffieshops alom aanwezig. "When you look at the cities where the banking systems have been held or had to be nationalized—like London, Madrid or Paris, South Korea—very high concentrations of Starbucks.”
Oftewel, hoe meer Starbucks winkels, des te harder de impact van de crisis is, zegt Gross. In Afrika zitten bijvoorbeeld maar drie Starbucks, en daar is de crisis nauwelijks merkbaar. Hetzelfde geldt voor Italië. Ook is het opmerkelijk dat Starbucks - net zoals de Amerikaanse huizenmarkt - zijn toptijd in 2006 beleefde, waarna het voor beiden snel bergaf ging.
Ondanks deze indicatoren ziet Gross ook de gebreken van zijn theorie in. Hij geeft dan ook direct toe dat zijn model "not necessarily scientific" is.
Maar wie de Starbucks methode op Nederland loslaat - waar de keten na de succesvolle opening van de eerste vestiging grote uitbreidingsplannen had - begrijpt opeens waarom de crisis ons niet zo hard raakt als bijvoorbeeld Amerika en Engeland.
Wetenschappelijk? Dat niet, maar wel leuk.
Starbucks symboliseert het opgefokte kapitalisme in Amerika, aldus grondlegger van de theorie,
Newsweek columnist Dan Gross, en in alle financiele districten zijn de koffieshops alom aanwezig. "When you look at the cities where the banking systems have been held or had to be nationalized—like London, Madrid or Paris, South Korea—very high concentrations of Starbucks.”
Oftewel, hoe meer Starbucks winkels, des te harder de impact van de crisis is, zegt Gross. In Afrika zitten bijvoorbeeld maar drie Starbucks, en daar is de crisis nauwelijks merkbaar. Hetzelfde geldt voor Italië. Ook is het opmerkelijk dat Starbucks - net zoals de Amerikaanse huizenmarkt - zijn toptijd in 2006 beleefde, waarna het voor beiden snel bergaf ging.
Ondanks deze indicatoren ziet Gross ook de gebreken van zijn theorie in. Hij geeft dan ook direct toe dat zijn model "not necessarily scientific" is.
Maar wie de Starbucks methode op Nederland loslaat - waar de keten na de succesvolle opening van de eerste vestiging grote uitbreidingsplannen had - begrijpt opeens waarom de crisis ons niet zo hard raakt als bijvoorbeeld Amerika en Engeland.
Wetenschappelijk? Dat niet, maar wel leuk.
Thursday, 23 October 2008
Obama in Leesburg
Barack Obama was gister in Leesburg, Virginia. Bericht uit DC was één van de 35.000 aanwezigen.
Het verschil tussen Obama's aanwezigheid in Virginia en John McCain's rally in de zelfde staat vier dagen eerder is op de heenweg al merkbaar. Honderden stapvoets rijdende auto's druppelen uren voordat Obama gaat spreken het anders zo rustige centrum van Leesburg binnen. Parkeren lukt alleen nog op grote afstand van het park waar de rally plaats vindt. We zijn duidelijk niet de enige die vandaag gekomen zijn om de senator te horen spreken.
Ter plekke blijkt het verschil niet alleen uit de hoeveelheid mensen, maar ook uit wie er op het evenement is afgekomen. McCain's publiek - zo`n 6000 man - was ouder, witter en fanatieker. Daar was niemand zonder McCain/Palin T shirt, bord of sticker en er werden zowel vooraf als tijdens McCain's speech meer leuzen gescandeerd en harder geklapt.
Als Obama eenmaal aan het spreken is wordt duidelijk waarom men stiller is: zijn publiek komt om te luisteren. En Obama geeft de toehoorders wat ze willen: een helder verhaal waarin hij Amerika's problemen uiteenzet en zijn oplossingen uitlegt. In plaats van mensen op te hitsen niet op de ander te stemmen maakt hij duidelijk waarom hij president moet worden.
Het verschil in stemming tijdens beide bijeenkomsten zegt veel over de campagnes van de kandidaten. McCain - die een uur te laat kwam - valt zijn tegenstander hard aan, geeft zijn publiek veel reden tot juichen met one-liners en brengt voornamelijk mensen op de been die sowieso op hem gaan stemmen. Obama's publiek is diverser en de sfeer is ernstiger. Zowel de kandidaat - die keurig op tijd was - als de aanwezigen lijken te begrijpen dat 4 november niet het eindpunt van de campagne is, maar de start van een nieuw tijdperk voor Amerika. Hoewel nieuw altijd een beetje eng is - niemand weet wat er gaat gebeuren - weet men ook in Virginia dat het roer om moet. En dat de aanwezigen bereid zijn die onzekere toekomst aan President Obama toe te vertrouwen geeft hoop voor 4 november. De laatste keer dat deze tot voor kort solide Republikeinse staat naar een Democratische presidentskandidaat ging is 44 jaar geleden: toen was de winst in Virginia voor John F. Kennedy genoeg om het presidentsschap binnen te slepen. De bijeenkomst gister bewees dat Obama beide kunststukjes kan evenaren.
Het verschil tussen Obama's aanwezigheid in Virginia en John McCain's rally in de zelfde staat vier dagen eerder is op de heenweg al merkbaar. Honderden stapvoets rijdende auto's druppelen uren voordat Obama gaat spreken het anders zo rustige centrum van Leesburg binnen. Parkeren lukt alleen nog op grote afstand van het park waar de rally plaats vindt. We zijn duidelijk niet de enige die vandaag gekomen zijn om de senator te horen spreken.
Ter plekke blijkt het verschil niet alleen uit de hoeveelheid mensen, maar ook uit wie er op het evenement is afgekomen. McCain's publiek - zo`n 6000 man - was ouder, witter en fanatieker. Daar was niemand zonder McCain/Palin T shirt, bord of sticker en er werden zowel vooraf als tijdens McCain's speech meer leuzen gescandeerd en harder geklapt.
Als Obama eenmaal aan het spreken is wordt duidelijk waarom men stiller is: zijn publiek komt om te luisteren. En Obama geeft de toehoorders wat ze willen: een helder verhaal waarin hij Amerika's problemen uiteenzet en zijn oplossingen uitlegt. In plaats van mensen op te hitsen niet op de ander te stemmen maakt hij duidelijk waarom hij president moet worden.
Het verschil in stemming tijdens beide bijeenkomsten zegt veel over de campagnes van de kandidaten. McCain - die een uur te laat kwam - valt zijn tegenstander hard aan, geeft zijn publiek veel reden tot juichen met one-liners en brengt voornamelijk mensen op de been die sowieso op hem gaan stemmen. Obama's publiek is diverser en de sfeer is ernstiger. Zowel de kandidaat - die keurig op tijd was - als de aanwezigen lijken te begrijpen dat 4 november niet het eindpunt van de campagne is, maar de start van een nieuw tijdperk voor Amerika. Hoewel nieuw altijd een beetje eng is - niemand weet wat er gaat gebeuren - weet men ook in Virginia dat het roer om moet. En dat de aanwezigen bereid zijn die onzekere toekomst aan President Obama toe te vertrouwen geeft hoop voor 4 november. De laatste keer dat deze tot voor kort solide Republikeinse staat naar een Democratische presidentskandidaat ging is 44 jaar geleden: toen was de winst in Virginia voor John F. Kennedy genoeg om het presidentsschap binnen te slepen. De bijeenkomst gister bewees dat Obama beide kunststukjes kan evenaren.
Monday, 20 October 2008
Het Obama effect
Hoewel het antwoord er maar één keer echt toe doet is Amerika de vraag “op wie ga je stemmen?” al vele malen gesteld. Dagelijks worden duizenden polls gepubliceerd en iedere avond geven enquêteurs in diverse praatprogramma's tekst en uitleg bij de laatste cijfers. Barack Obama's huidskleur maakt die taak lastiger dan ooit te voren.
Het fenomoon heeft een aparte naam - het Bradley effect – en is vernoemd naar Tom Bradley, een zwarte Amerikaan die in 1982 gouverneur van Californië wilde worden. Vooraf wezen de polls hem als de winnaar aan; toen dat, nadat de stemmen geteld waren, niet het geval bleek, moest men op zoek naar een verklaring.
De conclusie: om niet het risico te lopen om voor racist uitgemaakt te kunnen worden, vertellen sommige Amerikanen in opinieonderzoeken ze er geen enkel probleem mee hebben om op een neger te stemmen. Eenmaal in de veilige omgeving van het anonieme kieshokje laten ze hun ware gevoelens spreken, met alle gevolgen van dien.
De voorsprong die Obama heeft in de polls leidt onder opiniepeilers echter ook om andere redenen tot verwarring. Men vraagt zich af in hoeverre de polls gekleurd zijn door wat men het anti Bradley effect noemt. De symptomen van deze trend zijn hetzelfde: in ruil voor sociale acceptatie wordt de enquêteur voorgelogen. Het anti deel van het effect blijkt uit het feit dat men in dit geval een wit voetje bij de witte medemens wil halen omdat hardop je steun voor een neger uitspreken in bepaalde Amerikaanse kringen nog steeds 'not done' is.
Als dergelijke kiesdistricten op 4 november voor een verrassing gaan zorgen is het tijd om het bestaansrecht van het anti Bradley effect te erkennen. Belangrijker is echter de trend dan ook de naam te geven die hij verdient: het Obama effect.
Het fenomoon heeft een aparte naam - het Bradley effect – en is vernoemd naar Tom Bradley, een zwarte Amerikaan die in 1982 gouverneur van Californië wilde worden. Vooraf wezen de polls hem als de winnaar aan; toen dat, nadat de stemmen geteld waren, niet het geval bleek, moest men op zoek naar een verklaring.
De conclusie: om niet het risico te lopen om voor racist uitgemaakt te kunnen worden, vertellen sommige Amerikanen in opinieonderzoeken ze er geen enkel probleem mee hebben om op een neger te stemmen. Eenmaal in de veilige omgeving van het anonieme kieshokje laten ze hun ware gevoelens spreken, met alle gevolgen van dien.
De voorsprong die Obama heeft in de polls leidt onder opiniepeilers echter ook om andere redenen tot verwarring. Men vraagt zich af in hoeverre de polls gekleurd zijn door wat men het anti Bradley effect noemt. De symptomen van deze trend zijn hetzelfde: in ruil voor sociale acceptatie wordt de enquêteur voorgelogen. Het anti deel van het effect blijkt uit het feit dat men in dit geval een wit voetje bij de witte medemens wil halen omdat hardop je steun voor een neger uitspreken in bepaalde Amerikaanse kringen nog steeds 'not done' is.
Als dergelijke kiesdistricten op 4 november voor een verrassing gaan zorgen is het tijd om het bestaansrecht van het anti Bradley effect te erkennen. Belangrijker is echter de trend dan ook de naam te geven die hij verdient: het Obama effect.
McCain rally in Virginia
John McCain sprak afgelopen zaterdag zo`n 8000 man toe in Woodbridge, Virginia. Bericht uit DC was erbij.
Virginia symboliseert McCain's wankele positie. De staat die sinds 1964 altijd naar de Republikeinse kandidaat ging ligt volgens de laatste polls binnen handbereik van Obama. Gezien de krappe overwinningen van Bush in 2000 en 2004 zou het verliezen van Virginia een doodssteek voor McCain zijn.
Voor GOP aanhangers is die gedachte om van te gruwen en daarom stonden ze al vroeg in de rij om McCain te steunen tijdens deze bijeenkomst. Honderden hadden gehoor gegeven aan de oproep in de uitnodiging iets roods aan te trekken: "Virginia wil not turn into a blue (ie Democratische) state."
Hoewel de kandidaat pas rond 2 uur verwacht werd, zat de stemming er al vroeg in. In navolging van Joe the Plumber had een aantal aanwezigen zijn naam en beroep op een bord geschilderd om zo duidelijk te maken waar de voorkeur van de kleine zelfstandige volgens hen naar uit moet gaan: "Phil the Bricklayer" en "Rose the Teacher" gaan voor McCain.
Een uur later dan verwacht verscheen dan eindelijk de kandidaat zelf. Vol enthousiasme deed hij zijn standaardverhaal dat het publiek af en toe onderbrak met kreten als "Country First," "Drill, baby, drill" en "Nobama."
Na afloop had de kandidaat tijd om nog een paar handen te schudden voordat hij snel weer weg moest om de volgende rally toe te spreken.
Vol nieuwe energie en opgeladen vertrok niet veel later ook de massa. Vraag blijft echter wat de impact van een dergelijke bijeenkomst is: deze mensen steunen McCain toch wel; het verhaal van de kandidaat was weinig verrassend; de opkomst was goed, maar hoeveel van de 8000 aanwezigen maken op 4 november dadelijk de gang naar de stembus en hoeveel van die mensen stemmen ook echt voor McCain.
McCain's landelijke achterstand en krappe voorsprong in Virginia betekenen dat wat hij nu doet niet goed genoeg is. Blijven doen wat je doet kan dus niet de oplossing zijn. Tenzij McCain met een dramatische move zijn campagne in een nieuwe richting stuurt zijn rallies zoals deze leuk voor persoonlijke plakboeken, maar ongeschikt voor in de geschiedenisboeken.
Virginia symboliseert McCain's wankele positie. De staat die sinds 1964 altijd naar de Republikeinse kandidaat ging ligt volgens de laatste polls binnen handbereik van Obama. Gezien de krappe overwinningen van Bush in 2000 en 2004 zou het verliezen van Virginia een doodssteek voor McCain zijn.
Voor GOP aanhangers is die gedachte om van te gruwen en daarom stonden ze al vroeg in de rij om McCain te steunen tijdens deze bijeenkomst. Honderden hadden gehoor gegeven aan de oproep in de uitnodiging iets roods aan te trekken: "Virginia wil not turn into a blue (ie Democratische) state."
Hoewel de kandidaat pas rond 2 uur verwacht werd, zat de stemming er al vroeg in. In navolging van Joe the Plumber had een aantal aanwezigen zijn naam en beroep op een bord geschilderd om zo duidelijk te maken waar de voorkeur van de kleine zelfstandige volgens hen naar uit moet gaan: "Phil the Bricklayer" en "Rose the Teacher" gaan voor McCain.
Een uur later dan verwacht verscheen dan eindelijk de kandidaat zelf. Vol enthousiasme deed hij zijn standaardverhaal dat het publiek af en toe onderbrak met kreten als "Country First," "Drill, baby, drill" en "Nobama."
Na afloop had de kandidaat tijd om nog een paar handen te schudden voordat hij snel weer weg moest om de volgende rally toe te spreken.
Vol nieuwe energie en opgeladen vertrok niet veel later ook de massa. Vraag blijft echter wat de impact van een dergelijke bijeenkomst is: deze mensen steunen McCain toch wel; het verhaal van de kandidaat was weinig verrassend; de opkomst was goed, maar hoeveel van de 8000 aanwezigen maken op 4 november dadelijk de gang naar de stembus en hoeveel van die mensen stemmen ook echt voor McCain.
McCain's landelijke achterstand en krappe voorsprong in Virginia betekenen dat wat hij nu doet niet goed genoeg is. Blijven doen wat je doet kan dus niet de oplossing zijn. Tenzij McCain met een dramatische move zijn campagne in een nieuwe richting stuurt zijn rallies zoals deze leuk voor persoonlijke plakboeken, maar ongeschikt voor in de geschiedenisboeken.
Friday, 17 October 2008
Bush's erfenis
Hij trekt de komende 100 dagen nog aan de touwtjes, dus als President Bush iets zegt wordt er geluisterd. Zelfs als hij meer over zijn erfenis dan actuele problemen praat.
Bush speelde vanochtend een thuiswedstrijd. De Chamber van Commerce - waar hij zo`n 300 man toesprak - ligt recht tegenover het Witte Huis. Het onderwerp is hem inmiddels vertrouwd: de economie. Ook zijn manier van spreken was weinig verrassend: vol zelfvertrouwen sprak hij zijn optimisme uit over het bedwingen van de financiele crisis; en zo af en toe trackteerde hij het publiek op een dikke grijns.
Voor de aandachtige toehoorder ging het verhaal echter over iets anders: Bush's erfenis. De financiele crisis, zo zei Bush, "started a decade ago." Oftewel, een deel van de schuld ligt bij President Clinton. "Onder normale omstandigheden ben ik voor de vrije markt," zo ging hij verder."But tough times call for tough measures." Oftewel, hij is nog steeds dezelfde "fiscal conservative" die hij altijd is geweest en de uit de klauwen gelopen uitgaven van de afgelopen acht jaar zijn vervelend, maar helaas broodnodig. Het aanpassen van het Amerikaanse 20ste eeuwse financiele stelsel moet 'priority zijn for the next president," Oftewel, het probleem is groter dan één president aankan.
De manier voor Bush om beter beschreven te worden in geschiedenisboeken dan in de krant van vandaag is als zijn politiek tijd krijgt om uit te kristaliseren. En dat lukt alleen als McCain op 4 november wint. Bush gaf daarom zonder zijn naam te noemen Obama een subtiele sneer en herhaalde McCain's voornaamste argument tegen Obama, "There's no excuse to raise taxes, because it will make the problems worse." Ook haalde Bush McCain's opmerking aan uit het laatste debat en sprak over het belang van vrije-handelsverdragen met Colombia en Zuid-Korea; landen waarmee Obama opnieuw om de tafel wil gaan zitten en waar McCain zijn tegenstander woensdagavond hard op aanviel.
Om de schijn van inmenging met de campagne tegen te gaan sloot Bush af met de verzekering dat er in een crisissituatie als deze geen sprake is van "political motives." Hij heeft daarin gelijk: het enige dat Bush nog heeft zijn "personal motives."
Bush speelde vanochtend een thuiswedstrijd. De Chamber van Commerce - waar hij zo`n 300 man toesprak - ligt recht tegenover het Witte Huis. Het onderwerp is hem inmiddels vertrouwd: de economie. Ook zijn manier van spreken was weinig verrassend: vol zelfvertrouwen sprak hij zijn optimisme uit over het bedwingen van de financiele crisis; en zo af en toe trackteerde hij het publiek op een dikke grijns.
Voor de aandachtige toehoorder ging het verhaal echter over iets anders: Bush's erfenis. De financiele crisis, zo zei Bush, "started a decade ago." Oftewel, een deel van de schuld ligt bij President Clinton. "Onder normale omstandigheden ben ik voor de vrije markt," zo ging hij verder."But tough times call for tough measures." Oftewel, hij is nog steeds dezelfde "fiscal conservative" die hij altijd is geweest en de uit de klauwen gelopen uitgaven van de afgelopen acht jaar zijn vervelend, maar helaas broodnodig. Het aanpassen van het Amerikaanse 20ste eeuwse financiele stelsel moet 'priority zijn for the next president," Oftewel, het probleem is groter dan één president aankan.
De manier voor Bush om beter beschreven te worden in geschiedenisboeken dan in de krant van vandaag is als zijn politiek tijd krijgt om uit te kristaliseren. En dat lukt alleen als McCain op 4 november wint. Bush gaf daarom zonder zijn naam te noemen Obama een subtiele sneer en herhaalde McCain's voornaamste argument tegen Obama, "There's no excuse to raise taxes, because it will make the problems worse." Ook haalde Bush McCain's opmerking aan uit het laatste debat en sprak over het belang van vrije-handelsverdragen met Colombia en Zuid-Korea; landen waarmee Obama opnieuw om de tafel wil gaan zitten en waar McCain zijn tegenstander woensdagavond hard op aanviel.
Om de schijn van inmenging met de campagne tegen te gaan sloot Bush af met de verzekering dat er in een crisissituatie als deze geen sprake is van "political motives." Hij heeft daarin gelijk: het enige dat Bush nog heeft zijn "personal motives."
Thursday, 16 October 2008
Presidential Stand up Comedy
Nederlanders hebben vele vooroordelen over Amerikaanse verkiezingen. "Laag-bij-de-gronds," "onder de gordel," "vuil." De volgende videos bewijzen dat niets minder minder waar is.
De avond na het debat zaten de kandidaten weer met elkaar aan tafel. De setting was echter iets anders. Beide waren te gast op het jaarlijkse liefdadigheidsdiner ter ere van de New Yorkse oud-gouverneur Alfred E. Smith. Dit evenement wordt sinds 1945 - het jaar dat Smith overleed - jaarlijks georganiseerd; en sinds 1960 is het traditie dat de presidentskandidaten een speech geven.
Een andere gewoonte is dat die speech geestig is. En zo maakten McCain en Obama - die elkaar nog geen 24 uur eerder alle hoeken gaven - grappen over elkaar en zichzelf. Maar nog indrukwekkender is het respect dat de heren voor elkaar uitspraken.
Na het zien van deze videos kan niemand nog met een stalen gezicht zeggen dat Amerikaanse verkiezingen "vuil" of "achterbaks" zijn. Hard, dat wel; maar het gaat tenslotte ook om de belangrijkste baan ter wereld. Kijk de 30 minuten durende speeches en wil je nog meer lachen, vergelijk deze briljante optredens eens met een verhaal van een willekeurige Nederlandse minister.
Deel I van McCain's speech:
Deel II van McCain's speech
Deel I van Obama's speech
Deel II van Obama's speech
De avond na het debat zaten de kandidaten weer met elkaar aan tafel. De setting was echter iets anders. Beide waren te gast op het jaarlijkse liefdadigheidsdiner ter ere van de New Yorkse oud-gouverneur Alfred E. Smith. Dit evenement wordt sinds 1945 - het jaar dat Smith overleed - jaarlijks georganiseerd; en sinds 1960 is het traditie dat de presidentskandidaten een speech geven.
Een andere gewoonte is dat die speech geestig is. En zo maakten McCain en Obama - die elkaar nog geen 24 uur eerder alle hoeken gaven - grappen over elkaar en zichzelf. Maar nog indrukwekkender is het respect dat de heren voor elkaar uitspraken.
Na het zien van deze videos kan niemand nog met een stalen gezicht zeggen dat Amerikaanse verkiezingen "vuil" of "achterbaks" zijn. Hard, dat wel; maar het gaat tenslotte ook om de belangrijkste baan ter wereld. Kijk de 30 minuten durende speeches en wil je nog meer lachen, vergelijk deze briljante optredens eens met een verhaal van een willekeurige Nederlandse minister.
Deel I van McCain's speech:
Deel II van McCain's speech
Deel I van Obama's speech
Deel II van Obama's speech
A Star is Born
Ieder land kent hem: Jan Modaal. Otto Normalverbraucher. Jean Baptiste. Maar in Amerika is Joe Sixpack lang niet meer zo gewoon.
Gister om deze tijd was Joe Wurzelbacher een gewone loodgieter in Ohio. Als iedere Amerikaan maakte hij zich zorgen over de economie. Hij volgde de verkiezingen met grote belangstelling omdat hij overweegt het bedrijf van zijn baas over te kopen. En omdat hij benieuwd was naar de belastingplannen van de kandidaten, besloot hij na een campagnebijeenkomst Barack Obama eens persoonlijk aan te spreken.
Wat kan er veel gebeuren in 90 minuten. Tijdens het debat gisteravond introduceerde John McCain Wurzelbacher als het symbolische slachtoffer van Obama's belastingvoorstellen, "Joe wants to buy the business that he has been in for all of these years, worked 10, 12 hours a day. And he wanted to buy the business but he looked at your tax plan and he saw that he was going to pay much higher taxes." Obama's antwoord was dat Joe zich had laten beinvloeden door McCain's reclames.
Toen een uur later de verschillende voorstellen voor de gezondheidszorg besproken werden haalde McCain hem weer van stal en noemde hem "his old buddy, Joe." Obama sprak hem vervolgens zelfs persoonlijk aan, "I'm happy to talk to you, Joe, too, if you're out there."
Joe - die inderdaad "out there" was - wist niet wat hij hoorde. Hij noemde het "surreal" om zo opeens in het middelpunt van de belangstelling te staat. Maar ondanks de persoonlijke (bijna) presidentiele uitleg was hij naar eigen zeggen nog geen steek verder. "Ze dansten weer om het onderwerp heen in plaats van me een helder antwoord te geven." En zo blijft Joe een zwevende kiezer.
Gister om deze tijd was Joe Wurzelbacher een gewone loodgieter in Ohio. Als iedere Amerikaan maakte hij zich zorgen over de economie. Hij volgde de verkiezingen met grote belangstelling omdat hij overweegt het bedrijf van zijn baas over te kopen. En omdat hij benieuwd was naar de belastingplannen van de kandidaten, besloot hij na een campagnebijeenkomst Barack Obama eens persoonlijk aan te spreken.
Wat kan er veel gebeuren in 90 minuten. Tijdens het debat gisteravond introduceerde John McCain Wurzelbacher als het symbolische slachtoffer van Obama's belastingvoorstellen, "Joe wants to buy the business that he has been in for all of these years, worked 10, 12 hours a day. And he wanted to buy the business but he looked at your tax plan and he saw that he was going to pay much higher taxes." Obama's antwoord was dat Joe zich had laten beinvloeden door McCain's reclames.
Toen een uur later de verschillende voorstellen voor de gezondheidszorg besproken werden haalde McCain hem weer van stal en noemde hem "his old buddy, Joe." Obama sprak hem vervolgens zelfs persoonlijk aan, "I'm happy to talk to you, Joe, too, if you're out there."
Joe - die inderdaad "out there" was - wist niet wat hij hoorde. Hij noemde het "surreal" om zo opeens in het middelpunt van de belangstelling te staat. Maar ondanks de persoonlijke (bijna) presidentiele uitleg was hij naar eigen zeggen nog geen steek verder. "Ze dansten weer om het onderwerp heen in plaats van me een helder antwoord te geven." En zo blijft Joe een zwevende kiezer.
Surreal Life Soap: Joe kijkt thuis in Ohio naar het debat
Maar dankzij het debat is hij wel `s werelds meest beroemde twijfelaar. Meteen na afloop van het debat leverde de Google search "Joe Wurzelbacher" nog geen 2000 hits op; een uur later waren het er al meer dan 5000; vanochtend om 09:00 waren het er 15.000; tegen half twaalf werd de 20.000 grens gepasseerd; zo rond half vier was het resultaat meer dan 30.000 hits; om 19:00 uur ging hij over de 40.000 heen, en de teller staat op dit moment (donderdag 16 oktober 22:30) op 67.9000. Tip voor de lezer: klik voor de grap eens op de link en kijk hoeveel hits Joe nu krijgt.
Zo is er na het laatste debat maar één echte winnaar. Joe For President!
De aanleiding: Joe in gesprek met Obama
Subscribe to:
Posts (Atom)